Bron van dit artikel


Datum plaatsing: 07-03-2009 09:55:00

John van Zweden: 'Wij hebben niets roods in huis'

Het bordje achter de toonbank van het behangparadijs aan de Oude Haagweg in Den Haag laat aan duidelijkheid niets te wensen over.

Door DENNIS JANSEN


Eigenaar John van Zweden, een die hard ADO-fan, krijgt dagelijks gemiddeld drie klanten over de vloer die om Ajax-behang vragen. Het ‘nee’ verkopen geeft hem een heerlijk gevoel, zegt hij. „Ajax-behang verkopen we niet. Ik heb wel behang van Feyenoord en PSV. En ADO Den Haag natuurlijk. Dat gaat hard dit seizoen. De rollen vliegen over de balie.”
 

ADO Den Haag verwelkomt morgen aartsrivaal Ajax. Hoewel de Amsterdammers wel vaker weerstand ontmoeten als zij op vreemde bodem hun wedstrijdje spelen, is de antipathie in de grote steden Den Haag, Rotterdam en Utrecht het meest heftig. In de Residentie neemt de harde supporterskern het woord ‘Amsterdam’ niet in de mond maar praat men liever over ‘020’. Op diverse sites wordt op verschillende manieren naar de wedstrijd toegeleefd. Met een anti-Ajax-liedje of een aloude spreuk van Jules Deelder ‘Amsterdammers hebben een goed hart, het moest alleen gekookt op hun rug hangen en zo laag, dat de honden erbij kunnen.’

Waar die antipathie vandaan komt, is moeilijk te zeggen. „Maar alles heeft te maken met de uitstraling van Ajax, de arrogantie, de bluf. Amsterdammers hebben vaak een grote mond, ja, ik ook,” zegt Dennis den Turk, oud-speler van ADO Den Haag, geboren Amsterdammer die zijn jeugdjaren bij Ajax speelde. „Daar denken de supporters ook nog eens dat ze de grootsten zijn. Moet je niet bij Hagenaars zijn, hoor,” aldus Den Turk, volgend seizoen trainer bij ADO. Ondanks zijn Amsterdamse roots was hij geliefd in het Zuiderpark. „Als je alles geeft voor de ploeg, dan kom je een heel eind. Ik werkte hard, gooide de beuk erin en deelde ook nog wel eens een schopje uit.”
 

In de jaren dat André Wetzel bij FC Den Haag speelde -eind zeventig, begin tachtig-, had Ajax (nog) geen aparte status. „Eigenlijk wilden we altijd van de top drie winnen, Ajax, Feyenoord én PSV. In mijn ogen was Ajax destijds nog niet zo bijzonder.”
 

Vanaf begin jaren tachtig groeide rivaliteit, vooral tussen de supportersgroepen waarbij het bomincident (1983) in Amsterdam en de gestaakte wedstrijd (1987) na rellen in het Zuiderpark als absolute dieptepunten golden. In 2006 kwam daar een zwarte bladzijde bij toen Ajax-fans het supportershome bestormden en brand stichtten. De burgemeesters van beide steden besloten daarop om vijf jaar lang tijdens wedstrijden tussen Ajax en ADO Den Haag geen uitfans meer toe te laten.
 

Michael Mols die net als Den Turk zijn jeugdopleiding bij Ajax genoot, streek in de nadagen van zijn loopbaan neer in Den Haag. „Gek genoeg heb ik daarna erg vaak bij clubs gespeeld die iets tegen Ajax hadden, zoals FC Utrecht, ADO Den Haag, nu Feyenoord.”
 

Mols moest in Den Haag de nodige scepsis wegnemen. „In Den Haag hadden ze moeite met mijn accent, daar dolden ze me wel eens mee. De supporters hadden ook iets van ’wat moeten we hier met die ouwe?’ Maar dat lag eerder aan het seizoen daarvoor, toen ik bij FC Utrecht niet echt uit de verf kwam. Of de Haagse fans me meteen associeerden met Ajax weet ik niet. Ajax heeft de uitstraling van ‘wij zijn de besten’. De club profileert zich ook als zodanig. Dat roept weerstand op. Van Amsterdammers wordt dan ook meteen gedacht dat ze allemaal een grote mond hebben. Is dus niet zo. Ik ben redelijk rustig.”
 

Mols groeide bij ADO Den Haag uit tot de populairste Amsterdammer sinds Heini Otto. Vanwege zijn technische hoogstandjes, maar vooral ook omdat hij zich wekelijks uit de naad werkte. Toen hij in zijn laatste wedstrijd voor ADO Den Haag, uit bij NEC, een publiekswissel kreeg, bleven de Haagse fans zijn naam scanderen tot het eindsignaal klonk. „Ik geloof wel twintig minuten lang. Dat deed me heel veel. De waardering die je terugkrijgt van de supporters, was ongekend. Het beeld dat vaak van de Haagse fan wordt geschetst, is niet terecht.”
 

De fan Van Zweden vindt Ajax-thuis dé wedstrijd van het jaar. De Hagenaar heeft zelfs het reisje naar Swansea City, de club in Wales waar hij mede-eigenaar is, geannuleerd. „Dit is toch de wedstrijd waar alles om draait. Ach ja, ik ga best een beetje ver. In het Albert Heijn-voetbalplaatjesboek van mijn dochter van vijf, heb ik het elftal van Ajax eruit gescheurd.”
 

Geen Ajax-plaatjes dus in huize Van Zweden. „Maar ook geen rode kleren. Ik heb niks roods in huis.”