w | g | v | p | |||
---|---|---|---|---|---|---|
1 | EXC | 14 | 9 | 2 | 3 | 29 |
2 | HEL | 14 | 8 | 3 | 3 | 27 |
3 | GRA | 14 | 7 | 5 | 2 | 26 |
4 | VOL | 14 | 8 | 2 | 4 | 26 |
5 | DBO | 14 | 7 | 4 | 3 | 25 |
6 | DOR | 14 | 7 | 4 | 3 | 25 |
7 | EMM | 14 | 7 | 3 | 4 | 24 |
8 | CAM | 14 | 7 | 1 | 6 | 22 |
9 | TEL | 15 | 5 | 7 | 3 | 22 |
10 | ADO | 14 | 5 | 6 | 3 | 21 |
11 | RJC | 14 | 5 | 5 | 4 | 20 |
12 | JAZ | 14 | 5 | 2 | 7 | 17 |
13 | TOP | 14 | 4 | 4 | 6 | 16 |
14 | EIN | 15 | 4 | 4 | 7 | 16 |
15 | JPS | 14 | 4 | 2 | 8 | 14 |
16 | MVV | 15 | 2 | 7 | 6 | 13 |
17 | JAJ | 14 | 2 | 6 | 6 | 12 |
18 | VVV | 15 | 3 | 2 | 10 | 11 |
19 | JUT | 14 | 1 | 5 | 8 | 8 |
20 | VIT | 14 | 2 | 6 | 6 | 6 |
bron: casinonieuws.nl
tekst: Jeffrey Noeken
Daarnaast wilde Bikker weten of het reclameverbod ook zou gelden voor landgebonden casino’s. Volgens Weerwind moeten landgebonden kansspelaanbieders die ook een online casino hebben, ervoor zorgen dat hun reclames duidelijk niet voor het online casino zijn.
Enkele weken nadat Mirjam Bikker (ChristenUnie) vragen stelde over de sponsordeal tussen ADO Den Haag en Funland, komt minister voor Rechtsbescherming Franc Weerwind met antwoorden. Bikker wilde weten waarom het is toegestaan dat het logo van Hommerson (speelautomatenhal) via een omweg toch op de kindershirts van ADO Den Haag belandde.
De seniorenteams van ADO Den Haag worden gesponsord door de speelautomatenhallen van Hommerson. De club moest echter voor de jeugdafdeling op zoek naar een andere sponsor, want gokbedrijven mogen niet op kindershirts staan. Voor de jeugdafdeling vond de Haagse club een sponsor in Funland, arcadehallen van hetzelfde moederbedrijf als hoofdsponsor Hommerson. Op de kindershirts van ADO Den Haag staat sindsdien dan ook het logo van Funland met daaronder een klein logo van Hommerson.
Kamerlid Mirjam Bikker wees er in haar vragen aan Weerwind op dat in het Besluit werving, reclame, en verslavingspreventie kansspelen verbiedt om het logo van vergunninghouders te tonen op producten die voor kinderen bedoeld zijn.
Niet passend
In zijn antwoorden zegt de minister dat een vergunninghouder terecht gewezen kan worden door de Kansspelautoriteit (Ksa) als het zich niet aan de regels houdt. De Kansspelautoriteit kan echter ondernemingen, waar de vergunninghouder geen enkele vorm van zeggenschap over heeft, niet terechtwijzen. Wel zegt de minister dat hij een dergelijke manier van sponsoren niet gepast vindt:
“In zijn algemeenheid vind ik het vanuit mijn stelselverantwoordelijkheid niet passend dat bedrijven, niet zijnde vergunninghouders, bij hun reclameactiviteiten (deels) dezelfde naam gebruiken als kansspelaanbieders die ook in hun bedrijfsstructuur zitten. Zij nemen daarmee het risico op de koop toe dat kwetsbare groepen, in het bijzonder minderjarigen, indirect op kansspelen worden geattendeerd.”
Op de vraag of de minister de cijfers over deze wijze van sponsoren wil opvragen bij de sportbonden, vertelt hij dat NOC*NSF zal gaan inventariseren in welke mate sponsoring door gokbedrijven in de jeugdsport aan de orde is. De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, Conny Helder, heeft daarnaast bij NOC*NSF onder de aandacht gebracht dat gokbedrijven hun sponsoring ook niet indirect mogen richten op jongeren.
Als het aan Mirjam Bikker ligt, kan het verbod op sportsponsoring eerder worden doorgevoerd dan de voorgenomen 1 januari 2025. De minister zegt dat dit te grote financiële risico’s voor de sport met zich mee zou brengen en blijft erbij dat de gekozen termijn van twee jaar een redelijke termijn is.
Minder verslavingsrisico’s bij landgebonden aanbod
Verder wilde Mirjam Bikker weten of het klopt dat het landgebonden aanbod wel door mag gaan met ongerichte reclame. De minister laat weten dat het klopt dat het reclameverbod alleen geldt voor online casino’s en bookmakers.
