w | g | v | p | |||
---|---|---|---|---|---|---|
1 | EXC | 14 | 9 | 2 | 3 | 29 |
2 | HEL | 14 | 8 | 3 | 3 | 27 |
3 | GRA | 14 | 7 | 5 | 2 | 26 |
4 | VOL | 14 | 8 | 2 | 4 | 26 |
5 | DBO | 14 | 7 | 4 | 3 | 25 |
6 | DOR | 14 | 7 | 4 | 3 | 25 |
7 | EMM | 14 | 7 | 3 | 4 | 24 |
8 | CAM | 14 | 7 | 1 | 6 | 22 |
9 | TEL | 15 | 5 | 7 | 3 | 22 |
10 | ADO | 14 | 5 | 6 | 3 | 21 |
11 | RJC | 14 | 5 | 5 | 4 | 20 |
12 | JAZ | 14 | 5 | 2 | 7 | 17 |
13 | TOP | 14 | 4 | 4 | 6 | 16 |
14 | EIN | 15 | 4 | 4 | 7 | 16 |
15 | JPS | 14 | 4 | 2 | 8 | 14 |
16 | MVV | 15 | 2 | 7 | 6 | 13 |
17 | JAJ | 14 | 2 | 6 | 6 | 12 |
18 | VVV | 15 | 3 | 2 | 10 | 11 |
19 | JUT | 14 | 1 | 5 | 8 | 8 |
20 | VIT | 14 | 2 | 6 | 6 | 6 |
Een mooi levensloopverhaal van voetbalspeler/journalist/bestuurslid en archivaris Frans Leermakers op Haaglandenvoetbal.nl
tekst: Tom Clavan
Op zondag 27 augustus 1950 rond koffietijd konden Alida Bakker en Antonie Leermakers hun nieuwe aanwinst verwelkomen door de geboorte van Jean François. Deze geboorte vond plaats boven de steenhouwerij van opa Bakker in de Waldorpstraat 34 A en wel op de tweede etage in de kamer van het rechter raam. Pa en ma Leermakers hadden reeds een zoon George, die in 1943 geboren was.
Menig rood/groene kwam hier later dikwijls om een “bakkie” te doen, daar volle neven Arie Bakker en broer Nelis de steenhouwerij van opa Bakker hadden overgenomen en Arie natuurlijk een volbloed ADO’er was en dit zeer gezellig vond.
Toen Frans bijna drie jaar was, verhuisde het gezin Leermakers in augustus 1953 naar de Beatrijsstraat. De kleuterschool bezocht hij aanvankelijk in de Winterweg, maar daar deze school nu niet bepaald datgene was, waar pa en ma op hadden gehoopt, ging hij over naar de kleuterschool in de Vierheemskinderenstraat. Na schooltijd was het natuurlijk buitenspelen, waar volop geknikkerd werd. De lagere school bezocht Frans in de Rederijkerstraat, maar daar hij slechthorend was, bleek het klassikale systeem moeilijk voor hem te volgen. Hij ging daarom naar de Cor Emousschool in de Nieuwe Schoolstraat, die gespecialiseerd was in meer persoonlijk aandacht en waar hij leerde omgaan met zijn handicap, wat later van groot belang was. Het buitenspelen m.n. het voetballen na schooltijd was zijn lust en zijn leven. Moeder Alida had speciaal een keeperstrui voor hem gebreid.
Behalve in de straat werd er ook op het landje bij de Immanuelkerk gevoetbald. Hij voetbalde o.a. met buurjongen Gerard Snijders, die later in de betaalde jeugd van ADO speelde. Deze speler zou geleidelijk aan naar het eerste gaan, maar mocht van zijn vriendin, die van christelijke huize was, niet op zondag spelen. Wat ADO’s manager Eddie Hartmann ook probeerde, het lukte hem niet deze zeer getalenteerde speler over te halen. Gerard stapte over naar Die Haghe.
Zijn passie voor ADO
Op tweede kerstdag 1956 mocht Frans, na langdurig zeuren, mee naar het ADO- stadion waar de wedstrijd ADO-Volendam voor de beker werd gespeeld. Hij was zo geïmponeerd door het stadion, dat hij bij thuiskomst direct met Lego het stadion begon na te bouwen. Hierna heeft hij bijna geen thuiswedstrijd van ADO meer overgeslagen. Zijn grote voorbeeld was zijn volle neef Arie. De datum 16 april 1961 staat in zijn geheugen gegrift. Arie moest, nadat zij de vorige dag oma Bakker hadden begraven, invallen voor Martin van Vianen tegen Ajax.
