Bron van dit artikel
Datum plaatsing: 31-01-2007 18:50:00
Hoogendorp, nu al de verlosser van ADO
Door DENNIS JANSEN
Rick Hoogendorp is terug in Den Haag. De 32-jarige aanvaller verruilt met onmiddellijke ingang VfL Wolfsburg ...
... voor ADO Den Haag, de club waar hij in 1995 zijn profloopbaan begon. De Hagenaars huren hun stadgenoot van de Duitse Volkswagenclub voor de duur van anderhalf jaar. Voor Hoogendorp, die precies een jaar geleden RKC Waalwijk verliet voor het avontuur bij Wolfsburg, is de cirkel rond. “Ik heb altijd gezegd dat ik bij ADO Den Haag mijn loopbaan wilde afsluiten. Super dat dat is uitgekomen.”
Opgelucht?
Rick Hoogendorp: “Zeker. Eindelijk zijn we eruit. Daar ben ik blij om. Het heeft toch even geduurd.”
Waarom duurden die onderhandelingen zo lang? “Wolfsburg wilde wel van mij af, maar niet zonder slag of stoot. ADO Den Haag wilde me graag hebben, maar kon de hoofdprijs niet betalen en ik wilde graag voetballen, dus heb ik ook water bij de wijn gedaan. Dan is het logisch dat er hoog spel gespeeld wordt. Gelukkig zijn nu alle partijen tevreden.”
Op het laatste moment ging het toch nog bijna mis. “Binnen de landsgrenzen is een speler huren toch wat gemakkelijker dan wanneer een Nederlandse club een voetballer huurt van een buitenlandse club. Vraag me niet naar de details, maar ik heb wel even in de zenuwen gezeten.”
Je had ook voor het geld op de bank kunnen gaan zitten bij Wolfsburg. “Daar ben ik te veel liefhebber voor. Ik wil gewoon graag voetballen, dus daarom ben ik blij dat we er uitgekomen zijn.”
Met een hoop bombarie werd je een jaar geleden door Wolfsburg aangetrokken met een droomcontract tot 2009. Nu ben je alweer weg. Is je Duitse avontuur mislukt? “Als mens heb ik me verrijkt. Ander land, andere omgeving, cultuur en taal. Daar word je sowieso wijzer van. Maar als voetballer, daar ben ik eerlijk in, is het niet geworden wat ik ervan gehoopt en verwacht had.”
‘Misschien had ik die bal in Duitsland minder vaak breed moeten leggen’
Hoe kwam dat?
“In de voorbereiding op dit seizoen speelde ik alles. Ik was in goede doen, maakte tien, elf doelpunten. Toen de competitie begon, was ik een zekerheidje. Behalve voor de trainer. Ik stond er de eerste competitiewedstrijd naast en mocht in vier weken precies één keer invallen. Een beetje merkwaardig wel. Hanke kwam van het WK, was drie weken op vakantie geweest, trainde één week en stond gewoon in de basis. Datzelfde gold voor Klimowicz, dé man in Wolfsburg. Hij was de hele voorbereiding ziek, zwak en misselijk. Toen de competitie begon, was hij net fit. Dus speelde hij. Dat hakte er flink in bij mij.”
Rick Hoogendorp heeft geen kansen gekregen?
“Niet genoeg, nee. Een spits moet voor tien wedstrijden het vertrouwen krijgen. Niet eerst een basisplaats, een week later tien minuten invallen en daarna weer drie keer op de bank of zelfs de tribune. Dan wordt het moeilijk iets te laten zien. Mis je in die invalbeurten dan ook nog eens een grote kans dan zeggen ze: zie je wel, hij is niet goed genoeg.”
Eén doelpunt in een heel jaar staaft die conclusie misschien? “In Duitsland tellen de doelpunten. Of je goed speelt of waardevol bent voor het team, is van ondergeschikt belang.”
Kun je jezelf iets verwijten?
