Bron van dit artikel


Datum plaatsing: 06-09-2007 08:00:00

Eindelijk grote stadions

Door DENNIS JANSEN
DEN HAAG - ADO Den Haag speelt dit seizoen toch in de eredivisie. Die bij de vrouwen. Voor de Haagse Chavelli Stolk komt een droom uit. ,,Dan zat ik vroeger in het Zuiderpark en dacht ik: konden wij dat óók maar.’’

Het was na een training, eerder dit seizoen. De meiden van ADO Den Haag hadden getraind en stonden te pratenin de gang van het stadion. Onderwerp van discussie: kleding.

Opeens liet een speelster haar broek een klein stukje zakken en paradeerde langs haar ploeggenoten. „Dan ga ik wel zó naar de wedstrijd,’’ klonk het geïrriteerd, ,,en doe ik wel Björn Borg-ondergoed aan. Ziet ’t er tóch een beetje uit.’’

Chavelli Stolk, de Haagse speelster van ADO Den Haag, legt lachend uit. "De broeken van de kostuums waren al te kort toen we ze kregen en ze zijn op trainingskamp op de Faroer Eilanden in de was nog meer gekrompen. Logisch dat we daarover praten. Nee, dat is niet typisch iets voor vrouwen. Mannen zijn net zo ijdel. Je wilt er toch goed uitzien?’’

De kleding voor de dames is (dus) getailleerd én geen xl-broeken. ,,Het moet allemaal wel een beetje kloppen.’’

Al jarenlang kent vrijwel elk verhaal over vrouwenvoetbal een hoofdstukje over vooroordelen.

,,Het wordt wel minder, hoor,’’ weet Stolk (22). ,,In geen enkele andere sport worden mannen met vrouwen vergeleken, behalve in het voetbal. De verschillen zitten ’m in kracht en snelheid. Maar kijk eens
naar het tennis. Williams zal ook niet van Nadal winnen. Wat dacht je van het turnen? Mannen en turnen, daar werd ook lacherig over gedaan. Maar alles staat en valt met prestaties. Yuri van Gelder behoort nu tot de top en de sport wordt serieus genomen.’’

Meer dan ooit mag het vrouwenvoetbal in Nederland zich verheugen in het licht van de schijnwerpers, nu een eredivisie van start is gegaan met zes clubs. "De clubs hebben stappen gezet, de KNVB heeft meegewerkt, nu is het aan ons om iets te laten zien ,’’ zegt Stolk, voor wie een droom is uitgekomen. Vorige week donderdag was het zo ver. ADO Den Haag begon de strijd in de eredivisie met een 1-0 overwinning op Willem II in het Zuiderpark. Voor de wedstrijd kwam er hoog bezoek in de kleedkamer: technisch adviseur Lex Schoenmaker van ADO. Hij ging eerder ook al mee op trainingskamp.

Vanavond speelt de Haagse ploeg wederom in een groot stadion, dat van Heerenveen.

De wieg van Stolk stond in de schaduw van het Zuiderpark, het oude stadion van ADO. ,,Ik ben opgegroeid in de buurt van Quick Steps. De Gooilaan in Den Haag. Ik ging op de fiets naar het Zuiderpark en kom uit een echte sportfamilie. Mijn vader voetbalde bij NLS, al was taekwondo absoluut zíjn sport. Mijn moeder deed aan fitness en mijn zusje aan wedstrijdzwemmen en ballet.”

Chavelli, die haar voornaam dankt aan een Spaanse vriend van haar ouders (‘Hij verzon Chavelli en mijn oudere zusje Danitsja mocht kiezen’), was vooral aan het voetballen op straat.

,,Bij Ready, de korfbalclub, op het pleintje. Ik was een echt straatschoffie. Klom in lantaarnpalen en zo. Na school was het voetballen, daarna snel eten en weer terug om te voetballen.’’

Lid werd ze van Quick Steps, een echte volksclub. ,,Ik was tien jaar.’’

Ze werd onmiddellijk gevraagd voor vertegenwoordigende teams als Oranje onder 16 en 17 jaar. Het voetballen door vrouwen en meisjes werd al minder raar gevonden. ,,Dat kwam ook door de buurt waar ik, een echte volksbuurt. Iedereen voetbalde daar. Dat was in de Vogelwijk wel anders.’’

Dat was kort voordat Stolk in een jongensteam terechtkwam. ,,Nee, dat was niet gek. Ik kende veel van die jongens bovendien, omdat ik met hen op straat had gevoetbald,” vertelt de Haagse, die op haar zeventiende naar vrouwengrootmacht Ter Leede vertrok en vorig seizoen bij RVVH in Ridderkerk speelde. Met ADO Den Haag heeft ze wel iets. Ze heeft er in haar jeugd zelfs een tijdje getraind en zat voor het
eerste geregeld op de tribune. ,,Toen dacht ik wel eens: voetballen in zo’n stadion, konden wíj dat óók
maar.’’

Stolk is deze zomer afgestudeerd aan de de Haagse Academie voor Lichamelijke Opvoeding en doet nu sportmanagement. Ze traint vijfmaal per week en speelt dus elke donderdag. ,,Dat gaat dus allemaal net, qua tijd.’’

En geld? Ze krijgt een onkostenvergoeding, meer niet. Ze moet echter vijf keer per week trainen en speelt dus elke donderdag. Voor een baantje is geen tijd. ,,Maar ik woon nog thuis, heb absoluut niet te klagen en zal dus mijn ouders af en toe eens lief moeten aankijken.’’