Pa Leermakers zag aanvankelijk niets in voetbal voor Frans en meldde hem in 1962 aan bij de handbalvereniging Turnlust. In de winter werd er zaalhandbal gespeeld op Houtrust. Daar de voetbalvelden in de winter van 1962/63 onbespeelbaar waren gingen o.a. Michel v.d. Loop, Harry Vos, Tonny v.d. Voorn en Dick Advocaat op aanraden van Happel ook in de zaal handballen, waar het doelpunt met een kopbal werd geïntroduceerd. Hier kwam veel publiek op af.
Wel deed Frans rond Pasen 1962 mee met het schoolteam aan het schoolvoetbaltoernooi op Ockenburgh, met welk team hij de eerste prijs behaalde. De prijs werd uitgereikt aan Louis Behre. Na de lagere school ging Frans naar de MULO, die ook in de Cor Emousschool was gevestigd. Deze school was inmiddels verhuisd naar de Goudenregenstraat 36.
Om nooit meer bij ADO weg te gaan
In 1964 moest hij naar het seniorenhandbal, waar na de winter het veldhandbal begon. Dit was 11 tegen 11. Hier vond hij niets aan en zijn passie voor het voetbal ging boven alles. Hij meldde zich aan bij Maarten Bliek in de Monstersestraat 138. Hij werd opgesteld in ADO 15 bij de B-junioren, waar hij als leider ome Henk Mansveld kreeg. Zijn debuutwedstrijd was op 23 januari 1965 uit tegen DUNO. Ome Henk zei vooraf tegen hem: ‘Ga jij maar linksbuiten staan en ik verwacht alleen maar doelpunten van jou. De eerste bal, die hij kreeg schopte hij hoog richting doel. Daar de keeper gehinderd werd door de laagstaande zon en daar vol inkeek, miste hij die bal en deze plofte in de goal. Na de rust gaf Frans een assist en werd het 0-2, wat tevens de einduitslag was. Hij geeft zelf aan, dat hij met deze twee wapenfeiten wel al zijn kruit voor zijn verdere carrière bij ADO qua voetbal had verschoten. Een week later werd hij opgesteld in ADO 16 , waar de vader van Rolf Tap leider van was. Toen hij over moest naar de A-jeugd, werden er in de zomer selectiewedstrijden georganiseerd, waarbij o.a. de heren Roonder en Verlegh beoordeelden, of je geschikt was voor één van de selectie-elftallen, of dat je verder voor je plezier bij ADO kon blijven voetballen. Het hoeft geen betoog, dat Frans bij de laatste categorie hoorde en speelde met veel genoegen in de laagste teams van de A.
Op de MULO ging het best goed. Al tijdens zijn lagere schooltijd maakte hij Hans Verbeek, die hij al van ADO kende, mee als stagiaire (destijds hospitant geheten). Hans zou later in Rotterdam leerkracht worden voor slechthorenden. Op 17-jarige leeftijd slaagde hij voor zijn MULO A met wiskunde. Leergierige Frans wilde verder en ging naar de GMHDS (Gemeentelijke Middelbare Handels Dag School) in de Waldeck Pyrmontkade, waar hij in de derde klas kwam. Daar dit weer klassikaal was, was dit een gigantische overgang (i.v.m. zijn gehoor) en moest hij behoorlijk aanpoten, om alles te kunnen volgen. Deze tweejarige opleiding rondde hij in 1970 af met het diploma. Inmiddels was hij overgegaan naar het seniorenvoetbal en zoals hij zelf al verwachtte, kwam hij in lagere elftallen te voetballen.
Van links naar rechts op de foto van ADO 10 eind jaren zestig : Molleman, Van der Spek, Van Krieken, Frans, Van den Bogaerde, O. Kouer en Beck. Zittend van links naar rechts: Schermer, Kipp, Tap, Van Bijsterveld, Tromp en Wubben. Op de achtergrond de Volkswagen (Kever) van Nico van der Hoek. Nico van der Hoek had nog een “aardige “ opmerking tegen Frans: ‘Heb jij gevoetbald ? Oh, met in het veld staan heb je het belangrijkste wel gehad.’ Hij ging er van uit, dat Frans erg beledigd zou reageren, maar deze antwoordde: ‘Ik ben het ONTroerend met U eens.
