Bron van dit artikel
Datum plaatsing: 12-12-2020 09:30:00
Jol: Het kan slim zijn om af en toe naar mij te luisteren
Martin Jol werd in december 2019 technisch adviseur bij ADO Den Haag. De oud-speler wilde helpen en zijn club een Haagser gezicht geven.
Een roerig jaar met twee voortijdig vertrokken trainers en veel kritiek op het spelersbeleid later, blijft hij standvastig. "Ik heb nu meer stress dan ik ooit heb gehad als trainer.''
tekst Marijn Abbenhuijs
Als Martin Jol (64) over 'zijn club' praat, heeft hij het vaak over FC Den Haag, zoals ADO Den Haag vanaf de fusie tussen ADO en Holland Sport in 1971 tot 1996 heette. En dat is niet zo gek. Bedenk een hoogtepunt uit de tijd dat de club die naam droeg en de kans is groot dat het huidige hoofd van het Haagse technisch hart erbij was.
"Dat FC Den Haag, daar heb ik zo'n goed sterk gevoel bij'', zegt hij. "Dat geel-groen. Ik zou zo graag willen dat meer mensen zich net zo tot de club aangetrokken voelen als ik."
Jol begon er zijn carrière, stond in het basiselftal dat in 1975 de ten koste van FC Twente de bekerfinale won. Hij deed mee toen FC Den Haag de kwartfinale van de Europa Cup II haalde. En hij sloot er zijn voetballoopbaan af. De drievoudig international speelde in 1985-1986 ook een cruciale rol in één van de meest memorabele seizoenen uit de clubgeschiedenis, toen de FC ongeslagen kampioen van de eerste divisie werd.
In de Ernst Happel Lounge van het Cars Jeans Stadion hangt een foto van hem uit die periode, duidelijk herkenbaar vanwege de robuuste baard die hij op dat moment had. Hij is er trots op.
Maar zo belangrijk voor het huidige ADO Den Haag als hij toen was, werd hij lange tijd niet meer. En dat is in zekere zin best vreemd. Want de carrière van de voetballer Martin Jol was mooi, zijn status als trainer werd nog veel groter.
Met Roda JC won hij de KNVB-beker, de eerste prijs in de Limburgse clubgeschiedenis. Het piepkleine RKC bracht hij naar de top 6. Jol boekte successen bij Tottenham Hotspur, HSV, Ajax en Fulham, maar hoofdtrainer van ADO Den Haag werd hij nooit. Toen hij eind 2015 toetrad tot de raad van commissarissen in Den Haag (hij zat tot juni 2017 in het toezichthoudende orgaan van
de club), was hij tegelijkertijd nog eventjes trainer van het Egyptische Al-Ahly, maar aan de slag gaan bij ADO was geen serieuze optie.
Je moet na jouw tijd bij Fulham toch gevraagd zijn om trainer van ADO Den Haag te worden?
"Ja. Soms alleen maar voor de vorm, moet ik eerlijk zeggen. Maar het is er nooit van gekomen."
Baal je daar achteraf nog van?
"Nee, joh. Ik ben zo verschrikkelijk Den Haag-gekleurd. Ik heb er zestien jaar gewerkt. Ik ben één van de weinigen die de club in al zijn facetten heeft meegemaakt. Als ADO, als FC Den Haag, als ADO Den Haag. Maar deze club heeft nooit een cultuur gehad waarin de 'eigen mensen' echt werden gekoesterd. Er zijn hier vrijwel altijd buitenstaanders aan de leiding geweest.
"Wat het ook is, Aad de Mos zei dat laatst treffend: je moet bij elke club waar je zit op een gegeven moment weg. Maar als die club je familie is, dan zit je toch jarenlang heel gek te kijken als je er bent weggestuurd. Dan is het een voordeel als je er niet werkt, want dan kan je niet uit je eigen familie worden gejaagd. Maar dat is niet de reden waarom ik hier nooit trainer ben geworden, hoor.''