“Ik heb precies één training gemist in dat hele jaar. Ik had last van mijn rug. Verder heb ik me altijd correct opgesteld, ben niet gaan zeuren of zo. In het veld ging ik er voor. Misschien had ik de bal minder vaak breed moeten leggen. Misschien kan ik mijzelf dát verwijten. Meer aan mezelf denken, schijt hebben aan alles en iedereen. De Ricky van vroeger moeten zijn: egoïstischer. Ja ja, ik ben socialer geworden. Als een ander er beter voor staat, kan hij beter scoren. Achteraf dom. In Duitsland word je nou eenmaal op je eigen doelpunten beoordeeld.”
Wel eens naar de trainer, Klaus Augenthaler, gestapt?
“Die man is onaantastbaar in Duitsland. Negen landstitels, een Europacup en een wereldbeker. Wie ben ik dan? Hij was eigenlijk altijd redelijk positief, maar wilde wel meer goals. Waarop ik heb gevraagd waarom ik dan geen serie van wedstrijden achter elkaar kon spelen. Dan krijg je vertrouwen en kun je laten zien wat je kunt. Tegen HSV, Mainz en Cottbus stond ik in de basis. Van HSV en Mainz wonnen we, tegen Mainz veroorzaakte ik een penalty. Tegen Cottbus werd het 0-0, maar ging het wat mij betreft niet slecht. Zeven punten uit drie wedstrijden, ach, ‘never change a winning team’, zou ik dan zeggen. Een week later zat ik op de bank. Kort daarna mocht ik zelfs weg. Eigenlijk best een vreemde zaak.”
Terugblikkend op je Duitse periode?
“Met gemengde gevoelens natuurlijk. Aan de ene kant opgelucht, want ik trainde voor niets. Ik speelde niet. Dan kun je beter ergens anders gaan voetballen. Aan de andere kant had ik dit seizoen graag 25 goals gemaakt voor Wolfsburg.”
Over goals gesproken. In Den Haag zitten ze daar nogal om verlegen. Jij wordt al gezien als de ‘El Salvador van ADO’.
“Nou, ik zou graag de verlosser zijn en ga er alles aan doen om dat te worden. Van extra druk of hoge verwachtingen heb ik geen last. En vervelend vind ik zo’n typering niet. Ik weet wat er van me verwacht wordt. Als ADO Den Haag het achterin dichthoudt, komt het voorin ook wel goed.”
Je laatste doelpunt in Nederland was namens RKC Waalwijk tegen NAC. Een intikker, maar wel de beslissende 2-1.
“Pff, zou ik niet eens meer weten. Wel grappig is dat mijn laatste balcontact namens Wolfsburg een doelpunt was. Ik viel in voor de beker tegen Greuther Fürth en maakte de 3-1. Daarna was de wedstrijd afgelopen en heb ik niet meer gespeeld.”
De positie van Michael Mols in Den Haag is onomstreden. Hij is even weggeweest door een knieblessure, maar is nu weer fit. Jij speelt dus vanaf de zijkant. Bij RKC Waalwijk was dat ooit een probleem voor je.
“Dat was toen. Ik heb met de trainer (Lex Schoenmaker) nog niet over mijn positie gesproken, maar ik heb bewezen ook op de flanken uit de voeten te kunnen. Alles in het belang van het team, van ADO Den Haag en van lijfsbehoud. Met mij kan de trainer alle kanten op. Ik zie er naar uit om met Michael Mols te voetballen. Een grote voetballer, de beste van Den Haag.”
In Den Haag zijn de eerste weddenschappen al gesloten. Als je niet meer dan drie goals maakt, ben ik ook twee flessen wijn kwijt.
“Als ik met drie doelpunten negen punten kan pakken, zijn we aardig op weg, lijkt mij.”
Ho ho, ADO Den Haag gaat bij wijze van spreken met de collectebus de wijken in om Hoogendorp te kunnen financieren en Hoogendorp zelf zegt dat hij maar drie goals maakt? Wát een Haagse bluf!
“Ga er maar vanuit dat je die wijn niet zelf hoeft te betalen.”