ADO Post
In 1970 ging Frans mee met ADO 10 voor een vriendschappelijke wedstrijd tegen Blerick. Op de terugweg zat hij naast Jos Boer in de bus, die als bestuurslid was meegegaan. Deze vroeg aan hem, wat hij later wilde worden. Prompt gaf Frans aan, dat hij sportjournalist wilde worden. Jos zei, dan begin je toch stukjes te schrijven voor de ADO Post. Frans reageerde niet direct erg positief, want hij vroeg zich af, of de mensen dit wel leuk vonden. Daarop zei Jos, dat als je het niet doet, je het nooit zal weten. In die tijd werd het maandblad opgeheven en kwam de wekelijkse ADO Post er voor in de plaats o.l.v. Wim Buijs. Frans werd steeds enthousiaster en wilde dit wel gaan doen. Onderstaande brief viel bij Frans op de mat.
Frans ging toen voor de ADO Post stukjes schrijven en interviews afnemen. Er gingen deuren voor hem open. Hij mocht in de bestuurskamer komen en de frisdrank was gratis. Hij wist niet wat hem overkwam en vroeg aan een bestuurslid, wie dat allemaal betaalde. Er werd geantwoord, dat dit door de contributie werd geregeld en hij vroeg zich af, of dit zo maar kon. Eén van zijn eerste interviews was met Ron Monnee. Zie foto.
We keren weer even terug naar zijn schooltijd. Nadat hij zijn diploma van de GMHDS had behaald, kon hij op dezelfde school ook de HBS volgen en kwam in de 5e klas. Ondanks zijn bezigheden voor de ADO Post en school bleef hij wel voetballen en werd met ADO 10 in het voorjaar van 1971 kampioen
Nadat Frans ook de HBS A met goed gevolg had doorlopen, plakte hij er nog een jaar aan vast om praktijkdiploma’s Frans, Duits, Engels, Spaans, steno en typen te halen. Het zou een bijzonder jaar voor Frans worden. Vader Antonie moest tapijten leggen bij Het Vaderland en kwam in gesprek met Frans Bersch, chef sport bij deze krant en gooide een balletje op voor zoon Frans. Het resultaat was, dat Frans als freelance medewerker de amateurwedstrijden mocht bezoeken en werd vaste verslaggever van wedstrijden van DHC. Zijn eerste verslag schreef hij over DHC-DHL op 12 september 1971.
Eerste officiële verslag van FC Den Haag
Men was zo tevreden bij de krant, dat John Linse in november bij hem voor de deur stond en hem vroeg, of hij een verslag wilde maken van de wedstrijd MVV-FC Den Haag, daar Frans Bersch naar Feyenoord-Twente moest en John Linse zelf naar Utrecht-Ajax. Uiteraard zei Frans hier geen nee tegen en er moest op zaterdagochtend nog een perskaart voor hem gemaakt worden.
Frans ging om 09.00 op zondagochtend eerst met de trein naar Utrecht, waarna hij overstapte op de trein naar Maastricht. Na de wedstrijd kwam hij ’s avonds om negen uur op de redactie en moest vervolgens zijn verslag gaan uitwerken. Daar hij nog niet zo bedreven was in het typen, duurde het verslag uren, voordat dit klaar was. Midden in de nacht bracht John hem met zijn Kever weer thuis. Van de schoolleiding had hij te horen gekregen, dat hij op maandagochtend een paar uur later op school mocht komen. Toen hij de klas binnen kwam, hadden zijn klasgenoten en de leraar Het Vaderland voor zich met het verslag van Frans. Dit ontroerde hem zeer. Dat Frans, ondanks zijn ADO-hart, objectief was als verslaggever, blijkt wel uit de kop van zijn eerste verslag:
Voordat hij dat jaar examen deed, wat hij overigens met goed gevolg aflegde, kreeg hij al een vaste aanstelling bij Het Vaderland. Deze baan ging officieel in op 1 november 1972.
Toch wilde hij graag blijven voetballen en sprak met de elftalcommissie onder leiding van Koos van der Bijl senior af, dat hij dan alleen om 10.00 uur kon voetballen. Ook dit leverde op een gegeven moment een enorme promotie voor hem op. Hij mocht om 10.00 uur meedoen met het vijfde, hoewel hij normaal in het 10e of 11e speelde. Hij werd opgesteld als linksachter naast Jan Koning. Jan was een technische voetballer met veel inzicht en gaf Frans het gevoel door zijn aanwijzingen, dat zelfs Frans goed kon voetballen.
