Bron van dit artikel
Datum plaatsing: 04-01-1937 12:41:00
Uitblinkers in de verdedigen bij ADO-BLAUW-WIT
Het spel in dezen voor beide clubs zoo belangrijken wedstrijd is niet best geweest, maar de felle, doch faire strijd bracht veel spanning en bovendien had het vrij talrijke publiek alle gelegenheid het optreden van enkele uitblinkers te bewonderen.
Door ir. Ad van Emmenes
Die uitblinkers zaten het blijkt uit den uitslag, het blijkt uit de resultaten van beide clubs in deze competitie niet in de voorhoede, doch allen in de verdedigingen, hetgeen wel blijkt uit het feit, dat de 0-0 volkomen de verhouding weergeeft. Toegegeven, dat het aanvalsspel aan beide kanten heel matig was het afwerken was zelfs onvoldoende —, zoodat de achterhoeden het meestal niet moeilijk hadden, maar individueel deden sommige spelers toch wel zeer goed werk. Dat waren bij Blauw-Wit Ferwerda en Wilders, bij A.D.O. Choufoer en Loof. Blauw-Wit’s keeper heeft veel meer en zeker moeilijker werk gehad dan zijn overbuurman, want A.D.O.’s voorhoede heeft het vijandelijke doel ernstiger bedreigd dan Blauw-Wit dat van de Hagenaars, doch hij weerde zich schitterend en voorkwam een paar doelpunten, die "iedereen al telde". En Wilders, ditmaal door ontbreken van Weerman opgesteld op de plaats waar hij hoort, nl. rechtsachter, speelde heel kalm en rustig een zóó superieure partij, dat Blauw-Wit goed zal doen met hem geen experimenten meer uit te halen. Hij had voorts in Slot die veel meer moest loopen een hem volkomen waardig partner en men begrijpt, dat tegen dit achtertrio de doelpunten wel duur moesten zijn. Het Werd bovendien gesteund door een speltechnisch weliswaar vrij matige, maar snelle, actieve en goed verdedigende middenlinie, die de nieuwe samenstelling Ypma-Boscher-Pasman had, zoodat De Lange niet meer was opgenomen. Er was een goed verband tusschen achterhoede en middenlinie en over dit gedeelte van de ploeg behoeven de Amsterdammers zich niet ongerust te maken.
Hetzelfde geldt voor A.D.O., al was het complex van achterhoede en middenlinie wel iets minder sterk dan dat bij Blauw-Wit. Van Maren, die wegens griep ontbrak, werd ernstig gemist en het zal stellig een verzwakking voor de roodgroenen zijn als hij aan zijn voornemen om voor B.M.T. te gaan spelen, gevolg zal geven. Schijf verving hem niet onverdienstelijk, maar hij kon op de spilplaats Van Maren niet doen vergeten. Verder bereikte Toon Schurink, hoewel hij hard werkte, zijn vorm van het vorige seizoen ook nu niet. Verreweg de beste in de middenlinie was dus Rinus Loof, die heel wat aanvallen heeft onderbroken, doch die zijn neiging om tegenstanders te willen passeeren, moet onderdrukken. Dit dient ook gezegd van Choufoer, die voortreffelijk speelde en een even groot struikelblok was als Wilders aan de overzijde, doch die voor drijven en opdringen moet oppassen. Kool weerde zich, als steeds, goed, al is zeen wegtrappen nog steeds te veel in het wilde weg. Veel kans kreeg intusschen de voorhoede van Blauw-Wit niet en bepaald gevaarlijke schoten kreeg Koek niet op doel. Toch moest hij herhaaldelijk door actief optreden gevaarlijke situaties voorkomen en zoo was ook deze doelman zeen plaats volkomen waard.
Zoo was er dus nog heel wat meer te waarderen dan men uit de gesprekken na afloop zou opmaken, de voorhoeden echter lieten weinig plaats voor appreciatie. Bij de Zebra’s ontbrak Van Nol, die zijn club heeft verlaten en dat was stellig een verzwakking. Daarentegen speelde Westphal eindelijk weer eens mee, doch de gedwongen rustperiode bleek zijn spel geen goed te hebben gedaan. Vooral zijn schieten was zwak, een eigenschap overigens die hij met al zijn clubgenooten gemeen had. De nieuwe midvoor v. d. Veen b.v., die door z'n goede opstellen wel bewees dat er wat in hem steekt, schoot veel te weinig en dan nog slecht en ook van den hard-werkenden rechtervleugel v. Deene—Pais dreigde weinig gevaar, het Meest ging uit, zooals te verwachten was, van Bergman, die heel goede dingen deed, doch die bij de enkele kansen, welke hij kreeg, ook al te kort schoot. Hij moest het trouwens practisch gesproken, alleen doen en dat ging nu eenmaal niet. Deze linie zal voorloopig wel het zorgenkind van de Stadion-club blijven. Het scheppen van kansen kon er nog mee door, maar het benutten er van was totaal onvoldoende. Naar men zegt, is dat het moeilijkste onderdeel van het spel....
A.D.O. kan er van meepraten, want ook bij de rood-groenen liet de afwerking letterlijk alles te wenschen over. Toch schoten zij meer dan hun tegenstanders, hetgeen Ferwerda kan getuigen, maar in sommige gevallen had het schot ver buiten bereik van den kleinen Amsterdammer geplaatst kunnen worden. Berg was als’ spelverdeeler niet slecht, maar zeen spel was ditmaal allerminst productief en het leek wel alsof hij den strijd met de Amsterdamsche backs niet goed aandurfde, het Opstellen van Schijf in de middenlinie kwam de voorhoede ook niet ten goede, want zeen plaatsvervanger Clavan moge een aardig spelertje zijn, als binnenspeler is hij in zware wedstrijden als deze veel te klein en te licht. Vols kon de voorhoede ook al niet op gang brengen en daarbij komt nog, dat van de vleugels, van wie het nu bij de veelal in het centrum opgestelde backs had moeten komen, niet veel uitging. De Korte, die zich naast Wim Tap tot een goed speler ontwikkelde, is veel minder geworden en Ben Tap, die anders zoo nuttig werk kan doen, was nu geheel uit vorm. De voorhoede trof het niet, dat letterlijk elk foutje door Blauw-Wit’s verdediging werd uitgebuit, doch die foutjes hadden nu eenmaal achterwege moeten blijven.
Door het onvoldoende aanvalsspel en het ontbreken van doelpunten was de wedstrijd onbevredigend. Hoewel er nu en dan flink op den bal gezeten werd, liet de verstandhouding niets te wenschen over. een Overwinning verdiende geen van beide, al hebben ze allebei kansen genoeg gehad. Bepaalden tegenslag hadden ze maar weinig. Zoo schoot Berg in den aanyang tegen de lat en v. d. Veen deed later desgelijks bij een heel gemakkelijke kans, Blauw-Wit had méér van die kansen, daarentegen was A.D.O.’s aanval doortastender. Afwisselend hebben beide ploegen perioden gekend van groote meerderheid. De mooiste kans heeft Berg wel gehad, kort na rust, toen hij alleen vlak voor Ferwerda stond, doch nog tégen hem opschoot. Vrijwel alle spelers hebben op hun beurt kans gehad voor de goal, waarvan iedereen begreep dat die de winnende zou zijn. De hoekschopverhouding 6-8 wijst ook al op gering krachtsverschil. Blauw-Wit heeft steeds in dezelfde opstelling gespeeld, A.D.O. probeerde het na rust met een omgezetten rechtervleugel.