Een super Haagse familie die van werken z'n leven heeft gemaakt en na tegenslagen gewoon de volgende dag weer opstaat en doorgaat. Het gezin van oud-ADO speler Michel Adam floreert op een paar vierkante meter op de Maartensdijklaan.
door Maaike Kraaijeveld
Oud-ADO Den Haag voetballer Michel Adam (48) runt met zijn gezin een wasserij voor 32 horecazaken in Den Haag, Scheveningen en Wassenaar. Hun hechte gezinsleven speelt zich af in een piepklein huurpandje aan de Maartensdijklaan, waar ze in december weer in vuurwerk doen. Hun kracht: "Alles wat we doen is eigen."
Meestal is het zoete inval op de Maartensdijklaan bij wasserij Adam. Gasten die 'Mich' kennen van de voetbal. Dat zijn er veel. Of vriendinnen van Annet (43), zijn vrouw. Sommigen kent ze ook van de voetbal, want ook Annet heeft haar h ele leven gespeeld. Een aantal van die aanwaaiers hebben Michel, Annet en hun dochters Jemaica (23) en Gigi (17) de avond ervoor nog gezien. Komen ze toch weer even een bakkie doen in het piepleine huurpandje onder flats vlakbij de Leyweg.
Als je buiten gaat staan en naar links kijkt, zie je zo ongeveer de plek van het voormalige ADO-stadion in het Zuiderpark, waar Adam tien seizoenen voor de Haagse voetbalclub uitkwam. Totdat Hans Kraay jr. hem in 2000 definitief van het veld afschopte in de wedstrijd De Graafschap-ADO.
"Maar je ziet het, aanloop of niet, ik strijk gewoon door, hoor", zegt Michel in onvervalst Haags. Mijn klanten gaan altijd voor en elke klant is er één. Ja toch?! En ja, ik sta te strijken. Ik kan het toevallig nog heel goed ook. Geleerd doordat mijn moeder al vroeg zei dat ik mijn eigen overhemden maar moest strijken.
Is er wat mee mis dan? Wij zeggen altijd: gewoon werken voor de kost en als je ergens aan begint moet je het ook afmaken. Zo hebben we die twee meides van ons ook opgevoed. De oudste, Jemaica, heeft een gebroken rug gehad. Paard op gevallen. Ze heeft platen en schroeven in haar rug. Maar gewoon werken he?! Sjouwen met die zware paardendekens die ze reinigt. Heeft ze ook zelf bedacht. Ze hebben paarden, die meides van ons. Ze zijn bekend in de paardenwereld. Staan hoog in de springwereld. Zo heeft ze zelf bedacht dat ze met reinigen van paardendekens geld kan verdienen. Voor de paarden. Zo wijn we. Als het moet dan ruim ik nog stront."
Dat Michel Adam (48) na de fatale trap op zijn kuitbeen in een hoekje zou gaan zitten janken over zijn verspeelde voetbalcarrière is nooit een optie geweest. "Ik was al semiprof. Ik werkte erbij als postbode. Ik heb 27 jaar bij de posterijen gewerkt." Los daarvan is hij ook gewoon te veel gehard in het leven om een potje te gaan janken. "Ik ben daardoor ook een strenge vader. Soms een te strenge vader", zegt hij terwijl hij het strijkijzer op een wit koksjasje zet.
"Beschermend", zegt echtgenote Annet. "Je bent heel beschermend." Hij knikt. "Ja, wat wil je. Twee meides. Al die gekkigheid in de wereld." Het vierenhalf uur durende gesprek in hun onverwarmde pandje aan de Maartensdijklaan - behalve Michel heeft het hele gezin gewatteerde jacks aan - stuitert van voetbal, paarden, opvoeding van kinderen en tegenslagen naar vuurwerk en weer de hardheid van Michel. "De meiden moesten elke dag om vier uur 's middags warm eten thuis. We aten met zijn vieren, ja, wij waren er ook bij en dan gingen ze door naar de paarden. Ja, papa brengt en haalt ze wel natuurlijk. Naar manege Condor City in Westland.
Papa heeft dat ook altijd gedaan met uitgaan van die meiden. Brengen en halen. Twaalf uur melden. Eén minuut over twaalf,dan het volgend weekend niet uit.
Toen de oudste zelf naar huis mocht komen moest ze ons altijd wakker maken. Controle. En een discussie! Maar discussie is er om gevoerd te worden. Waar het misgaat met kinderen is als ouders gaan scheiden. De ene week bij papa, de andere week bij mama. Als de ouders uit elkaar zijn, zijn de kinderen van het pad. Echt, hoor."
