Bron van dit artikel


Datum plaatsing: 14-06-2007 14:10:00

Promoveren en professionaliseren

Pittige opdracht voor Vloet

Met het aantrekken van Wiljan Vloet heeft ADO Den Haag een goede slag geslagen. De 44-jarige oefenmeester heeft zijn sporen verdiend in het betaalde voetbal. Discipline en professionaliteit staan bij hem hoog in het vaandel. Hij kan dus meteen vol aan de bak.

Tekst: Arnout Verzijl
 

Een imago wordt je vaak aangemeten. Zeker in de voetbalwereld, waar te pas en te onpas totaal tegenstrijdige waarheden worden verkondigd. Wiljan Vloet weet er alles van. Als geen ander heeft hij moeten vechten tegen het dogma van de praktijktrainer. Met name Johan Derksen vindt een trainer al bij voorbaat ongeschikt als deze geen voetbalervaring op het hoogste niveau meebrengt. Het is een ellenlange en onzinnige discussie, veelal gevoerd door nobody’s. Het maakt het werken er niet gemakkelijker op. Door de jaren heen heeft de nieuwe ADO-trainer geleerd zijn energie er zo min mogelijk aan te verspillen. De enige juiste manier om er mee om te gaan.

Het positioneren van Vloet als trainer, is uiteindelijk door hemzelf gedaan. Hij deed ervaring op bij de amateurclubs Heusden, Dijka Steenwijk, JVC’31 Sparta’25 en Rosmalen, alvorens in 1999 Hoofd Jeugdopleidingen te worden bij FC Den Bosch. In 2001 slaagde hij er bijna in, als grote onbekende van alle eredivisietrainers dat jaar, die club op het hoogste niveau te houden. Het leverde hem een aanstelling op bij Roda JC. Geen gemakkelijke club om te werken. Na drie seizoenen verkaste Vloet naar Sparta. In twee jaar tijd maakte hij van de bejaarde traditieclub weer een frisse Eredivisionist met een zonnig perspectief. Sparta handhaafde zich twee jaar zonder het spelen van de nacompetitie. Wie zijn cv goed leest, ziet naast sportieve resultaten nog een opmerkelijke trend: het professionaliseren van de organisatie. ‘Een trainer moet ook kunnen managen’, is een gevleugelde uitspraak van Vloet.

Voordat hij operationeel werd in het betaalde voetbal, werkte Vloet met zeer moeilijk opvoedbare jongeren. Discipline, duidelijkheid én een intelligente manier van aanpak, waren noodzakelijke voorwaarden om te slagen in het sociale traject. Die eigenschappen projecteert hij ook als trainer op zijn elftal. In Den Haag komt die ervaring hem zeer van pas.

Openheid

In tegenstelling tot vrijwel alle andere BVO’s in Nederland, heeft ADO Den Haag minder last van een kritische pers dan van de eigen aanhang. Ondanks de dramatische sportieve ontwikkelingen afgelopen seizoen, bleef het vanuit de media opvallend rustig. De supportersproblematiek bereikte dit jaar echter een dieptepunt. Je kunt stellen dat de verantwoordelijken voor de sportieve malaise hierachter een makkelijke schuilplaats vonden. Feit is dat de band tussen club en fans nog nooit zo slecht is geweest als in de laatste maanden. Daar is natuurlijk een heel traject aan voorafgegaan. Supporters die hun club zagen afglijden, werden niet aangehoord. Directie en commissarissen hielden zich Oost-Indisch doof, met grote onlusten tot gevolg. Van beide kanten valt dat niet goed te praten.

Op dit vlak komt de ervaring van Vloet als geroepen. De verwijdering die er heeft plaatsgevonden, wil hij aanpakken door een nieuwe openheid te prediken. ,,Een club moet pas nieuws brengen, als het echt nieuws is. Helaas lekt er veel uit in de voetballerij. Dat is iets wat ik heb geprobeerd binnen te houden bij Sparta en dat is gelukt. Wat dat betreft is Sparta in redelijk rustig vaarwater terechtgekomen. Dat ga ik bij ADO ook doen, zonder dat we het publiek iets onthouden. Zodat de mensen inzicht krijgen in wat er achter de schermen gebeurt: dit doen we en daarom doen we het. Het publiek ziet normaal alleen de zeventien thuiswedstrijden en niet wat er verder allemaal gebeurt. Dat inzicht wil ik verbreden, al is het maar via een weekschema, dan de fans weten wanneer ze naar de trainingen kunnen komen kijken.”

