w | g | v | p | |||
---|---|---|---|---|---|---|
1 | HEL | 13 | 8 | 3 | 2 | 27 |
2 | EXC | 13 | 8 | 2 | 3 | 26 |
3 | DBO | 13 | 7 | 4 | 2 | 25 |
4 | GRA | 13 | 7 | 4 | 2 | 25 |
5 | VOL | 13 | 7 | 2 | 4 | 23 |
6 | DOR | 13 | 6 | 4 | 3 | 22 |
7 | EMM | 13 | 6 | 3 | 4 | 21 |
8 | TEL | 13 | 4 | 7 | 2 | 19 |
9 | CAM | 13 | 6 | 1 | 6 | 19 |
10 | ADO | 13 | 4 | 6 | 3 | 18 |
11 | RJC | 13 | 4 | 5 | 4 | 17 |
12 | EIN | 13 | 4 | 3 | 6 | 15 |
13 | JPS | 13 | 4 | 2 | 7 | 14 |
14 | JAZ | 13 | 4 | 2 | 7 | 14 |
15 | TOP | 13 | 3 | 4 | 6 | 13 |
16 | JAJ | 13 | 2 | 6 | 5 | 12 |
17 | MVV | 13 | 2 | 5 | 6 | 11 |
18 | VVV | 13 | 3 | 2 | 8 | 11 |
19 | JUT | 13 | 1 | 5 | 7 | 8 |
20 | VIT | 13 | 2 | 6 | 5 | 6 |
tekst: Chris Tempelman
Als Michiel Kramer praat, is luisteren geen straf. Hij verschijnt tegenwoordig minder in de pers en dat blijkt een bewuste keuze. ‘Ik doe alleen dingen die ik leuk vind’, legt hij uit. ‘En als ik iets doe, dan ben ik mezelf. Dan ga ik niet alleen zakelijke antwoorden geven. Sommige jongens zijn terughoudend. Ik snap dat wel, want je leest overal meningen. Daar worden spelers zakelijk van. En dat is voor jullie als media minder interessant, want dan krijg je honderdduizend keer hetzelfde verhaal. Pers hoort bij het vak, maar dan moet je wel jezelf zijn.’
We volgen de 33-jarige aanvaller een week in deze ook voor een profvoetballer vreemde tijd. Kramer is een spits die opgroeide in een tijdperk waarin corona nog gewoon een Mexicaans biertje was. ‘Eigenlijk is het nu gewoon saai’, stelt hij. ‘In het begin van de pandemie waren de regels nog streng. Gescheiden kleedkamers, niet douchen. Je kwam op de club en ging weer naar huis. Je had bijna geen contact met elkaar. Nu weer in lege stadions, het is geen toeval dat je ook geen hoogstaand voetbal ziet. De spanning en emotie vallen volledig weg. Je speelt een wedstrijd en dat is het. De motivatie moet je uit jezelf halen. Er is geen reactie van publiek bij acties. Als je op de lat schiet, hoor je niks. Ja, alleen de lat. Mijn motivatie is dat ik speel voor mijn gezin, mijn familie en de andere mensen die in mij geloven.’
Familieman
Kramer noemt zijn gezin niet voor niets. Hij is een familieman. Een kant die we amper van hem kennen. Toch is ook dat Michiel Kramer. Al jaren gelukkig met zijn vrouw en inmiddels de trotse vader van drie zonen.
‘Ze zijn drie, vijf en bijna acht. Ook voor hen is het een vreemde tijd. Het is best pittig geweest voor mijn vrouw toen ze alle drie thuis waren. Ik moest nog trainen, ik vond het al zwaar als ik één dag met de kinderen was. Ik heb haar echt leren waarderen, hoor. Als je kinderen hebt en je hebt zelf een mindere dag, dan ben je het gelijk vergeten als je thuis bent. Dan ben je snel weer vrolijk. Dat is heel belangrijk.Vorig jaar was ik vaak chagrijnig, supersnel geïrriteerd, had een kort lontje. Dat merken ze wel. Ik kan die knop inmiddels snel omzetten. Het gezin staat op plek één. Het geeft een grote verantwoordelijkheid, maar ook energie en motivatie. Ik bied ze onderdak, eten. We geven ze alles waarvan wij denken dat het goed voor ze is. Onze normen en waarden krijgen ze mee, dat is de basis. Het is niet ieder kind gegeven, niet vanzelfsprekend. Ik hoop dat ze later beseffen dat ze een goede jeugd hebben gehad. Dat heb ik ook meegekregen, de steun en liefde voelde je. Alle ouders doen het op hun manier. Nu hebben kinderen een iPad; toen ik jong was, moest ik er een videoband in proppen. Dat is ongeveer hetzelfde.’
