Bron van dit artikel


Datum plaatsing: 10-07-2022 23:17:00

Roelof Luinge (67) steelt de show bij oefenwedstrijd Laakkwartier ADO Den Haag

'Vroeger pakte ik na duels van ADO Den Haag de microfoon'

De grootste publiekstrekker was zaterdag tijdens het traditionele oefenduel tussen Laakkwartier en ADO Den Haag niet een van de spelers, maar een oud-profscheidsrechter uit Drenthe. Roelof Luinge (67), met wie de ADO-supporters een speciale band hebben, stal als scheidsrechter de show.

tekst:  Stan Wagtman

Er verschijnt een brede grijns op het gelaat van Roelof Luinge, als hij zaterdag van het veld afloopt, net nadat hij een minuut of tien de tijd heeft genomen om te poseren met mensen die met hem op de foto willen. Een groepje Haagse supporters roept naar Luinge: ‘Jij komt Den Haag niet uit!’. Die draait zich stralend om, steekt zijn duim op en de mannen beginnen spontaan te juichen. "Man, dat is toch prachtig!”, reageert Luinge.

Menig scheidsrechter zou de teksten van de supporters als bedreigend hebben ervaren, maar de oud-profscheidsrechter uit Eelde geniet er juist van. De Haagse supporters kunnen bij hem dan ook maar weinig fout doen. "Ik kon altijd goed met de ADO Den Haag-supporters opschieten. En zij ook met mij, volgens mij.”


Normaal doen
Over de exacte reden daarvoor, gaan meerdere verhalen. Zo zou Luinge gedurende zijn carrière stiekem wel eens in het voordeel hebben gefloten van ADO, al is dat volgens de scheidsrechter zelf onzin (‘Ik floot altijd rechtvaardig en transparant’). De andere reden zou zijn dat de ADO-supporters zich simpelweg altijd goed met hem konden identificeren.

"Ik weet eigenlijk zeker dat dat de reden is. Ik heb al die jaren gewoon zoveel mogelijk tussen de mensen gestaan en ben altijd mezelf gebleven. Ik had richting het publiek altijd zoiets van: we zijn allemaal mensen, laten we gewoon normaal doen met z’n allen. Dat konden de supporters van ADO volgens mij wel waarderen.”

Steevast voerde Luinge tijdens zijn carrière zijn warming-up in het Zuiderpark recht voor Midden-Noord uit. Waar vele scheidsrechters die warming-up in hoog tempo uitvoeren om snel voor de ADO-tribune weg te zijn, blijft Luinge er het liefst zo lang mogelijk staan.


"Dan zwaaide ik, maakte ik een geintje of lachte ik wat naar het publiek. En dan begonnen ze me toe te zingen. Dat vond ik altijd mooi”, lacht Luinge. "Eén moment dat ik me altijd blijf herinneren, was dat er bij de warming-up voor een wedstrijd een keer een Mars op het veld lag en ik die aan de ADO-supporters liet zien. Toen ze dat doorhadden, lagen er opeens twaalf Marsen op het veld. We hebben met zijn allen hard gelachen. Zo’n relatie hadden we wel.”

De band wordt niet alleen voorafgaand en tijdens de wedstrijden versterkt. Ook door wat er na wedstrijden gebeurt, ontstaat een bijzondere connectie. Luinge blijft na wedstrijden, overigens net als bij iedere club, standaard hangen in het stadion, om een aantal biertjes te nuttigen.


Licht uit
"Ik laat me al mijn hele carrière door iemand naar wedstrijden rijden, zodat ik dat soort dingen kan doen. Ik bleef inderdaad ook vaak bij ADO hangen en deed daar geregeld het licht uit. Soms pakte ik dan ook nog de microfoon en zong ik De Vlieger van André Hazes. En ik ben ook wel eens na een wedstrijd Den Haag in gegaan. Dat waren mooie tijden.”

Als Luinge in 2010 stopt met fluiten in het betaald voetbal, mag hij zijn laatste competitiewedstrijd zelf uitkiezen. Over welke club de Drent nog wil fluiten, twijfelt hij niet lang. "Dat werd ADO, dat speelde tegen RKC. Ik wilde gewoon nog graag een wedstrijd van ADO fluiten, omdat ik me hier in Den Haag altijd gewaardeerd heb gevoeld.”

Cynisch
Dat bleek zaterdag ook wel weer. Dat hij een ADO-doelpunt van Thomas Verheydt zaterdag (overigens terecht) afkeurde vanwege hands, deerde niemand. De meest gewilde man voor een foto, was Luinge. Zelfs bij de mannen die hem even daarvoor nog nariepen. "Ach, of ze nu cynisch iets roepen dat ik Den Haag niet meer uitkom of ze juist een leuke opmerking maken, ik kan het allemaal hebben. De ADO-supporters en ik klikken gewoon goed.”