Weerwind verwijst hierbij naar een onderzoek van de Kansspelautoriteit waarin wordt aangegeven dat er meer verslavingsrisico’s zijn bij online gokken. Dit heeft er volgens de minister onder andere mee te maken dat er minder klantcontact is online. Daarnaast is het online aanbod 24 uur per dag beschikbaar.
Veel landgebonden casino’s en speelautomatenhallen zijn niet 24 uur per dag open, maar er zijn toch enkele die dat wel zijn. Zo zijn de vestigingen van Holland Casino in Amsterdam-West en Rotterdam 24 uur per dag geopend.
Reclame moet overduidelijk voor het landgebonden aanbod zijn
Een andere reden waarom het landgebonden aanbod uitgesloten is in het reclameverbod is omdat de zorgen omtrent reclame pas zijn ontstaan sinds de opening van de online kansspelmarkt in Nederland, aldus minister Weerwind. De grote hoeveelheid ongerichte reclame voor online kansspelen zou tot deze zorgen hebben geleid, terwijl deze zorgen er eerder niet waren toen alleen het landgebonden aanbod nog reclame mocht maken.
In de voorgenomen wijziging van het Besluit werving, reclame, en verslavingspreventie kansspelen wordt dan ook benadrukt dat ongerichte reclame alleen mag gaan over het landgebonden aanbod. Aanbieders die een vergunning hebben voor zowel het landgebonden als het online aanbod moeten duidelijk naar voren laten komen dat het alleen voor het landgebonden aanbod is.
Aanbieders met een vergunning voor zowel het online aanbod als het landgebonden aanbod zijn Holland Casino, Nederlandse Loterij (TOTO), Fair Play, Circus Gran Casino, en Flash Casino. Het online casino van Flash is echter nog niet live, maar het bedrijf heeft al wel een vergunning voor online kansspelen. Niek Hommerson stapte onlangs uit de joint-venture waar Bingoal onder werd geëxploiteerd in Nederland.
Vragen van het lid Bikker (ChristenUnie) aan de ministers voor Rechtsbescherming en voor Langdurige Zorg en Sport over het bericht ‘ADO Den Haag vindt in Funland nieuwe hoofdpartner jeugdopleiding’ en over het aangekondigde verbod op sponsoring van sportclubs door aanbieders van kansspelen in het algemeen
(ingezonden 19 augustus 2022, 2022Z15621)
Vraag 1
Bent u op de hoogte dat ADO Den Haag voor de sponsoring van de jeugdopleiding en de wedstrijdshirts in kindermaten een samenwerking is aangegaan met Hommerson Funland? Bent u tevens op de hoogte dat Sir Winston Fun & Games broeksponsor is van zowel de volwassen- als de kindermaten van ADO Den Haag?
Antwoord op vraag 1
Ja.
Vraag 2
Bent u ermee bekend dat deze bedrijven beiden onder diezelfde naam aanbieders zijn van casino’s en gokautomatenhallen?
Antwoord op vraag 2
Ja, ik ben ermee bekend dat onder de namen Hommerson en Sir Winston naast arcadehallen ook speelautomatenhallen worden geëxploiteerd.
Vraag 3
Herinnert u zich de antwoorden op onze vragen bij het schriftelijk overleg Besluit Kansspelen op afstand waarin de regering aangaf: “Het is vergunninghouders die de meer risicovolle kansspelen aanbieden verboden hun werving- en reclameactiviteiten te richten op jongeren. Geen enkele vergunninghouder mag die activiteiten op minderjarigen richten. Sponsoring is een vorm van reclame. Het sponsoren van jeugdteams en logo’s van kansspelvergunninghouders op producten die door kinderen worden gedragen, valt duidelijk onder dit verbod."
Antwoord op vraag 3
Ja.
Vraag 4
Hoe kan deze sponsoring en affichering plaatsvinden, terwijl artikel 2, derde lid, van het Besluit werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen, kansspelreclame gericht op minderjarigen verbiedt, en met het oog op de uitleg van de Kansspelautoriteit in artikel 2.5, tweede lid, sub a, van de Beleidsregels verantwoord spelen die deze passage zo uitlegt dat ook logo’s of namen van een kansspel of een vergunninghouder die vermeld staan op producten die voor een aanmerkelijk deel door minderjarigen worden gedragen of gebruikt hieronder vallen?
Vraag 5
Bent u met ons van mening dat de sponsoring door gokbedrijven van kindervoetbalkleding, en welke jeugdsportkleding dan ook, niet in lijn is met de regels voor shirtsponsoring en de waarborgen die zijn opgesteld om minderjarigen te beschermen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke conclusie verbindt u hieraan?