Moeder
Hij was 19 toen totaal onverwacht zijn moeder overleed aan een hersenbloeding. Hij markeert het als het moment dat hij hard is geworden. "Ik was net begonnen bij ADO en mijn broer belde dat er iets met mijn moeder was. Ze was pas 42. Ze hield het gezin bij elkaar. Daarna sta je er toch alleen voor. Zo heb ik dat altijd gevoeld."Hij werd geboren in het Laakkwartier. "Waar nu de Haagse Hogeschool staat. Mijn ouders hadden helemaal niet op mij gerekend. Ik ben een van een tweeling, maar we hadden één hartslag. Mijn broer is als eerste geboren en toen kwam ik er als verrassing achteraan. We hebben allebei een kleurtje, mijn broer en ik. Mijn oma van moeders kant schijnt Indonesisch bloed te hebben gehad. Ik had het nog eens willen uitzoeken, maar het is er nog
niet van gekomen."
Van zijn vader kreeg hij mee dat 'je niet moet lanterfanten'. "Ik heb altijd gewerkt. Als jongen al auto's wassen bij de Esso aan de Rijswijkseweg." Mensen zien altijd wel wat er in komt, maar niet wat er uit gaat, zegt hij. Over wat je te besteden hebt en de energie die je er insteekt om het te verdienen, bedoelt hij. De dagen van zes uur 's morgens tot diep in de nacht. Dat was helemaal het geval toen Annet en hij ook nog portieken schoonmaakten en het schoonmaakwerk deden in de hoerenkamertjes in de Doubletstraat en Geleenstraat. Dat laatste hebben ze nu aan dochter Jemaica overgedaan. "Dan slaapt ze bij ons om de volgende ochtend om 4 uur op te staan en leiding te geven aan de schoonmaak in de Doubletstraat en de Geleenstraat."
Want o ja, hadden ze al verteld dat de twee dochters sinds een paar maanden samen op een boerderij wonen in Brabant? Met de vriend van Jemaica. Want daar kunnen ze hun drie paarden aan huis houden. Gigi laat foto's op haar telefoon zien van een prachtige witte villa met grond en stallen voor de paarden. "Een paard in de stad houden is onbetaalbaar. Laat staan drie of vier", zegt Jemaica over hun verhuizing naar Brabant. Elke dinsdag komen ze naar Den Haag voor het reinigen van de paardendekens. "Zelf al die dekens ophalen, wassen, weer wegbrengen", zegt Michel. "Niet een handje vol. Honderden. Tot uit Limburg komen ze."
Annet en Michel zijn bekend in de horecawereld. Dat komt omdat Annet vroeger bedrijfsleider is geweest in een strandtent. Door Annet zijn ze ook aan de was gekomen van bedrijfskleding voor 32 horecazaken in Den Haag, Scheveningen en Wassenaar. "Voor de Koninklijke Haagsche Golf & Country Club. Ik ben wel door het mangeltje gehaald voordat ik voor ze mocht werken. Begrijp ik wel", zegt Michel. Annet gaf de voorzet. "Ik zat in een horecazaak en zag dat een handdoek waarmee een vensterbank was afgenomen werd weggegooid", vertelt ze. "Ik vroeg of het niet beter was om die doek te wassen in plaats van weg te gooien. Nou, zegt die gozer, het is goedkoper om hem weg te gooien dan te laten wassen. Ik zei, geef maar aan mij, dan was ik ze wel. Voor minder. Kreeg ik alle handdoeken en bedrijfskleding mee en het moest de volgende dag af!
Ik heb wasmachines en droogtrommels gebruikt van iedereen die ik kende en heb de volgende dag het meest noodzakelijke schoon teruggebracht. De rest van de was had ik naar de stomerij gebracht. Toen dat klaar was heb ik het stomerijkaartje er af getrokken en bracht het schone goed naar die horecazaak. Ze zeiden 'Als je dittwee weken volhoudt, mag je voortaan onze was doen'. Zo is het begonnen. Eerst aan huis en sinds 8, 9 jaar in dit pandje."
Vuurwerk
Dat pandje is een verhaal op zich. Annet had het in eerste instantie alleen gehuurd voor de verkoop van vuurwerk. Dat zat zo. Michel deed in illegaal vuurwerk. "Ik ben vier keer opgepakt", zegt Michel. Annet vond het doodeng. "Het is gevaarlijk en het mag niet", zegt ze. "Het bracht ook geen vijfduizend euro op, het kóstte vijfduizend euro, want Mich stak het allemaal zelf af." Toen Annet voorstelde een legale vuurwerkhandel te beginnen, riep Michel iets van 'over mijn lijk'.
"Flutvuurwerk", zegt hij. Annet, niet voor een kleintje vervaard en gewaagd aan Michel, heeft toen zelf het pandje gehuurd aan de Maartensdijklaan voor de verkoop van legaal vuurwerk. "Hij heeft maanden niets tegen me gezegd terwijl ik hier bezig was. Ik wist niet eens wat een rotje was." Annet verdiepte zich in de materie en leerde voor vergunningen terwijl Michel woedend bleef. "Dan was ik hier bezig en reed hij toeterend langs." Uiteindelijk liet hij zich toch zien en op 1 januari van het eerste seizoen zei hij 'Ik wou dat ik dit 15 jaar eerder had gedaan'. Annet lacht als ze het verhaal vertelt. Nu hebben ze alweer jaren een bloeiende vuurwerkhandel in december. Ouderwets gezellig. Met koffie en oliebollen. En gewoon in de rij staan en je bestellingen doen. Dan ligt het vuurwerk in de bunker beneden en doet het hele gezin weer mee met de verkoop.
