Bron van dit artikel


Datum plaatsing: 15-08-2001 20:39:00

Langenbach: Bijtertje bij ADO Den Haag

door Maaike Oppier

Onbelast met een Haags verleden zet bedrijfseconoom Robert Langenbach (29) zijn tanden in ADO Den Haag. Een algemeen directeur met ambitie. Voetbal, het geld en het spelletje. Aan de vooravond van een nieuw seizoen in de fantastische slangenkuil.

Den Haag
"Ik kom uit het midden van het land en kende Den Haag niet goed. Als jeugdig manneke kwam ik hier wel eens een biertje drinken. Ik ben geboren in Zeist en ben bedrijfseconomie aan de Katholieke Universiteit van Tilburg gaan studeren. Vóór oktober 2000, toen ik officieel mijn intrede deed bij ADO Den Haag, was Den Haag niet veel meer dan één van de steden voor mij. Maar als je hier als directeur komt, raak je er snel in. Dat er een tweedeling in Den Haag bestaat in welvaart heb ik gehoord, maar ik kan daar niks mee. Mijn karakter zit zo in elkaar dat ik met iedereen door één deur kan. Het is belangrijk dat je je klanten kent voor je product".

Den Haag (2)
"Ik woon nog in het midden van het land en verhuis voorlopig niet naar Den Haag. Ik heb tegen mijn vriendin gezegd dat we even de kat uit de boom kijken. Hoge bomen vangen veel wind. Vroeger was het zo dat de trainer er uit vloog als het niet ging met de prestaties, maar tegenwoordig moeten ook technisch-directeuren goed uitkijken. Voor een algemeen directeur geldt hetzelfde. Ik ben niet ontevreden over hoe het de afgelopen negen maanden met de club gaat. Aan de andere kant vind ik dat halfuurtje in de auto terug naar huis ook wel prettig. Er komt hier op een dag zoveel op je af. Dan lekker radio aan en blik op oneindig".

Cijfers
"Ik ben bedrijfseconoom, maar bedrijfseconomie bestaat niet alleen uit cijfers. Marketing, finance. Ik interesseerde me voor handel, AEX, daarom heb ik die studierichting gekozen. Voetbal is keiharde business. Voor de liefhebbers is dat best wel eens pijnlijk. Maar uiteindelijk draait het om geld. Het niveau van het budget bepaalt toch de prestatie. In het verleden werd niet bedrijfsmatig gekeken naar clubs. Je had een office manager, een secretaresse, een mevrouw voor de was en iemand voor het terrein. De branche heeft zich in een paar jaar ontwikkeld. Ik benader voetbal als een product. Het lastige is dat je sterk afhankelijk bent van de negentig minuten prestatie op het hoofdveld. Een bank kun je gemakkelijker sturen dan wat ik verkoop. Dat is soms frustrerend".

Voetbal
"Ik was vijf, zes jaar toen mijn vader me inschreef bij de plaatselijke club. Ik voetbal nog steeds. Met een vriendenteam probeer ik op zaterdag een balletje mee te trappen. Toen ADO Den Haag vorig seizoen op zaterdag speelde, was het even één helft, pak aan en snel de auto in. Voetbal is mijn sport. Het is een slangenkuil, maar ook een fantastische wereld".

ADO Den Haag
"Ik werkte bij de KNVB. Licensiezaken, finance control en later adviseur licensiezaken. John van Ringelenstein, voorzitter van ADO Den Haag, die ook in het bestuur Betaald Voetbal van de KNVB zat, benaderde me. Zo gaat dat in het voetbal. Je schrijft geen brief 'Hierbij solliciteer ik op de functie enzovoort'. Je kent het voetbal, je kent het product. Ajax heeft in het verleden met het aantrekken van een directeur van IBM de fout gemaakt het te zakelijk te hebben benaderd. Er komt ook een stuk emotie bij kijken. Ik ken het spelletje omdat ik het zelf bedrijf. ADO Den Haag is een sleeping giant die aan het ontwaken is. Het is een fantastische club. Alleen is al jaren sportief slecht gepresteerd. De buitenwacht ziet dat er nu veel gebeurt. Er zijn nieuwe spelers aangetrokken, de raad van commissarissen is uitgebreid, plannen voor een nieuw stadion. Er is ontzettend hard gewerkt. Het Haagse gaat weer een beetje leven. Er wordt me verteld dat er in de koffiehuizen weer wordt gesproken over ADO Den Haag. Het ziet er positief uit, maar er moet nog veel gebikkeld worden. Ik heb zelf ook een positieve spanning richting eerste wedstrijden. Die bepalen de sfeer. Niet alleen voor mezelf, maar ook voor de raad van commissarissen, de gemeente, de supporters. Je hoopt dat het product gaat floreren. Als je drie keer verliest, gaat het zakendoen moeilijker, loopt alles trager. Ik probeer bij elke wedstrijd te zijn. In elk geval alle thuiswedstrijden, sowieso voor de presentatie ".

