Schoenmaker heeft taak voor nieuwe ADO-directeur

'Noem een ruimte naar Piet de Zoete'

Als er lijstjes met ADO-iconen worden gemaakt valt de naam Piet de Zoete minder vaak dan bijvoorbeeld Aad Mansveld of Lex Immers. Onterecht, vindt Lex Schoenmaker. Hij heeft goede herinneringen aan zijn voormalig teamgenoot en wil de nieuwe directeur van ADO Den Haag, Natascha van Grinsven, meteen aan het werk zetten. 'Een ruimte in het ADO-stadion naar Piet noemen zou een goede eerste daad zijn.'

 

 

Schoenmaker prijst de man die als speler, coach, jeugdtrainer en bestuurder voor ADO actief was. 'Hij heeft sinds zijn zeventiende bijna ieder jaar wel iets voor ADO gedaan. Het zou niet misstaan als er in het stadion een vertrek naar hem vernoemd zou worden', denkt de oud-aanvaller van de Haagse club hardop. 'Ze hebben een trainerskamer naar Dick Advocaat vernoemd. Terwijl ik in leven en welzijn ben, is er een tribune naar mij genoemd. Je hebt ook de Aad Mansveld-tribune. Er zou daarom zeker een ruimte moeten komen die de naam van Piet draagt.'

'Je hebt de Ernst Happel Lounge', helpt de spits de nieuwe directeur alvast. 'Die is genoemd naar een goede trainer. Maar de andere kant van de lounge zouden ze wel naar hem mogen noemen. Dat is denk ik heel belangrijk voor zijn familie.'

 

 

 

Voor het eerst samen in Zweden

Schoenmaker onderstreept nog eens hoe belangrijk de overleden middenvelder voor ADO was. Ernst Happel haalde De Zoete in 1962 bij het eerste elftal en zo werd hij in de jaren daarna onderdeel van het gouden ADO dat zou uitgroeien tot de derde club van Nederland. Ook speelde de Haagse club in die jaren geregeld Europees.

Bij een van die continentale avonturen kreeg Lex Schoenmaker voor het eerst te maken met de middenvelder. 'Het was tijdens een wedstrijd in het intertototoernooi', gaat Schoenmaker terug naar de zomer van 1965. 'Ik ging mee naar Zweden en kwam in plaats van Aad Mansveld in het elftal. Toen moest De Zoete achterin spelen. Dat is mijn eerste gedachte aan hem. Het is al zo lang geleden!'

 

 

In de jaren die volgden speelden de twee 132 competitiewedstrijden samen bij de club van het Zuiderpark. 'Hij maakte zich altijd ondergeschikt aan het elftal', weet zijn oud-teamgenoot nog. 'Een uiterst begaafde en beschaafde speler. Hij maakte wel eens een overtreding, maar het viel in totaal allemaal wel mee. Hij was altijd beheerst en netjes.'

Die bescheidenheid was niet terug te zien op het trainingsveld. De Zoete moest begin jaren tachtig de taken van trainer Hans Kraay overnemen en kreeg toen Schoenmaker onder zijn hoede. 'Daar werd ik niet vrolijk van. Hij was zeer direct en zijn aanpak was vrij hard. Wel eerlijk. Het was een goed mens.'