Bron van dit artikel
Datum plaatsing: 15-02-2009 14:35:00
Waterman eindelijk weer eens de held
Van onze verslaggever Mark Misérus
DEN HAAG - Op een avond dat de 'luchtmacht van de Graafschap' bleef komen, kon doelman Boy Waterman zich eindelijk weer eens onderscheiden in positieve zin. Zijn club ADO won - mede dankzij hem - met 1-0 van de 'Superboeren'.
Als zijn eerste trap naar voren voor de voeten van een tegenstander terechtkomt, lijkt Boy Waterman zaterdagavond meteen het onheil over zich af te roepen. Op de Midden-Noordtribune ziet de harde kern van de ADO-supporters zijn vooroordelen over de toch al geplaagde doelman bevestigd. Waterman zelf maakt zich op voor een lange avond.
Daarin krijgt hij gelijk, maar niet op de manier waarvoor hij is bevreesd. In een misschien wel cruciaal duel om boven de degradatiestreep te blijven, wordt hij de redder van zijn ploeg en de man van de wedstrijd in een kwaliteitsarm treffen tegen De Graafschap.
Tien man van ADO verslaan elf Superboeren (1-0), dankzij één briljante ingeving van spits Berry Powel, en zo wonderlijk is dat gezien het spel van De Graafschap helemaal niet.
Vooral in de slotfase, waarin het traditionele Haags kwartiertje een Doetinchems stormloopje blijkt, mag trainer Henk van Stee hoop koesteren op een punt. Maar de ingevingen van zijn ploeg zijn ongecontroleerd en niet goed doordacht. En bijna altijd is het eindstation van een aanval de keeper die er eindelijk weer eens in slaagt al zijn talenten aan te spreken. Op een lange avond dus, ‘tegen een luchtmacht die bleef komen'.
Waterman (25) stompt, vangt en keert met durf en overtuiging en doet vrijwel alles goed. Drie momenten beklijven: een vrije trap, na twaalf minuten gegeven na de rode kaart van Christian Kum, pareert hij zwevend met één hand. Een verkeerd ingeschatte bal wordt bijna binnen gewerkt, maar vanuit het niets doemt Waterman op de doellijn op. Een schot van Joost Volmer dwingt hem tot een sprintje achteruit naar zijn doel, waar na een fijne duik het zoveelste applaus op hem neerdaalt.
Op een avond waarop alles lukt, doet hij weer denken aan de sluitpost die Jong Oranje twee jaar geleden op weg hielp naar de Europese titel. Drie strafschoppen stopte hij in de halve finale tegen Engeland. Ook al weet hij als geen ander dat met een goed optreden zijn rehabilitatie als eredivisiekeeper nog niet is voltooid.
Eén kans, thuis tegen NAC, krijgt hij zeker nog om het ongelijk van trainer André Wetzel te bewijzen. Maar voorlopig wijst niets erop dat Robert Zwinkels na zijn schorsing niet zal terugkeren als eerste keus van ADO, dat met confrontaties tegen AZ, Twente, Ajax en Heerenveen lang niet zeker is van nog een jaar eredivisievoetbal.
Meer dan zijn best kan hij niet doen, merkt Waterman op in de catacomben van de metalen kolos aan de A12. Eindelijk doet hij eens zijn best, schamperen een paar fans. Want wie anders dan de keeper zelf moet verantwoordelijk worden gehouden voor de blunders die hem al een paar seizoenen achtervolgen?
Bij AZ riep hij de afkeer van de supporters over zich af door een paar keer opzichtig in de fout te gaan. Hij werd vervangen door de Argentijn Romero en week uit naar Den Haag om het hardnekkige keepersprobleem op te lossen. Maar nog voor er een wedstrijd was gespeeld, zei Wetzel dat hij de voorkeur gaf aan Zwinkels, met wie Waterman nog in de B-jeugd van Ajax concurreerde.
Met de kansen die hem werden gegeven, sprong Waterman slordig om. De bekeroptredens tegen Jong FC Twente en Fortuna Sittard werden ruim gewonnen, maar de twee tegentreffers had de doelman kunnen voorkomen.
En het commentaar van Wetzel na de uitschakeling door Twente in de beker (1-4) deed het gebutste zelfvertrouwen van de sluitpost ook al geen goed. De trainer noemde het zijn fout dat hij Waterman had opgesteld en niet Zwinkels, die hij in de rust liet invallen.
Maar dat is even sneeuw van gisteren tijdens een duel waarin Waterman geïnteresseerde nieuwe werkgevers het beste van zijn kunnen toont. Of hij het spandoek had gezien dat achter zijn doel was gehangen? Ja, zegt hij met een glimlach. ‘Waterman, we weten dat je ’t kan’, luidt de boodschap.
Zoiets hadden zijn teamgenoten hem ook gezegd in in de ‘moeilijke weken’ die achter hem liggen. ‘Zij hebben ook alles in de krant gelezen over mijn situatie. Jullie zien hier één wedstrijd, maar zij hebben me gezegd dat het goed zou komen.’ De rondedans direct na het laatste fluitje van Roelof Luinge, met de doelman als hoofdpersoon, bewijst wat dat betreft een beetje zijn gelijk.
Natuurlijk relativeert Waterman een donkere periode en stelt hij dat hij het vertrouwen in zichzelf nooit is verloren. De moraal van zijn verhaal: een keeper krijgt genoeg kansen om zichzelf te onderscheiden. De held van minimaal één avondje ADO zegt het zonder zich bewust te zijn van de dubbele lading die in zijn boodschap schuilgaat.