Kramer refereerde al aan vorig seizoen, het jaar bij ADO Den Haag waarin de twijfels kwamen of hij nog wel wilde doorgaan als voetballer. ‘Ik heb serieus getwijfeld’, bekent hij. ‘De manier waarop wij behandeld zijn, dat kun je je niet voorstellen. Achter je rug om werden er dingen gezegd. Wij – John Goossens, Robert Zwinkels, Lex Immers, Tom Beugelsdijk, Erik Falkenburg, Aaron Meijers, Danny Bakker, Donny Gorter en ik – waren nooit negatief. Ik kan niet alles zeggen, maar we hebben nooit geklaagd. Het leek wel of ze dat waren vergeten. Ik heb op mijn tong gebeten. Wat had ik eraan alles te zeggen? Ik was contractspeler, ik zou mijn eigen glazen ingooien. Tien jaar geleden had ik dat anders gedaan. Het wrange is dat je jezelf ermee hebt. Dan speel je niet meer, zit je op de tribune en dan?’
'We zijn bij ADO als oud vuil behandeld'
Hij voelde zich miskend. ‘Het was pijnlijk en gênant. Zeg het als je van me afwilt, maar het gebeurde altijd achter mijn rug om. Ik kreeg mailtjes dat ik moest meedenken. Het is ze bij een aantal gelukt, niet bij mij. De clubleiding had niet in de gaten wat voor groep de oudere jongens waren. Wij hebben altijd iets extra’s gedaan en zijn als oud vuil behandeld.’
Toneelstukje
Kramer bleef bij ADO en speelde ook. ‘Ik wist dat ik de spits was als ik normaal zou doen. Ik wist wat er rond trainer Aleksandar Rankovic speelde en hij wist ook van míjn situatie. Toen Ruud Brood en Adrie Bogers kwamen, kregen ze slechte verhalen te horen over mij. Na de 6-0 nederlaag bij Sparta zei Ruud tegen me dat ik gewoon ging spelen. Maar het plezier was weg, het was vervelend en pijnlijk. Ik moest vaak een toneelstukje opvoeren, ik kon moeilijk iets anders zeggen.'
Wat er met die club is gebeurd, is gewoon de schuld van de leiding. Als je ze daarmee confronteert, zeggen ze dat dat al zo was. Martin Jol was echt lachwekkend. Als je het niet met hem eens was, dan kreeg je de wind van voren. Ze hebben de club naar de kloten geholpen. Dat begon al met die Engelsen. Toen we op trainingskamp waren in Spanje, zei mijn zaakwaarnemer dat Mohammed Hamdi (algemeen directeur, red.) had gebeld om te zeggen dat ik weg moest. Ik zat nota bene met hem daar in Spanje! Had hij makkelijk zelf even kunnen zeggen. Doet hij dat op een normale manier, dan komen we er nog uit ook. Trainer Alan Pardew wist van niks. Het werd alleen maar erger. Het was zo’n opeenstapeling van ellende.’
Toch besloot Kramer niet te stoppen. ‘Het was de makkelijkste weg geweest. Met ADO Den Haag in de KKD, daar had ik vrede mee kunnen hebben, maar ze hebben niet eens een aanbieding gedaan. In januari, februari heb ik overwogen ermee te kappen. Kreeg ik weer e-mails en belletjes dat ik aan de club moest denken vanwege mijn salaris. Het gekke was dat ik verre van de bestbetaalde speler was. Ze deden alsof ik grootverdiener was en onrustig. Als ik ze zag, dan deden ze poeslief, maar er gebeurde elke dag wel wat. Je gaat twijfelen aan jezelf. Waarom doen ze dit? Het is het me niet waard, ik ben geen rotte appel. Ze mogen er thuis geen last van hebben, maar ik reed niet met plezier naar mijn werk.’