"Alles wat we doen is eigen", onthult Michel het geheim van hun succes. "Als wij het vuurwerk doen, doet Annet d'r moeder de was. En die kookt in die periode. Peen en uien, stamppot. Komt ze altijd op het drukste moment binnen om te roepen dat het eten klaar is. Maar kijk, er is een tijd van werken en een tijd van eten en als het druk is, werken we eerst even door." Zo speelt hun leven zich het hele jaar door af op een paar vierkante meter in het pandje. Toen Annet nog in die strandtent werkte, zagen we elkaar hooguit een paar uur per dag. Nu zitten we op elkaars lip. Je weet alles van elkaar. We hebben ook wel onze momentjes, natuurlijk", zegt Michel. "O ja", zegt Annet. "Wij hebben ook onze bonje en tegenslagen. Maar de volgende dag is het gewoon weer opstaan en doorgaan."
Voetbal
Zo hoorde het er ook bij dat Michel destijds die schop kreeg, Hij is nog wel met voetbal bezig. Bij WIK, in het Zuiderpark. Net als Annet die er haar eigen team traint. "Ik was als kind altijd buiten aan het voetballen en ik heb bij clubs gespeeld", zegt ze. "En dan krijgen we dochters die van paarden houden!" Michel vond dat eerst helemaal niets. "Niet vanwege het voetbal. Ik heb genoeg voetbalvelden gezien en ik ga net zo lief met ze naar ballet.
Maar met die paarden is het papa die die meiden door het hele land moet brengen. Paarden zijn er zeven dagen in de week, hè?! Die moeten elke dag gereden worden.
Annet en ik zijn meteen ons rijbewijs trailerrijden gaan halen voor naar de wedstrijden. Papa kan de paarden er in zetten. Papa kan de hindernissen opzetten. Ik had het niet willen missen, hoor. We gaan wel voor het winnen in de sport. Als hobby is het een beetje te duur. Jemaica werkte op haar 14de al in een strandtent."
Toen Jemaica in 2009 een ernstig ongeluk kreeg, dreigde aan alles een einde te komen. Bij een val kwam het paard dat ze inreed op haar terecht en brak ze haar rug. Michel was erbij en heeft minutenlang versteend aan de grond genageld gestaan. "Het is een engeltje geweest dat haar heeft beschermd. Waarschijnlijk mijn moeder", zegt hij. "Ja toch? Superman valt van zijn paard en is volledig verlamd en gaat dood." Annet: "Jemaica heeft in dit leven de loterij al gewonnen."
Michel zou, met nog een gewonnen loterij, best een strandtent op Curaçao willen hebben. Ze hebben er al eens gekeken. "Wat heb je hier nou echt dat je hier houdt? Je vrienden? Eén of twee. Oké jouw moeder Annet, die laat ik desnoods overkomen. Overal is het goedkoper dan hier. Je kan hier een goed leven hebben en dat hebben wij ook, maar wil je hier rijk worden dan moet je dingen doen die niet mogen van de politie. Van alle regels hier word je ook ziek. Heb ik drie dagen per jaar een bord staan voor mijn zaak voor het vuurwerk. Komt er zo'n goochem zeggen dat het naar binnen moet, want de mensen gaan er op kijken! Ja, goochem, daarom staat het er ook en nou wegwezen!"
Te duur
Annet kan zich boos maken over hoe die 'bokkumpjes van 90 aan wie we de vrijheid in dit land te danken hebben in hun bed liggen weg te kwijnen'. Annet kent ook mensen in haar voetbalteam die elke dag hun bed uitkomen om te gaan werken voor hun twee kindjes, maar geen geld hebben om met ze naar McDonald's te gaan. "Daar schrik ik van. Het is niet iemand die tot één uur in bed ligt, want het geld wordt toch wel gestort, hè?!" Ook Mich ziet dat mensen niet meer met volle karren uit een supermarkt komen, maar met 'mandjes'. "Het is gewoon allemaal te duur. Als ik Geer en Goor kijk, prima programma, is het toch verschrikkelijk om te zien hoe die oude mensen moeten rondkomen en eenzaam zijn?"
Zelf verzorgen ze ook 'een oudje'. Een van de eerste pony's van hun dochters. "Die staat nu op een stuk weiland, zijn rusthuis, zeg maar", vertelt Michel lachend. "We dachten, ach, voor die paar jaar dat hij nog te leven heeft. Ondertussen hebben we hem al tien jaar aan onze mik hangen!"