Zijn klus zit erop, oordeelt Jol

Aantrekken van Nasser El Khayati blijkt laatste daad als hoofd van het technische hart bij ADO Den Haag

Martin Jol heeft zich teruggetrokken als hoofd van het technisch hart van ADO Den Haag. Hij was er onder meer medeverantwoordelijk voor de komst van 25 nieuwe spelers en twee trainers. Stapt de kapitein nu van een zinkend schip of verlaat hij juist een organisatie op stoom?

 

 

tekst:  Marijn Abbenhuijs

 

 

Zijn quotes stonden de afgelopen driekwart jaar in tientallen door ADO Den Haag verstuurde persberichten. Martin Jol, hoofd van het technisch hart van de club, legde dan in een korte reactie uit waarom 29 selectiespelers bij de club vertrokken, waarom 25 aanwinsten naar ADO waren gehaald. Waarom trainers werden aangesteld of ontslagen. Of waarom jeugdspelers hun eerste contract verdienden.

 

Zijn reactie op het aantrekken van Nasser El Khayati, afgelopen zaterdag, was Jols laatste uitleg bij de komst van een speler. Hij trekt zich namelijk terug, zo maakte de club gisteren bekend. Het contracteren van El Khayati was een mooi moment om ermee te stoppen, zegt Jol zelf. Maar de realiteit is ook dat hij al vertrekt uit het technisch hart, terwijl dat orgaan pas driekwart jaar geleden in het leven is geroepen. Terwijl de vele ingrepen die in die tijd zijn gedaan de club nog niet verder hebben geholpen dan plek 17 in de eredivisie. Het wekt de indruk van een kapitein die een zinkend schip verlaat.

 

 

Maar het gevoel waarmee Jol opzijstapt, staat haaks op die indruk. Hij vindt dat zijn werk erop zit. Hij is nooit van plan geweest om lang hoofd van het technische hart te blijven. De Scheveninger pakte de handschoen op toen de club daar veel behoefte aan had. Probeerde de metamorfose die de clubleiding vanuit haar perspectief wel móést maken in goede banen te leiden.

 

En het liefst was hij er in oktober al mee opgehouden. Maar het formeren van een goede selectie duurde lang. Het werk was toen, in het najaar, volgens Jol nog lang niet af. Dat is het nu wel, vindt hij. Jol ziet perspectief voor de komende seizoenen, waarin jonge spelers langzaam maar zeker kunnen uitgroeien tot steunpilaren van ADO. Bovendien heeft hij er nu wél vertrouwen in dat de huidige selectie de club in de eredivisie gaat houden. En hij heeft meegewerkt aan een opzet van waaruit verder aan de selectie moet worden gesleuteld.

 

 

Dat veilige gevoel, dat een andere kapitein zonder problemen het roer van hem zou kunnen overnemen, had hij vier maanden geleden niet. En intussen toonden de slechte resultaten op het veld ook aan dat juist Jol de hoogste boom in de technische organisatie was. Toen trainer Aleksandar Rankovic werd ontslagen, ving Jol alle wind. En als een in de zomer aangetrokken speler door het ijs zakte, werd er naar Jol gewezen.

 

Want kritiek op zijn functioneren was er nadrukkelijk. Het had een reden voor hem kunnen zijn om juist op zijn post te blijven. Om de verantwoordelijkheid voor de bühne op zich te blijven nemen. Om de door hem aangestelde trainer Ruud Brood en de nog altijd pas 37-jarige algemeen directeur Mohammed Hamdi te beschermen.

 

 

Maar zelf had Jol het gevoel dat zijn aanwezigheid juist voor onrust zorgde. Omdat het beeld was ontstaan dat de andere leden van het technische hart niets te zeggen zouden hebben zolang hij er aan het hoofd stond. En dat terwijl hij juist op de achtergrond wilde blijven. Brood heeft een grote stem in het technische beleid en dat stemt Jol tevreden.

 

Binnen de club zal niemand het hem verwijten dat hij wegloopt op het moment suprême. Ze zijn vooral blij en dankbaar dat hij zich een jaar lang volle bak heeft ingezet voor de club. Hij deed het op een cruciaal moment, met een zwaar hervormingsproces voor de boeg. Mede daarom fluisteren velen bij ADO dat ze het fijn hadden gevonden als Jol tot de zomer was aangebleven in zijn huidige rol.

 

 

Helemaal weg bij ADO is Jol overigens niet. Vanaf nu gaat hij zich bezighouden met het creëren van een topsportklimaat in het Zuiderpark, waar een nieuwe accommodatie wordt gevormd voor de selectie van de club, maar ook voor de jeugdopleiding en de vrouwen. En desgevraagd zal hij de technische leiding advies blijven geven. Maar wel op minder intensieve wijze dan het afgelopen jaar.

 

Want Jol erkent dat er veel bij zijn rol kwam kijken. Dat zijn werk een enorme uitdaging was. In een interview met deze krant dat hij in december gaf, zei hij dat hij als hoofd van het technische hart meer stress ervoer dan hij ooit als trainer had gehad.

 

En dat terwijl hij zijn vrouw had beloofd dat hij het rustiger aan zou doen. Ook vanwege zijn gezondheid. De 'minor heart attack' (Jols eigen woorden) die hij een aantal jaar geleden kreeg, had hij als een teken gezien. Nu moet hij ook écht maar eens gas terug gaan nemen. En betrokken bij ADO blijft hij toch. Al komen de quotes bij de persberichten voortaan niet meer van hem.