De spits sprak met zijn naasten en dacht na. ‘Ik kon nog waarde hebben. De gedachte ermee te kappen was er wel, maar ik vind het gewoon nog te leuk. Zoveel negativiteit, dat gebeurt niet vaak, dacht ik. Ik hou wel van klagen, een beetje cynisch ben ik wel. Maar met een knipoog. Zelfs die knipoog verloor ik.’
Label
Technisch directeur Mo Allach meldde zich namens RKC Waalwijk. ‘Ik had zes keer gescoord, dan is er interesse uit landen als Indonesië en Slowakije. Dat zag ik niet zitten. Allach kende ik van Maccabi Haifa. Er zullen best twijfels zijn geweest, dat label heb ik nu eenmaal, het is gewoon de realiteit. Dat beeld heb ik misschien zelf gecreëerd. Ik ben ook een mens en af en toe ga ik te ver. Maar ik ben dezelfde Michiel als vijftien jaar geleden.’
Het beeld dat de buitenwacht van Kramer heeft, is niet altijd positief. ‘Ik ga niet politiek correct zitten doen om een leuke kerel gevonden te worden. Soms stel ik me kwetsbaar op en gaan die momenten een eigen leven leiden. Ze wisten dat ik een krasje had, maar iedere speler heeft zijn eigen verhaal. Ik heb domme dingen gedaan, het is inherent aan deze wereld. Met scheidsrechters praten lukt me niet. Dat is onmogelijk bij de nieuwe garde met dat autoritaire gedrag. Alleen met Bas Nijhuis en Kevin Blom, die kunnen zeggen dat ik mijn bek moet houden. In de eerste vier duels kreeg ik vier gele kaarten, waarvan drie voor praten. Misschien moet ik daar meer bij nadenken. Het is een valkuil. Nu benadeel ik deze club, ben ik geschorst en daar baal ik enorm van. Ik moet in de spiegel kijken. Ik moet accepteren dat scheidsrechters naar mij toe niet altijd fair zijn en altijd dat vergrootglas gebruiken. Ik ben weleens te ver gegaan, in de emotie. Dat gebeurt bijna niet meer. Ik wil winnen, daarom vind ik het zo vervelend dat ik niks meer kan zeggen.’
In Waalwijk maakte Kramer een nieuwe start. ‘RKC is super gemoedelijk. Dit had ik nodig, al klinkt dat misschien gek. De kalmte en de rust bij deze club is prettig. Ze waarderen me als mens, accepteren mijn tekortkomingen. Dan kun je mij prikkelen. Als dat bij meerdere spelers lukt, kun je een eind komen. Trainer Joseph Oosting is no nonsense, heel erg geïnteresseerd in de mens. Hij probeert achter je drijfveren te komen en dan is motiveren gemakkelijk. Er zijn weinig trainers die daar tijd en energie in steken. Misschien logisch, het is nu eenmaal een egoïstische wereld. Als trainers serieus interesse in mij hadden gehad, had dat het wel makkelijker gemaakt.’
De mens achter de speler, het is iets waarvoor hij bovenmatige belangstelling heeft. Ook dat is een kant die weinigen van Kramer kennen. ‘Ik ben via de VVCS een studie prestatiepsychologie aan het afronden’, onthult hij. ‘Ik vind dat interessant. Ik werd ook beoordeeld op de manier hoe ik eruitzag. Lichaamstaal, lengte, het nonchalante, ook arrogantie; dat kreeg ik allemaal te horen. De manier hoe ik keek was arrogant. Kun je gaan lachen, maar het is echt zo. Ze vonden mij moeilijk benaderbaar. Dat is helemaal niet zo. Maar dat is het mooie van psychologie. Ik heb de studie sport en bewegen gedaan en ben bijna vijftien jaar prof. Als je de mens achter de voetballer kunt vinden, dan kun je iemand helpen. Het is meer dan even zitten en praten, dat voelt al heel erg verplicht. Gewoon met mensen omgaan, dan kom je er vroeg of laat achter.’