Vloet is zich bewust van de noodzaak van een goede band met de supporters. Je moet de eigen fans juist stimuleren en begrijpen, in plaats van ze te kleineren en proberen op te hokken: ,,Haags voetbal is een stukje bluf. Ik heb bij Sparta met Ricky Van den Bergh gewerkt. Een jongen met een grote mond, uiterlijk vertoon, maar in principe wel met een klein hartje. Daar moet je doorheen kijken. Vaak zeggen mensen ‘ADO oei oei oei’.  Dat is slechts de buitenkant. De binnenkant is anders. Ik heb gemerkt dat als je in Den Haag wat geeft, je het ook terugkrijgt. In mijn prevoetbal periode, toen ik nog in de hulpverlening zat, heb ik met Haagse jongens gewerkt. Recht door zee, een beetje Ciske de Rat types. Door duidelijkheid te creëren, kregen ze rust. Dat moet ook in de speelwijze terugkomen. Wij gaan straks spelen om te winnen én om het publiek te vermaken. De wisselwerking met het publiek hoort bij deze club. ADO wil winnen en dat mag op veel manieren. Zolang er maar, hoe zingen ze dat zo mooi ‘schuim op die monden staat’ (schuim op die bekken, red.). Dat is Den Haag. Ze willen hard werken zien, onverzettelijkheid, Haagse bluf dus een stukje schoonheid. Daar gaan we voor.”

Volksclub

Ondanks het feit dat er bij ADO Den Haag veel spelers rondlopen met een doorlopend contract, staat de selectie van de club voor komend seizoen allerminst vast. Laurent Delorge is al weg – naar Ajax – en aan diverse andere spelers wordt getrokken. Vloet wil en gaat op zoek naar voetballers die passen bij het karakter van ADO Den Haag. Een volksclub heeft volkse jongens nodig. In het ideaalplaatje spelen er straks elf Hagenezen in het nieuwe stadion in het Forepark. Realistisch is dat uiteraard niet. Vloet: ,,Echt Haagse spelers verzamelen, is natuurlijk moeilijk. We hebben te maken met contracten en dergelijke. ADO beschikt over zo’n grote en goede jeugdopleiding, daarvan moeten er spelers doorschuiven naar het eerste elftal. Dat wordt voor mij absoluut een issue. Daar komt bij dat je niet altijd Haagse spelers hoeft te halen, zolang ze maar passen bij ADO Den Haag en dus de kenmerken bezitten van het spelen bij een volksclub. Denk bijvoorbeeld aan Peter Hofstede, die kwam niet uit Den Haag maar kreeg wel de waardering. Hij nam het voortouw, knokte ervoor. Dat spreekt aan.”

Welke spelers er op 3 juli ook op de eerste training verschijnen, feit is dat de organisatie dan staat als een huis. ADO Den Haag gaat komend seizoen trainen in Het Zuiderpark. Vanaf het moment dat zijn aanstelling rond was, is Vloet begonnen met de voorbereidingen. In zijn streven naar perfectie is professionalisering onontbeerlijk. De club is op de hoogte van dit streven en is bereid er in mee te gaan. De belangrijkste opdracht die ADO Den Haag de nieuwe trainer meegaf, is zo snel mogelijk terug te keren naar de Eredivisie. Daarnaast moet Vloet op technisch en organisatorisch gebied gaan professionaliseren. Wat dat betreft ligt er een hoop werk op hem te wachten. Algemeen directeur Piet van der Pol ligt niet goed bij de achterban, omdat hij de organisatie juist op eerste divisieniveau zou brengen. Zowel binnen de zakelijke als de technische kant, helpt hij vriendjes uit zijn periode bij Stormvogels/Telstar aan werk in de residentie. Onder meer door Toon Beijer aan te stellen als hoofdscout. Aangezien er tot voor kort amper een scoutingapparaat voorhanden was in Den Haag, is het goed dat dit traject in gang wordt gezet. Vloet: ,,Scouting is heel belangrijk. Dat valt onder technisch manager Peter Hofstede. Ik wist af van het aanstellen van Beijer. Dat is iets des clubs. Trainers zijn passanten. Een club moet beleid uitvoeren en naar buiten uitstralen waar het naar toe wil. Ze mogen mij helemaal uitknijpen als een spons, ik heb veel ervaring, kennis en dat mogen ze overal voor gebruiken. Het allerbelangrijkste voor de hoofd scouting is, dat hij een beeld krijgt van wat een Haagse voetballer is. Wat zijn de kenmerken? Dat scheelt een hele rits aan spelers scouten, die Den Haag toch niet zoekt.”