w | g | v | p | |||
---|---|---|---|---|---|---|
1 | EXC | 14 | 9 | 2 | 3 | 29 |
2 | HEL | 14 | 8 | 3 | 3 | 27 |
3 | GRA | 14 | 7 | 5 | 2 | 26 |
4 | VOL | 14 | 8 | 2 | 4 | 26 |
5 | DBO | 14 | 7 | 4 | 3 | 25 |
6 | DOR | 14 | 7 | 4 | 3 | 25 |
7 | EMM | 14 | 7 | 3 | 4 | 24 |
8 | CAM | 14 | 7 | 1 | 6 | 22 |
9 | TEL | 15 | 5 | 7 | 3 | 22 |
10 | ADO | 14 | 5 | 6 | 3 | 21 |
11 | RJC | 14 | 5 | 5 | 4 | 20 |
12 | JAZ | 14 | 5 | 2 | 7 | 17 |
13 | TOP | 14 | 4 | 4 | 6 | 16 |
14 | EIN | 15 | 4 | 4 | 7 | 16 |
15 | JPS | 14 | 4 | 2 | 8 | 14 |
16 | MVV | 15 | 2 | 7 | 6 | 13 |
17 | JAJ | 14 | 2 | 6 | 6 | 12 |
18 | VVV | 15 | 3 | 2 | 10 | 11 |
19 | JUT | 14 | 1 | 5 | 8 | 8 |
20 | VIT | 14 | 2 | 6 | 6 | 6 |
Aan die eerste wedstrijd in het eerste elftal bewaarde de toen 17 jarige Piet geen goede herinneringen. In het Olympisch stadion werd het na een 2-0 ruststand uiteindelijk 2-1 eindstand in het voordeel van de thuisclub Ajax. Na die wedstrijd moest hij nog een jaartje in het tweede elftal “rijpen” alvorens de elftalcommissie hem weer in het eerste elftal opstelde.
Op 31 januari 1920 werd Piet geboren in Woerden. “Alleen geboren hoor! Daarna zijn we direct naar Den Haag verhuisd en daar heb ik mijn hele jeugd doorgebracht” aldus de oud aanvaller.
Waar in Den Haag heeft u uw jeugd door gebracht?
“We woonden aan de 's-Gravenzandelaan daar zaten we ook op school. Als we naar school gingen hadden we altijd wel een balletje bij ons zodat we op straat konden voetballen. Er waren in die tijd natuurlijk nog niet zoveel auto als nu dus kon dat gewoon, midden op 's-Gravenzandelaan voetballen. Dat hoef je nu niet meer te proberen.”
“Bij de Monstersestraat had je een een veldje liggen. Gewoon een stuk braak liggend terrein. Daar ging ik samen met mijn broertje Joop en andere jongens uit de buurt ook vaak voetballen. En als we dan uitgevoetbald waren zaten we natuurlijk helemaal onder het vuil en zand, Dan liepen we even gauw naar de Loosduinsekade en wasten daar gauw onze sokken uit in het water, anders kregen we van onze moeder op ons donder.
In het weekend gingen we dan via de Schalkburgerstraat naar het Zuiderpark om op de speelweide te voetballen”
En daar bent u toen door een scout van A.D.O. ontdekt?
“Welnee joh, dat had je toen allemaal nog niet. In 1931 nam mijn vader me een keer mee naar het Zuiderpark. Doordat hij zelf op hoog niveau scheidsrechter was kende hij veel mensen in de voetballerij en dus ook bij A.D.O. en hij zorgde er voor dat ik als 11-jarig knulletje lid mocht worden en zo ben ik dus bij A.D.O. gekomen. Later is mijn broer Joop ook lid geworden."
Wie waren uw trainers bij A.D.O. en wat heeft u van ze geleerd ?
“Toen ik bij A.D.O. kwam was John Donaghy, een Engelsman, de trainer. Die gaf aan alle elftallen training, ook alle jeugdelftallen. Hij is een goed jaar nadat ik er gekomen ben al weggegaan. Toen kwam Otto Höss een Oostenrijker, een hele fijne vent. Die heeft de hele jeugdopleiding bij ADO op poten gezet.
