(van een onzer verslaggevers)
ADO heeft gisteren met haar gehavend elftal – wat werd het gemis van Clavan en schutter v.d. Zant gevoeld – de Zilveren Bal veroverd, maar er bestaat helaas geen reden to juichen over de wijze waarop dat is geschied. Want het spel van onze stadgenoten, die in aanvallend opzicht – ondanks de stromende regen – zo fris begonnen en op het zwaar te bespelen terrein het voordeel hadden, over lichtere spelers te beschikken dan Xerxes, bij wie velen moeilijk uit de voeten konden, zakten in de tweede helft, toen het gelukkig droog was geworden, zó af, dat de Rotterdammers vrijwel voortdurend het heft in handen konden nemen.
En de Maasstedelingen die, evenmin als ADO, krachten in de gelederen hadden die in staat waren om de opgezette aanvallen met een ferm schot te besluiten, zouden tenslotte in
de officiële speeltijd – niet onverdiend – op de zege en daardoor op het kostbare kleinood beslag hebben gelegd, wanneer de scheidsrecher Karel v.d. Meer, die terzijde werd gestaan door de als neutrale grensrechters fungerende arbiters Roomer en v.d. Kuil, niet een duidelijk handsgeval van Jans binnen de beruchte lijnen over het hoofd had gezien. Tenminste: indien de dan toegestane penalty in een doelpunt zou zijn omgezet, hetgeen nog de vraag is. Want, toen het einde met de stand 1-1 werd aangekondigd en de tweemaal 7½ minuut ook geen verandering op het score-bord bracht, strafschoppen dus de beslissing moesten brengen, bleek Xerxes daarin geen meester te zijn. Met als gevolg, dat de ADOérs er juichend en springend – doelman Kok werd daarbij op de schouders van elkele gelukkigen meegevoerd – zich naar de tribune konden begeven, om daar de Zilveren Bal in ontvangst te nemen.
Met traditie gebroken
Heeft dit tournooi zich gedurende een reeks van jaren steeds in goed weer mogen verheugen – ook op de twee eerste dagen is zulks dit jaar het geval geweest – gisteren is met deze traditie gebroken. Want in de eerst helft van deze eindstrijd viel er een aanhoudende, striemende regen, welke het spel ten zeerste bemoeilijkte en tot gevolg had, dat alleen de overdekte tribune dicht bezet was, terwijl de staantribunes, begrijpelijk, zeer grote open plekken vertoonden.
Het begin deed voor ADO het beste verwachten. Er werden – terwijl Xerxes er vrijwel niet aan te pas kwam, alleraardigste aanvallen opgezet, welke hun inleiding vonden in een handige pass van Mengelmans, die niet overdienstelijk op de linsbinnenplaats opereerde. Daarop gaf de handige, maar wat lichte, Verhoek een goede voorzet, gevolgd door een schot van de mee naar voren getrokken Karel Jansen, dat op zijn weg een hoofd van een Rotterdammer ontmoette. Ein de 5e minuut gaf Verhoek, dichtbij het doel gekomen – in plaats van zelf te schieten – de bal over aan midvoor Van Otterloo, die zó lang talmde met het lossen van een schot, dat de vijandelijke verdediging kon ingrijpen. Had v.d. Zant hier gestaan, ADO zou op dat moment de leiding hebben genomen!
Rijnvis scoorde
Ook nadien bleven onze stadgenoten, die voortdurend acht moesten slaan op de door Xerxes opengezette buitenspelval – afgezien van enkele uitvallen der Rotterdammers, waarbij reeds spoedig tot uiting kwam, dat het in de Haagse defensie niet altijd boterde – in het offensief, maar rechtsbuiten Neuteboom bleek in dit milieu niet meer thuis te horen en ook Van Otterloo bracht er als aanvalsleider weinig van terecht. En zo moest het tot de 15e minuut duren, eer dit overwicht in een doelpunt tot uitdrukking kon worden gebracht: Verhoek gaf van grote afstand een scherpe diagonale pass, welke door de toestormende Rijnvis met het rechterbeen bekroond werd met een schot, waarnaar Muhring tevergeefs uitviel (1-0). Dat de rood-groenen daarna niet nog meer goals scoorden, moet voor een groot deel geweten worden aan het slechte plaatsen, waaraan trouwens ook Xerxes zich bij voortduring bezondigde. Overigens mochten de blauw-wit gestreepten niet over geluk klagen, toen na een door Neuteboom genomen vrije schop linksback v.d. Valk bijna in eigen doel kopte – Muhring kon maar op het nippertje redding brengen – en de vele corners op hun veste niet al te best genomen werden.