Kramer gebruikt daarbij zijn eigen ervaring. ‘Topsporters zijn veel met zichzelf bezig. Je kwetsbaarder opstellen, daar zul je profijt van hebben. Je moet leren herkennen waarom je iets doet, het patroon doorgronden. Ik heb dat ook bij mezelf gezien, best confronterend maar prettig. Ineens valt het kwartje. Als je dat weet, kun je het plaatsen. Omdat ik mezelf altijd moest verantwoorden, herken ik het denk ik ook bij anderen.’
Een week in het spoor van een profspits
Het leven van een betaald voetballer in coronatijd. Michiel Kramer gunt ons een kijkje in zijn dagelijkse bezigheden. Bij RKC Waalwijk, thuis met de kinderen en in zijn vrije tijd.
Donderdag
Na het interview vertrekt de spits direct naar Volendam, waar hij te gast is bij LOVE Radio. ‘Heel normaal, geen poespas, even zitten en een beetje ouwehoeren. Ik speelde daar ooit, het was de laatste keer dat ze promoveerden. Dat was de aanleiding mij te vragen. Ik hoop dat Volendam het haalt, was een leuke tijd daar. Ik volg mijn voormalige clubs en ex-collega’s wel. Soms kijk ik naar TOP Oss-Helmond Sport, puur omdat Mike Havekotte bij Helmond keept.’
Na de Volendamse talkshow komt Kramer nog even een sociale verplichting na. ‘Ik ben bij Theo Zwarthoed langs geweest. Hij was doelman toen ik er speelde, nu is hij schilder. Toen ik daar net nieuw was, verbleef ik in hotel Spaander. Op een gegeven moment kreeg Theo dat in de gaten, mocht ik iedere maandag bij hem eten. Ik heb vrij snel door dat iemand een fijn mens is en een goed hart heeft. Even langsgaan vind ik niet meer dan normaal. En zó vaak kom ik niet in Volendam. Volgend jaar als we tegen ze spelen weer, denk ik.’
Vrijdag
Donderdagavond bij thuiskomst van Kramer sliepen de kinderen al, vrijdagmorgen staan ze klaar om hem te feliciteren met zijn verjaardag. ‘Ik moest al op tijd bij RKC zijn. Ik ben er meestal vroeg, vind ik wel prettig. Ontbijten, aankleden, rustig naar de training toewerken. Ik was nu geschorst, maar wel of niet spelen maakt geen verschil. Alles beter dan haasten.’
Ooit verklaarde Kramer geen trainingsbeest te zijn. ‘Dat zal ik nooit worden, maar trainen blijft leuk. Ik doe wat er wordt gevraagd en soms nog wat meer. Ik weet wat ik nodig heb. Soms zie ik gasten voor de training spanning zetten. Als je dat nodig hebt, dan moet je het doen. Maar doe het niet omdat je het zo gewend bent, je moet weten wat je nodig hebt.’ Kramer beweert door de jaren heen niet anders te zijn gaan trainen. ‘Bij Feyenoord was ik extreem bezig met kracht, maar over het algemeen heb ik altijd alles hetzelfde gedaan. Als je niet wekelijks negentig minuten voetbalt, dan moet je meer met je lichaam doen.’
Zaterdag
Een dag voor de wedstrijd gewoon trainen, ook al is Kramer geschorst voor het thuisduel met NEC. ‘Alleen de wedstrijddag is anders. Als we normaal ’s avonds spelen, kan ik overdag bij de jongens kijken als ze moeten voetballen. De een om half negen, de ander om negen uur. Met een beetje geluk naast elkaar. Nu kan het niet, maar als ik kan, ga ik kijken. Bij het trainen ook. En bij de zwemles. Zijn leuke dingen, ook voor hen als ze weten dat hun vader er is. Als ik kan, vind ik dat het moet.’