In augustus 1972 werd de eerste FC Den Haag-ADO pocket gepresenteerd, waarvoor Frans ook meeschreef. De presentatie vond plaats in het paviljoen van het zwembad Zuiderpark. Karel Borsboom en de heer Looij hadden voor een financiële ondersteuning gezorgd, om het pocketboekje te realiseren.
Hoewel het grootste gedeelte van de journalistiek het voetbal betrof, maakte hij ook een verslag op 6 januari 1973 over schaatsen van de wilde bond ISSL. Op De Uithof werden de eerste wedstrijden voor profs om de World Cup gehouden. Kees Verkerk, Jan Bols, Ard Schenk en Eddie Verheijen troonden met trots de trofee.
Eind 1973 was het voetballen niet meer te combineren met zijn werk als journalist. Hij was 24 uur bezig met altijd maar op zoek gaan naar nieuws en hij kreeg de eindredactie over de amateursport. Wel bleef hij wat ADO betreft er zeer bij betrokken. In het seizoen 1977-1978 werd hij door Rob Hermanie gevraagd om in de jubileumcommissie onder leiding van Floor van der Laar plaats te nemen in verband met het 75-jarig bestaan van ADO. Frans schreef naar aanleiding hiervan het boek: Driekwart eeuw ADO. Zowel het boek als het jubileum waren een groot succes. Ook vond hij het leuk, om als hobbyfotograaf op te treden.
Hectische buitenlandse trip
Op de donderdag voor het paasweekend in 1978 vertrok Frans samen met o.a. Jan-Hermen de Bruijn naar Engeland , om een aantal wedstrijden te bekijken. De eerste wedstrijd werd op goede vrijdag ‘s ochtend om 11.00 uur gespeeld: West Ham United–Ipswich Town. Omdat er ’s middags een dienst was gepland in de naburige kerk werd deze wedstrijd zo vroeg gespeeld, anders zouden de kerkgangers te veel last van de drukte en herrie hebben. Na afloop van deze wedstrijd snel de trein in voor de volgende wedstrijd: Southend United FC – Brentford. Zaterdag volgde de wedstrijd West Ham–Chelsea. Inderdaad, die wedstrijd werd door West Ham de dag erop gespeeld. Op zondag werd destijds in Engeland nog geen profwedstrijden gespeeld. Jack Helliar, de pr-man van West Ham nodigde hen ’s morgens uit bij hem thuis. Hier werd een grote trolley de huiskamer binnengereden, waar veel koek en gebak op stond. Dit vergezeld met thee, waarin een sloot melk werd gegoten. ’s Middags nodigde hij hen uit voor een lunch op de golfclub en ’s avonds gingen ze naar Soho om bij een bevriende relatie van deze pr-man, die een visrestaurant had, te dineren. De maandag gingen ze eerst naar de wedstrijd Fulham–Mansfield Town FC om daarna snel met de taxi naar Stamford Bridge te rijden om de wedstrijd Chelsea-Arsenal te bezoeken. Dat de relatie met West Ham United door de contacten, die Jan-Hermen de Bruijn had, close was, blijkt wel uit het jaar daarna in 1979.
Kees Kist
Ook bij West Ham wilde men wel eens de Gouden Schoen winnaar en Europees topscorer (34 goals) Kees Kist bekijken. Men kwam voor de vriendschappelijke wedstrijd WKE–AZ kijken, die in de voorbereiding werd gespeeld. Daar Jan-Hermen de Bruijn op vakantie was, vroeg deze Frans de delegatie van West Ham te begeleiden. Aldus toog hij naar Emmen. Men wist niet wat men zag. Voor het veld lagen de autowrakken en autobanden opgestapeld. Van deze wedstrijd werd men echter niet wijzer. Belangrijker vond men een paar dagen daarna de wedstrijd AZ–Beveren. Beveren was in het seizoen 1978-1979 voor de eerste keer kampioen van België geworden. ’s Morgens vroeg kwamen John Lyall (manager van West Ham en opvolger van Ron Greenwood) en Ed Baily (chief scout) op het vliegveld aan. Frans haalde ze op en daar ze veel te vroeg waren, nodigde hij hen uit om bij hem thuis enige videobeelden van Kees Kist te bekijken, wat men zeer op prijs stelde.