Hij deed een oefening voor op de training en die moest je net zolang gaan oefenen tot je hem goed deed. En als je niet goed je best deed of even stond te niks schopte hij van 10 meter een bal tegen je rug aan. In die jaren werden we met zowat alle jeugdelftallen kampioen.”
Dus de clubnaam Alles Door Oefening werd eer aangedaan?
“Ja met recht Alles Door Oefening. Echt het was een hele goeie trainer, de beste die ik ooit heb gehad. Alles wat ik als voetballer geleerd heb ik heb van Otto Höss geleerd.
“Na de oorlog hebben ze hem nog een keer teruggevraagd maar daar had hij toen geen zin meer in. Hij was midden 50, zat weer in Wenen bij zijn oude club Wiener Sport Verein en daar had hij het goed naar zijn zin. Later heeft hij er wel voor gezorgd dat Franz Gutkaz en nog later Ernst Happel bij ADO kwamen”
“Na Höss kwam Wim Tap, dat was zelf een hele goede voetballer bij A.D.O. geweest, die heeft nog in het Nederlandse elftal gespeeld. Een goeie trainer en je best kon best met hem lachen. In die periode wilde de club ook dat er verjongd werd en toe kwamen Aad van Kampen en ik over van het tweede elftal en mochten we met de groten mee doen”
“We hadden toen ook nog Nico den Doelder die was verdediger, maar hij had hele slechte ogen. En dan wilde het weleens gebeuren dat hij teruggespeelde op onze keeper, maar omdat hij het zo slecht zag schoot hij af en toe in ons eigen goal. Die heeft het eerste elftal dus nooit gehaald. Later is hij nog wel voorzitter van A.D.O. geworden.”
U mocht uiteindelijk in het grote A.D.O. debuteren.
“Inderdaad, dat was in 1937 uit bij Ajax in het Olympisch Stadion, we verloren met 2-1. Daarna moest ik tot het seizoen 1939-1940 wachten voor ik weer in het eerste mocht spelen.
Dat was een best seizoen hoor. We wonnen met 6-2 van K.F.C. Mijn broer Joop maakte het eerste doelpunt en Eli de Heer maakte er 3 en ik 2. De week er op speelden we uit bij D.W.S. 0-4, en later 5-1 tegen Stormvogels en bij D.O.S. in Utrecht wonnen we met 2-7. En in een uitverkocht Zuiderpark wonnen we met 2-1 van Ajax, scoorde ik beide doelpunten. Dat maakte voor mij die eerste wedstrijd uit '37 weer goed. We werden uiteindelijk tweede achter Blauw Wit.”
“En het seizoen daarop was er voor mij geen gein aan. We speelden het Zilveren bal toernooi bij Sparta op het Kasteel. Daar waren we met z'n allen vanuit het Zuiderpark op de fiets naar toe gereden. En in de wedstrijd tegen C.V.V. heb ik toen mijn knie beschadigd, dat seizoen heb ik niet meer gespeeld. Pas de zomer daarop was mijn knie genezen. Heel raar met mijn vrienden had ik de hele dag op het strand in het hete zand gelegen en geloof het of niet: maar daarna was mijn blessure over.”
En dus op naar het eerste kampioenschap.
“Ja dat eerste kampioensjaar. Het draaide gewoon lekker, we wonnen dat seizoen 11 van de 18 wedstrijden. Thuis wonnen we opnieuw van Ajax, we wonnen uit en thuis van Feijenoord. In de krant hadden ze het over de doelpuntenfabriek Eversteijn. Mijn broer Joop maakte geloof ik 19 en ik 17 doelpunten. Daarna mochten we de kampioenscompetitie spelen tegen Heerenveen, Eindhoven, Blauw Wit en AGOVV. Die laatste wedstrijd in het Zuiderpark was me d'r eentje hoor, er zaten veel meer mensen op de tribunes dan er plaatsen waren. AGOVV stond met 1-2 voor en wij wonnen uiteindelijk met 5-2. Dat was één groot feest.”
lees hier deel 2 van het interview Piet-Eversteijn-90-jaar-and-still-going-strong-(2)