w | g | v | p | |||
---|---|---|---|---|---|---|
1 | EXC | 14 | 9 | 2 | 3 | 29 |
2 | HEL | 14 | 8 | 3 | 3 | 27 |
3 | GRA | 14 | 7 | 5 | 2 | 26 |
4 | VOL | 14 | 8 | 2 | 4 | 26 |
5 | DBO | 14 | 7 | 4 | 3 | 25 |
6 | DOR | 14 | 7 | 4 | 3 | 25 |
7 | EMM | 14 | 7 | 3 | 4 | 24 |
8 | CAM | 14 | 7 | 1 | 6 | 22 |
9 | TEL | 15 | 5 | 7 | 3 | 22 |
10 | ADO | 14 | 5 | 6 | 3 | 21 |
11 | RJC | 14 | 5 | 5 | 4 | 20 |
12 | JAZ | 14 | 5 | 2 | 7 | 17 |
13 | TOP | 14 | 4 | 4 | 6 | 16 |
14 | EIN | 15 | 4 | 4 | 7 | 16 |
15 | JPS | 14 | 4 | 2 | 8 | 14 |
16 | MVV | 15 | 2 | 7 | 6 | 13 |
17 | JAJ | 14 | 2 | 6 | 6 | 12 |
18 | VVV | 15 | 3 | 2 | 10 | 11 |
19 | JUT | 14 | 1 | 5 | 8 | 8 |
20 | VIT | 14 | 2 | 6 | 6 | 6 |
Nu woont hij weer in India; tussen de koeien en met vuilnis voor zijn deur.
Door onze correspondent Harald Doornbos
Ganesh Das is zo’n man die je al het geluk van de wereld gunt. Want in het gigantische, zeer arme India zijn zo goed als alle 1,1 miljard inwoners gek van cricket. Voetbal kent bijna niemand; een internationale ster worden lijkt bijna onmogelijk. En dan die hitte. Een balletje trappen in het koude Nederland is wel wat anders dan rennen en draven in New Delhi, India’s hoofdstad, waar het negen maanden per jaar warmer is dan veertig graden. “Dat heerlijk koele klimaat was het aangenaamste van Nederland”, zegt Das. “Na vijf minuten zweet je je hier gek, in Nederland kun je zonder problemen anderhalf uur een wedstrijd spelen.’
Das bleek talentvol en bovendien een doorzetter. Geboren en getogen in New Delhi werd hij op z’n vijftiende India’s beste junioren sprinter. Voetballen deed hij al en hij sloot zich aan bij de Bengaalse Voetbal- en Cricket Club. Das was de uitblinker. Hij scoorde bij de vleet. Hij herinnert zich nog een wedstrijd in India waarin hij maar liefst zeventien doelpunten maakte. “De tegenstanders konden dat niet echt hebben en staken me toen met een mes in mijn rug”, vertelt Das terwijl hij zijn overhemd uittrekt en een litteken laat zien. “Ondanks mijn verwondingen heb ik die wedstrijd natuurlijk wel uitgespeeld.”
Aanbod
De verlossing van het Indiase voetbal met zijn lage niveau en gewelddadige karakter kwam in 1989 toen een Nederlandse ‘voetbalscout’ Das zag spelen. Hij kreeg direct het aanbod om naar Nederland te komen. Daar, zo vertelde de scout, zou hem wellicht een glansrijke carrière wachten. Das besloot het drie maanden te proberen. Hij was hiermee de eerste Indiase voetballer die naar Europa ging.
Op een toeristenvisum arriveerde de nu 32 jaar oude Das in Nederland. Zijn eerset club zat in Zoetermeer. Eerst de zevende klasse, daarna de tweede. Daarna kon hij aan de slag bij de Rijswijkse Voetbal Club, RVC. Deze semi-professionele club gaf hem indertijd naar eigen zeggen 1500 gulden (€ 675) per maand. Na verloop van tijd toonde ADO interesse. Nog altijd geen Ajax of PSV, maar hij verdiende tenminste maandelijks ruim drieduizend gulden. “Voor ieder doelpunt dat ik maakte kreeg ik 500 gulden (€ 226) extra”, vertelt Das, “en er was een fan die een krat bier per doelpunt aan je gaf. Heineken ja, daar houd ik wel van.”
Das, die uiteindelijk vijf jaar in Nederland bleef, zou nooit doorstoten naar de grote clubs. Hij haalde nooit het niveau van Gullit, Rijkaard en Romario. Hoger dan ADO kwam hij niet.
“Gullit, Romario, De Boer, dat zijn de grote spelers, ik ben maar een kleintje”, grijnst Das, die nog altijd een behoorlijk mondje Nederlands spreekt.
Was het voor hem niet moeilijk om de glansrijke carrière en het grote geld aan zijn neus voorbij te zien gaan? Das: “Ik heb Shiva (binnen het hindoeïsme de god van de vernietiging en hergeboorte, red.), hij heeft me gezegd: ‘ik heb geen geld nodig, veel geld maakt mensen kapot’.” Maar toch zou het wel aardig zijn als hij iets meer verdiende dan de 150 euro per maand die hij nu verdient. Want toen het Das duidelijk werd dat hij in Nederland nooit een Romario of Gullit zou worden, keerde hij onder druk van zijn vader terug naar India.
Enige zoon
“Ik ben zijn enige zoon, hij miste me zo dat hij steeds moest huilen.” Hier in New Delhi trouwde Ganesh en zette een reisbureau op. Erg veel stelt het niet voor. Een piepklein kantoortje waar wat posters van Lufthansa en hindoeïstische goden aan de muur hangen. Buiten zijn kantoor eten de koeien resten afval op dat overal op straat ligt. Even verderop zitten tientallen kippen in een kooitje sip voor zich uit te kijken. Hier woont de lokale slager. En iedere keer als je een stuk kip wilt hebben, grijpt de slager er een uit het hok en hakt de kop eraf. “India is nogal anders dan Nederland”, geeft Das volmondig toe. “Het is hier erg arm en smerig. Er is nauwelijks elektriciteit. Mensen hebben nauwelijks geld. Soms denk ik terug aan Nederland en dan zie ik de kratten bier, de leuke meisjes en mijn vrienden weer voor me. India is m’n vaderland, maar ik mis Nederland vaak. Ik vind dat nou echt een leuk land.”