Bron van dit artikel


Datum plaatsing: 13-01-2013 10:30:00

Fraser: 'Verdedigers moeten harder spelen, maar niet gemener.'

Tijdens het trainingskamp van ADO Den Haag in het Spaanse Estepona sprak de redactie van ADOfans met Henk Fraser over zijn rol als assistent bij ADO Den Haag en zijn ambities als trainer.

Henk Fäser relaxt bij het zwembad van het spelershotel

Henk Fäser, kun je uitleggen wat jouw rol als assistent-trainer inhoudt?  
“Voor mij persoonlijk houdt dat in ik dat ik mijzelf en mijn kennis en ervaring in dienst stel van het team. Mijn rol als assistent bij ADO Den Haag is dat ik daar waar het nodig is ondersteunend ben voor de hoofdtrainer, andere leden van de technische staf en de spelers. Met Maurice Steijn bespreken we en plannen we de trainingen, analyseren we de wedstrijden en bespreken we de voorbereiding op de komende wedstrijd. De rol van een assistent-trainer is soms heel delicaat, de trainer moet in alle opzichten het volledige vertrouwen in je hebben maar dat geldt ook voor de spelersgroep. Het gaat om je kwaliteiten maar het gaat ook om je betrouwbaarheid. Het komt niet zo vaak voor, maar het kan wel eens gebeuren dat een speler iets kwijt wil wat niet per definitie bij de hoofdtrainer terecht hoeft te komen en dan praten ze met mij.”   

Aangezien je zelf verdediger bent geweest, richt jij  je tijdens de trainingen dan ook meer op de verdedigers?
“Om eerlijk te zijn niet. Ik heb wel meer ervaring als verdediger, maar ik ben ooit als aanvaller begonnen en daarna heb ik op het middenveld gespeeld. De laatste jaren van mijn actieve voetbalcarrière heb ik in de verdediging gespeeld. Door mijn ervaring als verdediger weet ik heel goed wat een aanvaller wil en wat hij vervelend vindt. Daardoor kan ik een aanvaller vanuit het oogpunt van een verdediger meegeven wat een verdediger vervelend vindt en een verdediger kan ik uitleggen hoe hij het een aanvaller moeilijk kan maken.

Afgelopen week spraken we met Dion Malone en die vertelde ons dat jij hem erop wees dat hij af en toe wat harder moet zijn.
“Harder wel, maar zeker niet gemener. Tegenwoordig wordt je gedwongen op een andere manier te verdedigen. Ik vind dat de huidige spelers veel beter hun lichaam moeten gebruiken. De spelers en sporters van nu zijn fysiek fitter en sterker dan in mijn tijd. Vroeger kon je vol het duel in gaan, nu krijg je heel snel gele en rode kaarten. Ik denk dat het huidige verdedigen veel meer gericht moet zijn op het uit balans brengen van de tegenstander en hem te dwingen de bal te spelen. Ze moeten dus zeker niet harder gaan spelen door gemener spelen, maar ze moeten slimmer met hun lichaam om gaan.
Het duel speelt zich nu meer af met het bovenlichaam. Een stevige schouderduw mag, dus als dat nodig is moeten ze dat doen. Maar je kunt nu niet meer een sliding maken met het risico dat je de bal wel of niet raakt.”

Je bent nu nog assistent bij het eerste maar het komende half jaar ga je het tweede trainen, wat gaat er daarmee voor jou veranderen?
“Er verandert eigenlijk weinig voor mij. Het eerste en tweede trainen nu door de week al gezamenlijk, dus op dat gebied verandert er niets. Het enige wat er voor mij veranderd is, is dat ik op maandag verantwoordelijk ben voor het tweede elftal. In de loop der tijd ben ik bij Feyenoord en PSV al eindverantwoordelijk geweest voor de onder 19 en onder 17 elftallen. En ik ben al eens eerder trainer van jong ADO Den Haag geweest, daarmee zijn we toen gepromoveerd naar de hoogste divisie. Doordat Wilfred van Leeuwen zich volledig op de jeugdopleiding gaat richten heeft men mij gevraagd om het komende half jaar het tweede te gaan doen.”

Henk Fräser overlegt tijdens de training met Maurice Steijn

Verantwoordelijk voor het tweede elftal is leuk,  maar hoe staat het met jouw ambities als trainer van een eerste elftal?
“Het is een gezonde ambitie van iedere trainer om hoofdtrainer te willen zijn bij een BVO. En ik ga nu ook niet ontkennen dat er afgelopen zomer twee clubs zijn geweest die mij een aanbieding voor de functie van hoofdtrainer hebben gedaan. Dat heb ik met ADO Den Haag besproken en zij hebben mij toen aangegeven dat zij mij niet kwijt wilden.”

Daarnaast heb ik het hier  reuze naar mijn zin, ook in mijn rol als assistent en zoals ik die rol in kan vullen bevalt mij dat uitstekend.  Anderhalf jaar geleden zijn we met ADO een bepaalde weg ingeslagen en om ervoor te zorgen dat ADO over een paar jaar een club is die structureel in het linkerrijtje kan spelen. Ik zou heel graag mede aan de basis van het bereiken van dat doel willen staan. Daar moet nog best veel voor gebeuren, maar ik zie dat wel als reëel doel voor deze club.  

En wat betreft mijn ambitie om hoofdtrainer te worden. Ik ben sinds afgelopen seizoen ook assistent bij jong Oranje. En daar heb ik ook een paar keer de trainingen voor de kwalificatiewedstrijden geleid omdat Cor Pot de tegenstander aan het analyseren was. Daar had ik jongens als Clasie, Fer, Wijnaldum en De Jong onder mijn hoede gehad. Jongens die in de top van de eredivisie spelen, die jongens kan je geen onzin trainingen geven. Dus ik ben er van overtuigd dat ik het aan kan.
De drang om op hele korte termijn ergens hoofdtrainer te 'moeten' zijn heb ik echter niet. Maar ik ben er wel van overtuigd dat ik klaar ben voor een volgende stap.”