Antwoord op vragen 4 en 5
Het klopt dat sponsoring door vergunninghouders van kansspelen niet gericht mag zijn op minderjarigen. De wet- en regelgeving voor kansspelen bevat reeds strenge regels voor reclameactiviteiten door aanbieders die een vergunning hebben voor het organiseren van kansspelen. Daarbij is een belangrijke regel dat deze reclame- en wervingsactiviteiten niet gericht mogen zijn op kwetsbare groepen, waaronder met name minderjarigen. Om die reden mogen vergunninghouders niet aan sponsoring op shirts in kindermaten doen. Indien een vergunninghouder zich niet houdt aan deze regels kan de Kansspelautoriteit (Ksa) als toezichthouder ingrijpen.
Dit wordt anders wanneer de sponsoringactiviteiten ontplooid worden door een onderneming waarover de vergunninghouder geen enkele vorm van zeggenschap heeft. De Wet op de kansspelen en het Besluit werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen (Besluit wrvk) bieden grondslag om de vergunninghouder van kansspelen aan te spreken, omdat die in de wet- en regelgeving de normadressaat is. Of de vergunninghouder in onderhavige gevallen aan te spreken is, is aan de Ksa als toezichthouder.
In zijn algemeenheid vind ik het vanuit mijn stelselverantwoordelijkheid niet passend dat bedrijven, niet zijnde vergunninghouders, bij hun reclameactiviteiten (deels) dezelfde naam gebruiken als kansspelaanbieders die ook in hun bedrijfsstructuur zitten. Zij nemen daarmee het risico op de koop toe dat kwetsbare groepen, in het bijzonder minderjarigen, indirect op kansspelen worden geattendeerd.
Vraag 6
Bent u bereid bij de sportbonden te informeren naar de omvang van deze sponsoring en daarover de Kamer te rapporteren? Wilt u daarbij ook onder de aandacht brengen dat juist sponsoring door gokbedrijven in de jeugdsport geweerd moet worden, omdat een gezonde generatie zo belangrijk is?
Antwoord op vraag 6
De minister voor Langdurige Zorg en Sport heeft bij NOC*NSF onder de aandacht gebracht dat sponsoring door vergunninghouders van kansspelen niet op minderjarigen gericht mag zijn en dat wij het in algemene zin niet passend vinden dat jongeren direct of indirect op kansspelen worden geattendeerd. NOC*NSF zal op hoofdlijnen inventariseren in welke mate sponsoring door kansspelaanbieders in de jeugdsport een rol speelt.
Vraag 7
Klopt het dat het aangekondigde verbod op sponsoring door gokbedrijven enkel ziet op aanbieders van online gokken, en niet op land-based casino’s en speelautomatenhallen? Bent u bereid deze hier ook onder te laten vervallen? Welke aanvullende beleidsvoornemens heeft u daarnaast, gezien deze ontwikkeling?
Antwoord op vraag 7
Het klopt dat de voorgenomen wijzigingen van het Besluit wrvk op reclame- en wervingsactiviteiten zien op reclame voor online kansspelen. Dat is om de volgende redenen. De zorgen omtrent reclame komen voort uit de grote hoeveelheid ongerichte reclame die voor online kansspelen is gemaakt sinds oktober 2021. Onderzoeken laten ook zien dat de verslavingsrisico’s bij online gokken groter zijn dan bij de landgebonden varianten, onder andere omdat er 24/7 online aanbod is en er minder direct klantcontact is dan bij landgebonden aanbod.
De voorgenomen wijzigingen zetten aanvullend neer dat aanbieders die (ook) over een vergunning beschikken voor landgebonden kansspelen moeten voorkomen dat de consument die reclame als reclame voor online kansspelen kan opvatten. Daarmee kan worden voorkomen dat indirect alsnog ongerichte reclame voor online kansspelen wordt gemaakt.
De consultatie van de voorgenomen wijzigingen van het Besluit wrvk is inmiddels afgerond en na de voorhang zal ik het Besluit voorbereiden voor advies van de Raad van State.
Vraag 8
Bent u bereid het verbod op het aangaan van nieuwe sponsorcontracten met aanbieders van (online) kansspelen op zo kort mogelijke termijn in te laten gaan om verdere reeds aangegane contractuele verplichtingen te voorkomen? Welke inzet heeft u bij de reeds aangedane contracten?
Antwoord op vraag 8
Bij de uitwerking van de voorgenomen wijzigingen van het Besluit wrvk is rekening gehouden met het bijzondere belang van de sport voor de volksgezondheid. Een verbod op sponsoring heeft voor de sport verstrekkende financiële implicaties vanwege de reeds aangegane contracten die niet zo snel kunnen worden vervangen voor gelijkwaardige contracten met andere sponsoren. Daarom is voor de ingang van een verbod sportsponsoring een termijn van twee jaar voorzien. Dit acht ik gezien het zwaarwegende belang van verslavingspreventie en het bijzondere belang van de sport een korte, maar redelijke termijn.