Strijd
"Belangrijk. Haagse bluf. Men moet hier weer met opgestroopte mouwen het veld opgaan en tegenstanders moeten met angst en beven hier naartoe komen".

Witschge
"Het gerucht over de komst van Richard Witschge kan ik naar het rijk der fabelen verwijzen. Hij heeft problemen bij Ajax, maar zal zeker niet bij ADO Den Haag komen voetballen".

Scoren
"Drie punten per week bepalen heel veel voor de club. Het leuke van voetbal is dat je je steeds opnieuw kunt bewijzen. Ik denk dat het Haagse publiek het verdient dat de club weer gaat presteren. De stad Den Haag verdient een KPN-ploeg en daar moet je voor scoren. Ik heb het gevoel dat de Hagenees de kat uit de boom kijkt. Toch roep ik iedereen op om te komen. Als je de eerste twee wedstrijden scoort, zie ik het wel weer gebeuren. Ik moet ook scoren. De realisatie van het nieuwe stadion. Ondanks de historie van het Zuiderpark móet je hier weg. Dat kan mede door mensen als wethouder Stolte en burgemeester Deetman".

Matjes
"Je ziet ze nog wel eens op Midden-Noord. Ik ben heel snel ingeleefd in Den Haag, maar ik kan niet zeggen of matjes typisch Haags zijn. Je komt ze ook elders tegen. Zoals hockey 'lullo' heeft, heeft het voetbal matjes. Aan de andere kant worden de skyboxen gevuld met directeuren van grote bedrijven".

Ambitie
"Heel groot. Altijd al gehad. Het zit in me. Ik ben een bijter. Als ik een bepaalde doelstelling neerleg, dan moet ik dat halen. Anderen kenmerken mij ook wel eens zo".

Carrière
"Ik had bij de KNVB een heel mooie carrière kunnen maken. Maar ik ben ingestapt in een club met historie en daar wil je wat mee. Ik zou niet niet bij TOP Oss ingestapt zijn of Haarlem, Cambuur of Fortuna. Mensen zeggen wel dat ik ADO Den Haag kan gebruiken als opstap, maar zo zie ik het niet. Het gaat om de uitdaging. Die zit hier absoluut, ja".

Hooligans
"Ik vind het altijd een beetje vies woord. Een hooligan typeer ik als iemand die geen clubliefde heeft, geen supporter is. Ik wil liever niet meer spreken over hooligans". "De stadionverboden die in het kader van ons nieuwe veiligheidsbeleid zijn opgeheven en waarin we vooruitstrevend zijn in Nederland, betreffen mensen die kleine vergrijpen hebben gepleegd. Dat zijn geen hooligans. We moeten af van het negatieve imago dat als een spook rondwaart". "Ik zou bijna willen vragen de supporters juist een compliment te geven voor hoe het nu gaat".

Gebeurtenis
"Gebeurtenissén. Het nieuwe stadion bij Ypenburg, et nieuwe seizoen. We moeten oppassen dat we niet met z'n allen roepen: 'We worden kampioen'. Want vanaf de zestiende zestiende plaats is dat misschien wat te te hoog gegrepen. Maar je moet wel voor het kampioenschap gaan en . i In elk geval voor de periodetitel. Dat laatste hebben we ook intern neergelegd".