Onderweg naar AZ bij Wormer riep Lyall ineens: ‘Stop, stop.’ Aldus gebeurde, maar wat bleek: hij wilde gewoon even genieten van het uitzicht op de molens en het landschap, wat hij zeer indrukwekkend vond. Na de wedstrijd bekeken te hebben, was men toch erg gecharmeerd van Kees Kist. Lyall en Baily maakten er totaal geen probleem van, dat Frans mee ging naar de onderhandelingen met AZ, die werden gehouden in Motel Heiloo. Hier kon Frans zijn oren niet geloven. De tonnen (honderdduizenden) vlogen over de tafel. Echter wat gebeurde er: trainer/coach George Kessler van AZ kwam binnenlopen en deelde mee, dat Kees Kist onverkoopbaar was. Kessler vertelde dit aan de media, waardoor de prijs enorm werd opgedreven en West Ham afhaakte. Hiermee werd een lucratieve overeenkomst AZ door de neus geboord.
Van Het Vaderland naar Het Binnenhof
In 1981 stapte hij over naar Het Binnenhof. Hij kon zich hier verbeteren en zag ook in, dat Het Vaderland een aflopende zaak was. Hier lag zijn journalistieke werk bij FC Den Haag en het ijshockey en kreeg tevens om de zoveel weken de eindredactie van het amateurvoetbal. Ook in dit jaar werd hij gevraagd, om het jeugdsecretariaat van ADO op zich te nemen en in 1982 werd hij voor de eerste maal gekozen tot algemeen secretaris bij ADO, welke periode tot 1989 duurde. Als FC Den Haag watcher nam hij veel interviews af. Hieronder een interview met toenmalig FC Den Haag-trainer Pim van de Meent.
Overstap van Het Binnenhof via De Voetballijn naar VI
In 1987 stopte hij bij Het Binnenhof en ging naar De Voetballijn, een 06-lijn met voetbalnieuws. Dit werd overgenomen door Voetbal International waar hij met o.a. Kees Jansma, Hugo Borst, Emiel Schelvis en Johan Derksen als collega’s te maken kreeg.
Hoogtepunt uit zijn carrière
Dit was zijn bezoek aan het Europese Kampioenschap van 1988. Zijn thuisbasis was in het Hilton Hotel in Düsseldorf, waar ook de bobo’s hun intrek hadden genomen. Dit was een ideale situatie, want zo kon hij makkelijk deze personen interviewen. Ook Leo van der Kroft kwam hier regelmatig binnenlopen. Van hier uit ging hij met de auto heel Duitsland door om wedstrijden te bezoeken en interviews af te nemen. Op 12 juni 1988 moest hij een verslag maken van de wedstrijd Ierland-Engeland in het Neckar Stadion in Stuttgart. Deze gedenkwaardige wedstrijd werd gewonnen door Ierland door een kopbal van Ray Houghton, toenmalig voetballer van Liverpool, waarna hij interviews afnam met o.a. Bobby Robson, Jack Charlton en matchwinner Ray Houghton.
Op 21 juni werd hij aangewezen om verslag te doen van de halve finale wedstrijd West-Duitsland – Nederland in het Volksparkstadion in Hamburg, welke wedstrijd in de 88e minuut werd beslist door een goal van Marco van Basten, nadat eerder Lothar Matthäus en Ronald Koeman via penalty’s scoorden. Na deze wedstrijd interviewde hij o.a. Franz Beckenbauer en Rinus Michels. Hoewel dit toernooi enorm veel energie kostte, had hij het voor geen goud willen missen.
In 1990 werd hij voor de tweede maal gekozen tot algemeen secretaris bij ADO, welke periode duurde tot 2000.
In 1991 stopte hij bij VI en ging freelance schrijven voor de clubmagazines van FC Utrecht en RBC. Hij had zich inmiddels wel voor alle zekerheid in laten schrijven als werkzoekende.
