Bron van dit artikel


Datum plaatsing: 21-02-2011 21:29:00

Risee van de stad nu de trots van Den Haag

Supporters van ADO Den Haag hebben sinds dit seizoen hun waardigheid teruggekregen. Maar ideale schoonzonen zullen ADO-fans nooit worden.

„Kijk eens al die mensen. Mooi hè”, zegt Terence van der Toorn (40) als hij zijn auto richting een parkeerplaats bij het ADO-stadion stuurt. Rijen dik lopen ADO-supporters naar het tussen snelwegen en bedrijven ingeklemde stadion. Even daarvoor vertelde Van der Toorn dat hij tot zijn vreugde weer gezinnen bij ADO Den Haag ziet komen. „Ze hoorden allemaal negatieve verhalen, maar dat blijkt helemaal niet te kloppen.” Het is weer leuk en veilig om bij de Haagse club te komen – getuige de vele kinderen die kort voor het begin van het duel rond het stadion dartelen.

Zo is het lang niet geweest. ADO wist jarenlang voornamelijk wegens wangedrag van supporters het landelijke nieuws te halen. En ja, ook Van der Toorn heeft vroeger „genoeg relletjes getrapt”. Bij uitduels „sloopte je eerst de halve stad en daarna ging je een wedstrijdje kijken”. Zo ging dat, als ADO-supporter van het beruchte vak Midden-Noord. Als de politie zich daar begaf „kreeg die een draai om de oren”.
Rellen is er niet meer bij. „In het nieuwe stadion staan vijftien camera’s op je gericht. Alles is zo goed geregeld tegenwoordig.” Van der Toorn geniet nu van de volle tribunes, de goede sfeer en het vertoonde spel, dat ADO momenteel de vijfde plaats in de eredivisie oplevert. Een weelde die de club alleen in de jaren zeventig eerder kende. Maar voor Van der Toorn is dit het meest succesvolle seizoen ooit, met als hoogtepunten tot nu de overwinningen bij PSV, en vooral bij het gehate Ajax.
Van der Toorn komt al ruim dertig jaar bij FC Den Haag, zoals hij de club blijft noemen. Elke thuis- en uitwedstrijd is hij erbij met zijn zoon Dylan (15). Die gaat al sinds z’n vierde met zijn vader mee naar het stadion, toen nog op loopafstand in het Zuiderpark gelegen. In de slaapkamer van Dylan in de volkswijk Zuidwest is alles groen-geel en bedrukt met het clublogo: van het behang tot de gordijnen. Aan de muur hangen sjaals en aan het plafond shirtjes. Zijn trotste bezit is het shirt van het seizoen 2002/2003, toen ADO kampioen van de eerste divisie werd. In de stad ziet Van der Toorn senior steeds meer vaantjes, sjaals en vlaggen van ADO in het straatbeeld. Mensen die al jaren niet bij ADO zijn geweest komen nu weer geregeld naar het stadion. ADO leeft weer in Den Haag. De ‘slapende reus’, die ADO volgens de clubleiding is met een potentieel achterland van een miljoen mensen, lijkt te ontwaken. Voorzichtig dromen de Haagse supporters van Europees voetbal, ook na de 2-2 tegen Feyenoord van gisteren. Dick Gunters (73), die al sinds eind jaren vijftig bij ADO komt, lepelt de roemruchte namen uit de rijke clubhistorie op: spelers als Korevaar, Thie, Van Leeuwen en trainers als Happel, Ježek en Boškov. Maar ook de huidige ploeg herbergt de nodige (potentiële) topspelers, vinden de trouwe supporters.

Natuurlijk dragen zij het Russische fenomeen Dmitry Boelykin(zestien goals) op handen, maar ook middenvelder Jens Toornstra, die twee jaar geleden nog bij de amateurs van Alphense Boys speelde, kan veel ADO-fans bekoren. „Die jongen heeft drie longen, blijft gaan. Hij gaat het Nederlands elftal halen, zegt Terence van der Toorn. En de huidige trainer, John van den Brom, is een „geweldenaar”, vindt Gunters. De bedaagde en bedeesd sprekende Gunters, in niets het prototype voetbalsupporter, heeft in het verleden van mensen van buiten de stad vaak genoeg moeten horen dat „het een zootje is bij jullie in Den Haag”. Hij heeft zich er nooit veel van aangetrokken. Maar hij is wel blij dat ADO nu positief in het nieuws is. Dat komt volgens hem mede doordat het club- en stadsbestuur de supporters serieus nemen. Tijdens een maandelijks overleg, waar Gunters ook bij aanschuift, kunnen de fans hun wensen kenbaar maken.

En die worden vaak ingewilligd. Zo mogen supporters weer een biertje drinken tijdens de wedstrijden. Ze wilden een eigen plek nabij het stadion en kregen prompt een supportershome. „Het is geven en nemen, dat begrijpt de clubleiding. Daarom gaat het al een paar jaar goed”, vindt Van der Toorn.

Maar ideale schoonzonen zullen de supporters van ADO waarschijnlijk nooit worden, getuige de vuurwerkbommen en andere attributen die gisteren vanuit supportersvak Midden-Noord op het veld werden gegooid. Grote incidenten hebben zich sinds 2006, toen een grote groep supporters het veld betrad om het vertrek van trainer Adelaar te eisen, niet meer voorgedaan. Gunters: „Vroeger was ADO een smet op de stad, nu is de club reclame voor Den Haag.”