Zondag
De dag van de wedstrijd. Om kwart over twaalf trappen RKC en NEC al af. Kramer moet geschorst toekijken. ‘De wedstrijdspanning mis je, de beleving is minder. Je werkt nergens naartoe. Ik was er nu om kwart voor twaalf, normaal is dat drie uur van tevoren. Dan zit je dus om kwart over negen aan de pasta. Dat krijg ik er ’s morgens vroeg niet in.’ Kramer kan rustig kijken. ‘Ik ben een observeerder. Altijd al geweest, bij trainingen en bij wedstrijden. Mij zie je meer kijken dan praten.’
RKC wint in blessuretijd met 2-1, maar een uitzinnige Kramer zien we niet. ‘Het lekkerste wat er is, in de laatste minuut. Maar ik heb de goal niet gezien, ik was al onderweg naar beneden, samen met Richard van der Venne. Bij ons moet je die code invoeren om de deur naar de tunnel open te maken. Toen ik mensen hoorde juichen, stond ik met Richard voor een dichte deur. Leuk voor Roy Kuijpers, die was hier net twee dagen. Ik hoorde dat hij bij FC Den Bosch wel een mannetje was, hier is het nog even de kat uit de boom kijken.’
Eenmaal thuis volgt Kramer niet al het voetbal. ‘Feyenoord af en toe, dat blijft. Verder liever Formule 1 eigenlijk. Nu helemaal. Het lijkt allemaal zo corrupt, je koopt gewoon je plek in de sport. Dat strookt niet met zoals ik over sport denk. Het gaat altijd om het materiaal. Guardiola zal een goede trainer zijn, maar met zijn materiaal kan iederéén prijzen winnen, toch? Zet hem bij RKC, wordt hij dan ook kampioen?’
Maandag
Een nieuwe week. ‘De jongens waren vrij. Ik had een beetje last van mijn knie. Dus wel trainen, maar aangepast en mooi op tijd weg. Ik had een afspraak bij ESPN, ik was te gast in dat nieuwe programma over Amerikaanse sporten.’ Kramer staat bekend als basketbalfan. ‘Ik volgde altijd alles. Chicago Bulls, dat was het. Francisco Elson ken ik goed, hij had me gevraagd. Geen idee hoeveel mensen er kijken, maar ik vond het leuk. Het past bij mijn interesse, daarom doe ik het. Niet meer die standaard dingen, dat heb ik allemaal wel gezien.’
Dinsdag
Kramer traint aangepast vanwege zijn pijnlijke knie en rijdt na de training door naar zwemles. ‘De middelste moet zijn A nog halen, de oudste heeft A en B al. De middelste is een beetje lui. Met kurkjes aan doet hij alles, zonder verdrinkt hij bijna. Hij kán het wel. Als hij A heeft, mag hij van mij stoppen. Dan kun je zwemmen, toch?’ Kramer is echter nog niet van de zwemles af. ‘Ik heb er straks nóg eentje, hè. Het is nog weinig rust op vakantie als je steeds moet opletten.’
Woensdag
Trainen op het veld, de verplichte CORE-training en daarna ook nog wat krachttraining. Kramer werkt zijn programma af. De 33-jarige Rotterdammer kan alles nog meedoen, maar zijn knieklachten spelen hem nu even parten. ‘Een verkeerde beweging, dan voel je dat je ouder wordt. En dat lange lijf werkt ook niet mee. Over het algemeen heb ik geen problemen, alleen af en toe wat last van mijn onderrug. Weet je trouwens wanneer je pas merkt dat je ouder wordt? Als je bij een tegenstander jongens op de bank ziet zitten van wie ik nog nooit heb gehoord. Ik kijk soms met Hans Mulder (zijn één jaar oudere ploeggenoot, red.) naar die wedstrijdformulieren: 2000, 2001... Jezus, denk ik dan, ze worden steeds jonger. Maar zonder ervaring red je het niet in de Eredivisie, dat weet ik wel.’