Overstap naar de gemeente
Frans maakte een serie voor de Haagsche Courant: 100 jaar Haagse Voetbal Bond (HVB). Bij de FC kwam hij Piet Vink tegen en die was zeer enthousiast over de serie in de krant. Piet Vink was wethouder in Den Haag en had de portefeuille jeugd, sport, recreatie en cultuur onder zich. Hij vroeg hoe het verder met Frans ging en deze deelde hem mede, dat hij het freelance bestaan toch wel voor onzekerheid zorgde en geen sociale zekerheid bood, wat maatschappelijk toch wel een riskante zaak was. Vink vertelde hem, dat hij ging kijken, wat hij voor Frans kon doen. De volgende dag werd hij opgebeld door Frits de Jong, rechterhand van Vink, met de mededeling, dat Vink hem had opgedragen om met Frans te praten. Hoewel er een personeelsstop was, maar daar Frans zich had laten inschrijven als werkzoekende, kwam hij via een werkervaringsproject bij de afdeling Voorlichting. Hij nam genoegen met het minimumloon, maar na een half jaar kreeg hij een goed vast contract. Hij hield zich aanvankelijk bezig met het schrijven in het personeelsblad en persberichten. Naderhand ging hij speeches schrijven voor de wethouder en burgemeester, waar hij erg veel voldoening aan beleefde.
In 1994 maakte hij een mooie trip mee met de ADO-jeugd naar Japan.
Hoewel hij de pensioengerechtigde leeftijd bereikte, vond hij het werk zo leuk, dat hij besloot er nog drie jaar aan vast te plakken. In 2015 werd er een begin gemaakt aan de bouw van de Sportcampus Zuiderpark, waar Frans een mooi uitzicht op had vanuit zijn appartement.
Hij hield zich vooral zich vooral bezig met het opzetten van de Wall of Fame in de Campus en genoot tevens van de WK hockey en Beachvolleybal, die hij van dichtbij kon mee maken.
In 2016 publiceerde Frans het boek : ‘Wie eens ons shirt mocht dragen’, waarvan het eerste boek werd uitgereikt aan Ronald Plasterk, die ooit in de welpen van ADO uitkwam voor de wolven.
Dit boek kreeg in 2017 een vervolg. Hier werden weer 50 personen in beschreven, waar niet alleen voetballers in vermeld werden, maar ook ADO’ers, die iets met ADO te maken hebben gehad, zoals b.v. Pim Arons en Leo Luscuère. Van dit tweede boek werden de eerste exemplaren uitgereikt oud-speler Michel Adam en wethouder Rabin Baldewsingh, met wie Frans nauw samenwerkte. Deze wethouder had de portefeuilles burgerschap, media, sociale zaken en werkgelegenheid onder zich.
Toen hij eenmaal met pensioen ging, viel hij zeker niet in een zwart gat. Hij bleef zich inzetten voor de ADO Post en bezocht veel wedstrijden. Foto: aandachtig toeschouwer van een jeugdwedstrijd met vriend Hans Verbeek.
In 2019 werd hij weer secretaris van FC HHFC ADO Den Haag. Op 20 oktober 2023 nam hij het besluit om met deze werkzaamheden te stoppen. Hij stelde altijd, dat als er een jongere, goede vervanger zich zou aandienen hij dan onmiddellijk zou plaatsmaken. Ook al zou hij nog goed functioneren. Verjonging ziet Frans als een noodzaak voor de vereniging. Echter, niet op de manier zoals de formatiecommissie met hem is omgesprongen. Dit heeft hij als dubieus, beschamend en vernederend ervaren. Ondanks dit vertelt hij: ‘Het is ADO en je gaat door. Wel werd hij gevraagd om de representatie te blijven doen. Een van de redenen om de uit- en thuiswedstrijden van zowel ADO 1 als van onder de 21 te bezoeken.
Zijn dagen blijven echter goed gevuld. Hij doet de redactie van de ADO Den Haag Post nog steeds en is ook nog secretaris van de Stichting ADO PensionADO’s. Foto: Frans in zijn werkkamer, waarin hij regelmatig naar buiten kijkt om te zien, wat er op de velden van De Aftrap gebeurt.
Wat hem vooral na al die jaren is opgevallen, dat men wel eens vergeet, dat je het allemaal voor je hobby doet, terwijl er vaak ongelimiteerd en ongemotiveerd tegen je aangeschopt wordt zonder dat je te maken krijgt met echte kritiek. Want, goede kritiek heeft zeker zijn waarde, want het houdt je scherp. Zowel zijn tijd als journalist als bij de gemeente typeert hij als gouden tijden.
Terugkijkend op al die jaren bestond zijn leven uit studie en ADO en werk en ADO, wat zijn moeder tot de uitspraak ontlokte: Omdat jij zonodig met die rotclub getrouwd bent, heb ik geen kleinkinderen...