Het werd gelijk
Tegen de rust namen de Rotterdammers het offensief over. Nadat, in de 25e minuut, een kopbal van rechtshalf Visser, uti een corner van de snelle, maar te zelfzuchtige Dame, door Aad de Jong met het hoofd uit een onbeschermde doelhoek was gewerkt, gingen de verre uittrappen van Muhring onophoudelijk verwarring stichten in de Haagse verdediging. Eenmaal – het was vijf minuten voor het verstrijken der eerste helft – verzuimde Jans bij zo’n verrre uittrap koppend in te grijpen, waardoor Dame op het ADO-doel kon afstevenen. Kok liet, als gevolg van de gladheid, diens schot glippen, waardoor rechtsbinnen Koning de bal gemakkelijk in het doen kon lopen (1-1).
De tweede helft
Reeds in de eerste minuut na rust loste Rijnvis een gloeiende kogel, welke ver buiten Muhrings bereik tegen de paal ketste, maar spoedig veranderde het spelbeeld volkomen en beheerste – doordat de ADO voorhoede weinig verheffends meer ten toon spreidde – Xerxes de strijd. In de 2t3 minut kwam Rijshouwer andermaal langs de Jong. Uit de daarop volgende voorzet loste midvoor Evertse een schot en sloeg Jans binnen het strafschopgebied de bal met de hand weg, doch scheidsrechter v.d. Meer liet doorspelen…. Wel zagen we daarop nog eens een handige manoeuvre van Rijnvis die tenslotte midvoor ging spelen en enkele (te scherpe) voorzetten van Verhoek (die het wel leren zal), maar de meerheid van Xerxes bleef tot het einde aanhouden. Evertse probeerde het, uit een corner, nog eens met een hard schot, doch Kok was op zijn qui-vive. En toen even later – nadat Van Rosmalen zich had moeten laten vervangen dor Bauman jr. die rechtshalf ging spelen, terwijl v.d. Hars naar de linksbackplaats verhuisde – de officiële speeltijd was verstreken, was de stand nog steeds 1-1.
Tijdens de verlenging leken Xerxes kansen aanvankelijk het best. Koning kreeg een kan, doch schoot naast en een schot van dezelfde speler vond Kok op zijn plaats. Toen van doel gewisseld was, noteerden wij echter een listige boogbal van Rijnvis, die door Muhring maar ternauwernood kon worden gestopt, gevolgd door handig solospel van Verhoek, die zijn scherpe omhaal tegen de lat zag belanden.
Penalties
Toén kwam de strafschoppen-sensatie: Baumans schot werd door Muhring gestopt. Verhoek knalde hoog in en ook Rijnvis beging geen fout. Waarop Xerxes aan de beurt kwam. Rijshouwer schoot naast; Koning vuurde tegen de paal….ADO juichte reeds, Maar Kok bleek zich vroegtijdig bewogen te hebben, waarop de trap moest worden overgenomen. Nu had Koning succes evenals v.d. Valk. Met als gevolg, dat beide partijen nóg eens drie penalties moesten nemen: Jans legde te veel naar rechts aan en schoot zacht langs de verkeerde kant van de paal. Rijnvis schoot weer raak en hetzelfde deed Verhoek.
Grote spanning heerste er, toen Xerxes eer aan de beurt kwam: Kok stopte het schot van Rijshouwer, óók dat van Koning en wéér juichte ADOl Maar nóg te vroeg, want andermaal bleek Kok bij het laatste schot niet aan de reglementaire bepalingen te hebben voldaan en moest deze trap worden overgenomen. Koning schoot toen naast, met als gevolg dat ADO eindelijk werkelijk reden tot juichen had! Dit was het sensationele slot van een Zilveren Bal-finale, die overigens spoedig uit de herinnering zal verdwijnen…