Lichamelijke klachten waren dat de laatste jaren wel. "Ik heb, zoals ze dat in Engeland zeggen, een minor heart attack gehad. Een blokkade van de circumflex. Dat heb ik als een teken van boven gezien. Dat ik het rustiger aan moest doen."
Maar dat heeft Jol niet lang volgehouden. Inmiddels speelt hij alsnog een cruciale rol bij ADO Den Haag. Niet als trainer, maar als hoofd van het technische hart. Hij heeft de belangrijkste stem in de samenstelling van de selectie, maar probeert ook zijn kennis te gebruiken voor het hervormen van de Haagse jeugdopleiding. "Ik heb nu meer stress dan ik ooit heb gehad als trainer'', vertelt hij. "En dan heb ik het over het meeleven tijdens de wedstrijden. Als we niet winnen, ben ik niet te genieten."
Jol bekleedt zijn nieuwe functie sinds afgelopen lente. Maar algemeen directeur Mohammed Hamdi haalde hem in december 2019 al binnen als adviseur. ADO Den Haag stond op dat moment voorlaatste in de eredivisie en ging Alan Pardew aanstellen als de nieuwe hoofdtrainer, als opvolger van Alfons Groenendijk. In die fase vertrokken ook veel directieleden en managers bij de club. Het jaar 2020 zou niet bepaald rustig worden, dat was toen al duidelijk.
Waarom ben je er weer ingestapt?
"Ik vond het vervelend dat de club in een slechte situatie zat. En Mo zat hier. Ik kende hem. Toen ik zag dat hij hier algemeen directeur was geworden, kreeg ik nóg meer interesse in hem en de club. Hij is een man die twaalf tot veertien uur per dag werkt. Dat vond ik heel positief. Het is een jonge gozer die de club erbovenop wil helpen. Bij zijn voorgangers dacht ik steeds dat het niet zou gaan lukken. Maar bij Mo zie ik dat het hem écht iets doet. Hij is misschien niet op het beste moment ingestapt, maar zeer ambitieus."
Jol wilde helpen. En hij probeerde aanvankelijk Tscheu La Ling met zich mee te krijgen. Ling had als eigenaar van het Slowaakse AS Trencín bewezen een club met gericht beleid omhoog te kunnen stuwen. Hij heeft volgens generatiegenoot Jol een blauwdruk voor hoe de topsportcultuur binnen een club moet zijn. "Hij heeft een concept dat werkt. Maar Tscheu La vroeg zich af waar ik aan begon. 'Je trekt aan drie dode paarden', zei hij. Maar ik weet dat hij ook een hart voor de club heeft.
"Het is toch onze club? Er is hier niet vaak iemand geweest die hele dagen werkt en daar niets voor hoeft te hebben. Kijk, RKC en Tottenham Hotspur zitten in mijn hart, maar deze club zit in mijn ziel, hier ben ik opgegroeid. Daarom doe ik het."
Zijn poging om Ling erbij te betrekken, was ook zijn eerste actie richting de cultuuromslag die hij graag ziet plaatsvinden. Jol wil dat het Haagse gezicht zichtbaarder wordt binnen ADO, hij heeft het vanaf zijn eerste dag als hoofd van het technische hart benadrukt. En dat Haagse gezicht moet er eerst in de organisatie komen.
Wat hoop je hier nou te bereiken?
"Ik wil gewoon dat die Haagse gezelligheid en topsportcultuur er is. Ik zou willen dat het een Haagse club is, met Haagse mensen bovenin. Oud-spelers, zoals Tscheu La, Harry van der Laan, Lex Schoenmaker, Aad Kila, Dick Advocaat, Piet de Zoete, enzovoort. Dat soort gasten heb je nodig. Geen dwarsliggers, maar clubmensen met een goede mening. Op dit moment moeten we uiteraard al blij zijn als ADO in de eredivisie blijft. Dat is eigenlijk belachelijk, maar wel de realiteit. Het is nog steeds een grote club, al zou je dat op dit moment niet zeggen. Ik heb in mijn hoofd dat we op termijn, net als FC Utrecht, structureel een subtopper kunnen worden.''
