Bron van dit artikel
Datum plaatsing: 20-10-2010 11:20:00
Dmitri Bulykin: Een lootje uit Moskou
Nieuw seizoen, nieuwe spitsen. Iedere club heeft wel een nieuwe potentien#235;le goalgetter aangetrokken. Maar een echte spits koop je niet. Die win je.
© ProShots
Goh ja. Voor de neus van ADO-trainer John van den Brom stond er weer eentje. Weer zo’n kerel uit een ver land (wat was het ook alweer? Rusland? Oekraïne? Oezbekistan?) die zei dat hij spits was. Drie meter groot, twee meter breed, een kop als een baksteen. Spits? Spits? Lekker makkelijk - dat kon iedereen wel zeggen.
Voor hetzelfde geld was die beul een rechtsback met een drankprobleem. Of een mislukte ijshockeyer. Of gewoon een vuilnisman uit Wladiwostok. Wist John veel. Hij vroeg hoe die gozer ook alweer heette. Boekilie? Boeilkie? Boeliking? Nou, dat kon hij beter even op een papiertje zetten. En liefst niet in van die rare Russische LªττªÂ½κ²½.
B-O-E-L-I-K-I-N
Waar zou de wereld zijn zonder Google?, dacht John toen hij even later achter zijn computer zat en de letters B-O-E-L-I-K-I-N intoetste. Verrek. Het was in ieder geval een voetballer. Uit Moskou, Rusland. Een aanvaller ook. Maar niet bepaald eentje die elke week ballen tussen de palen schoot. Alleen een paar handen vol doelpunten toen hij nog in Rusland speelde. De laatste drie seizoenen was hij niet verder gekomen dan acht goals.
Maar ja, bij ADO komen nu eenmaal geen aanvallers aanwaaien die er elk jaar dertig inschieten. Ach. Deze Boelie viel in ieder geval niet om als je er tegenaan duwde. Dat was al heel wat. Doe es gek. Geef die gast een contract. Je weet maar nooit.
Loterij
Een spits kopen is als meedoen aan de loterij. Je koopt een lootje (of twee, of drie) en je hoopt dat je prijs hebt. Meer is het niet. Je kunt een peloton scouts op een spits af sturen, je kunt zijn looplijnen berekenen en zijn schotpercentage analyseren – maar de wedstrijd erop kan alles weer anders zijn.
Een linksachter kun je opleiden, een rechtshalf kun je kopen, maar een spits met een neusje voor de goal – die kun je alleen maar winnen. En dan nog. Hij kan zijn neus van de ene op de andere dag kwijtraken en er de rest van zijn leven naar zoeken. Het ene moment verandert alles wat hij aanraakt in goud, het volgende moment is het bruine smurrie.
'Het'
Een willekeurige greep uit spitsen die ‘het’ even hadden en daarna zomaar weer verloren. Toto Schillaci. Eric Willaarts. Mido. Zico Tumba. Glenn Salmon. Jhonny van Beukering. Wie heeft er ooit nog iets vernomen van Melvin Platje na een seizoen vol onmogelijke goals? Of van Frank Demouge – ooit goed voor twaalf intikkers in dertien wedstrijden? En bestaat Afonso Alves nog?
Boelikin is inmiddels de Tsaar van Den Haag. Zeven goals in zeven wedstrijden – hij kan de rest van zijn leven gratis wodka drinken in ieder willekeurig Haags café. Hij is populairder dan honderd Oh Oh Barbies en Oh Oh Sterretjes bij elkaar.
Jackpot
Afgelopen weekend scoorde hij de winnende tegen Excelsior, in de allerlaatste minuut van de wedstrijd. Van een meter afstand, met de onderkant van de binnenkant van zijn linkerknie. In de dug-out zat de trainer te glimlachen. John van den Brom wist wat er dit seizoen uit de lucht was komen vallen in Den Haag.
De jackpot.