Bron van dit artikel
Datum plaatsing: 26-04-2008 12:30:00
Verhoek: Ik zat in de knoei, nu ben ik terug
Door DENNIS JANSEN
DEN HAAG - Wesley Verhoek zegt: „Het gaat eindelijk weer over de voetballer Wesley Verhoek.” In de catacomben van het vervallen Zuiderpark waar de spelers van ADO Den Haag net een lichte training hebben afgewerkt, nipt de Hagenaar aan een sapje.
„Het is niet goed gegaan in de eerste helft van het seizoen. Ik was met andere dingen bezig dan met voetbal. Kaarten pakken, opstootjes, me bemoeien met anderen, zeiken op mezelf. Ik zat in de knoei met mezelf.’’
Verhoek was als wisselspeler betrokken bij een opstootje in het bekerduel met Jong Heerenveen, pakte onnodig gele kaarten en oogstte rood na natrappen in het duel met Helmond Sport.
Niet alleen de mensen in zijn directe omgeving maakten zich zorgen, ook de kenners die met hem samenwerkten werden toen al ongerust.
Foppe de Haan, zijn coach bij de olympische selectie: „Ik zou als trainer helemaal gek worden van dat gedrag.’’
Eljero Elia, zijn voormalige ploeggenoot bij ADO: „Je moet een keer volwassen worden.’’
Raymond Atteveld, zijn voormalige trainer bij de Haagse club: „Wesley is een goed kereltje, een mannetje ook. Maatjes, meisjes, je kent het wel. Maar ik ben er van overtuigd dat het goed komt.’’
Verhoek zocht naar een verklaring, maar die was niet zomaar voorhanden. „Ik zat niet lekker in mijn vel. Waarom weet ik ook niet. Natuurlijk was het allemaal mijn eigen schuld. Na die rode kaart tegen Helmond Sport dacht ik: waar ben je toch mee bezig?’’
Het besef kwam op tijd. Verhoek: „In september vorig jaar heb ik een vaste relatie gekregen met Mandy. Dat heeft me rust gebracht. Ik ben nu weer stappen aan het maken. Ik heb die periode los kunnen laten. Heb nu het gevoel dat ik weer belangrijk voor ADO Den Haag kan zijn.’’
Zijn vader sprak met hem, zijn trainer praatte met hem en Verhoek had in zijn oom een goed voorbeeld. „Hoe het wel en niet moest. Edwin Brouwer is de jongere broer van mijn moeder. Hij is ook prof geweest, bij FC Utrecht, maar hij heeft het niet gered. Het was bij hem lachen, gieren, brullen, je kent ’t wel. Ik lijk veel op hem, zeggen ze.’’
,,Ik heb ook een speciale band met hem en zijn gezin. Ik heb ook veel met hem gesproken. ‘Doe niet wat ik wel heb gedaan’, waarschuwde hij mij. Hij ging ook wel eens over de schreef, binnen en buiten het veld.
,,Niet dat ik nou tot diep in de nacht op stap was of dronken was - ik drink helemaal niet - maar ik moest wel meer voor het voetbal gaan leven. Ik ben blij dat ik dat op tijd heb ingezien. Dat andere mensen me dat hebben laten inzien. Na mijn schorsing na Helmond Sport heb ik harder getraind dan ooit.’’
Zijn terugkeer ging gepaard met geslaagde acties, goede voorzetten én doelpunten, waarvan de juweeltjes tegen Fortuna Sittard (2-2) hem in een ander licht van de schijnwerpers zette.
„Ik ben blij dat ik iets terug kan doen voor de mensen die tijd en energie in mij hebben gestoken. Mijn vader en moeder, bijvoorbeeld, zullen me nooit dingen verbieden. Ze brengen me normen en waarden bij en zeiden ook: zo kennen we je niet. Ook mijn oom waarschuwde me: pas op, want in de voetballerij krijg je zo een stempel. De laatste drie maanden ben ik in het veld nergens meer bij betrokken geweest.’’
Het gaat dus weer goed met Weskey Verhoek, die jarenlang als hét talent van ADO Den Haag te boek stond. In de jeugd speelde hij met Eljero Elia, die nu bij FC Twente speelt. Van jaloezie is absoluut geen sprake. „Natuurlijk niet, ik gun hem echt het allerbeste. Het was fantastisch hoe hij die Krompkamp van PSV laatst uit z’n broek speelde.’’
FC Twente, de subtop, het buitenland; Verhoek heeft doelen en dromen genoeg. „Engeland is mijn droom. Ik hoor hoe het voetbal daar beleefd wordt, onder andere van Ferrie Bodde. Het lijkt me fantastisch. Maar eerst ADO Den Haag naar de eredivisie brengen, ik geloof dat dat in deze nacompetitie al mogelijk is. maar anders moet het volgend seizoen gebeuren.’’
Verhoek, toch ook de gangmaker in de selectie van ADO Den Haag, lijkt serieuzer geworden. Wat dat betreft kan de Hagenaar zich vasthouden aan de woorden van de olympische bondscoach Foppe de Haan die hem een tijdje onder zijn hoede had en Verhoek nog altijd volgt. „Het komt wel vaker goed met jongens, van wie je eerder hebt gedacht: nou, nou, nou.’’