Wat moet er tegenover staan, wil je hier je energie in blijven steken?
"Dat de jeugdopleiding zich ontwikkelt, bijvoorbeeld. Want dat vind ik het leukste. Dan ben je, zonder al te veel druk, bezig met de middellange termijn. We hebben het daar al helemaal veranderd. Er lopen goede spelers rond. Ik zou er zo een aantal kunnen opnoemen, bijvoorbeeld jongens die we kortgeleden hebben vastgelegd, die het eerste kunnen halen.''
Wie?
"Als het goed is, kun je dat de komende seizoenen zelf gaan zien. Ik zou trots zijn als we op een gegeven moment een speler voor een paar miljoen verkopen nadat hij hier op jonge leeftijd is gekomen en langzaam is gebracht. Als we dat bereiken, zijn we op de goede weg."
Maar het herinrichten van de jeugdopleiding is één, Jol moest afgelopen zomer ook een metamorfose in gang zetten bij het eerste elftal. "We zijn begonnen met het aantrekken van jonge spelers. De bedoeling was om de selectie daarna aan de bovenkant te versterken. Het gros van de oudere spelers vervangen en een goede, ervaren as creëren. Dat is niet helemaal gelukt, maar we zijn er nog steeds mee bezig.''
De belangrijkste reden daarvoor is de financiële situatie in Den Haag. ADO staat er slecht voor en moet saneren. Het overbrengen van zijn liefde voor de stad Den Haag was vaak Jols belangrijkste betaalmiddel bij zijn zoektocht naar nieuwe spelers. "Den Haag, met het strand en het groen op twee kilometer van elkaar, is één van de allermooiste steden van Europa'', vertelt hij. "Toen we in onderhandeling waren met David Philipp ben ik met hem door de stad gaan rijden, over de boulevard. Het was goed weer en ik dacht: nu moet hij wel komen. Want het is geen vanzelfsprekendheid dat iedereen maar even naar ADO Den Haag komt, hè? Wij kunnen niet zo makkelijk een speler halen.''
Toch trok ADO achttien spelers aan voor de hoofdmacht. Bovendien werd er een heel nieuw tweede team geformeerd en een groot aantal jeugdspelers naar Den Haag gehaald.
Was een tussenoplossing niet beter geweest? Een paar directe versterkingen in plaats van achttien nieuwe spelers?
"Nee, dat zeggen zo veel mensen. Maar dat kon op een gegeven moment niet meer. We zaten al aan het maximum van ons salarishuis. We hadden het van tevoren helemaal uitgestippeld, maar we moeten handelen naar de financiële situatie. Er is al eerder geprobeerd om de selectie te transformeren en wij pakken nu door. In het belang van de club. We proberen onze nek uit te steken.''
ADO begon niet goed aan de competitie. De club staat voorlaatste, net als een jaar geleden, toen Jol zijn missie begon. Het leverde het hoofd van het technische hart al veel kritiek op. De selectie die hij met de club heeft samengesteld, is volgens velen niet goed genoeg voor de eredivisie.
Rankovic
Daarnaast speelde hij een rol in het snelle ontslag van Aleksandar Rankovic, de trainer die niet naar Jol geluisterd zou hebben. "Niemand hoeft naar mij te luisteren'', countert de technisch adviseur. "Maar het kan slim zijn om het af en toe te doen.''
En kritiek? Die kan Jol wel hebben. "Iedereen roept maar dat het hier niet goed gaat. Maar dat weten wij ook wel. Het voetbal is nog niet zo heel goed, we zijn verjongd. Wij hebben de handschoen opgepakt om er weer wat moois van te maken. We willen dat iedereen trots is op het geel-groene shirt. We hebben er vertrouwen in dat het gaat lukken en het liefst met Haagse jongens in de organisatie. Ik heb in elk geval mijn verantwoordelijkheid genomen en ik kan er ook niet mee stoppen. Soms lig ik er wakker van, maar ik ga door. Deze club moet overeind komen en weer omhoog.''