Bron van dit artikel


Datum plaatsing: 15-05-2004 21:15:00

Dertiende, meer is in het Zuiderpark niet mogelijk

Strak in een maatkostuum met een fleurig overhemd en een bijpassende das. Het symboliseert de gemoedstoestand van Robert Langenbach, alg. directeur van ADO Den Haag. De opluchting is groot. ADO speelt ook volgend seizoen in de eredivisie. Langenbach blikt terug op de rentree op het hoogste niveau.

door René Dons

De afgelopen weken werkte hij nog met twee begrotingen: één op eredivisieniveau en een andere voor het geval ADO Den Haag onverhoopt zou degraderen. Het verschil zou zo'n twee à drie miljoen euro bedragen. Het angstvisioen om na één jaar terug te moeten keren naar de eerste divisie stemde Robert Langenbach niet vrolijk. Het zou een fikse bezuiniging hebben betekend, maar zijn angst was ongegrond. ADO Den Haag is één wedstrijd voor het einde van de competitie al veilig.

"Een nette vijftiende plaats, dat was ook de doelstelling voorafgaand aan dit seizoen", begint Robert Langenbach. "Daarmee ben ik tevreden. Bij de laatste thuiswedstrijd tegen NEC maken we er ook een klein feestje van. Er zijn wat extra activiteiten. Maar ik heb de afgelopen weken wel in mijn piepzak gezeten. Het verschil aan inkomsten tussen de ere- en de eerste divisie is groot. Als je op een begroting van circa zeven miljoen euro een bedrag van twee à drie miljoen moet inleveren omdat je degradeert, dan heeft dat grote consequenties. Niet alleen voor de spelerssalarissen die je dan nog kunt betalen, maar ook voor de interne organisatie. Die hebben we dit seizoen op eredivisieniveau gebracht. In het geval dat we waren gedegradeerd, dan hadden we ook daarop moeten bezuinigen en eigelijk doe je dan weer een stap in de hele ontwikkeling terug. Gelukkig is ons dat bespaard gebleven. Een club als Vitesse is op dit moment ook niet te benijden. Als de Arnhemse club erin blijft, dan moet het nacompetitie spelen en dat is ook een loterij."

Om lijfsbehoud te kunnen realiseren had ADO Den Haag in de winterstop wel een kwaliteitsinjectie nodig. Alberto Saavedra, Kazuyuki Toda, Tarik Oulida en Regillio Simons werden tussentijds gehaald om de selectie te versterken. Het bedrag voor deze investering had Robert Langenbach al gereserveerd. "Ik begroot altijd voorzichtig, want ik wil niet dat ADO onder mijn leiding in liquiditeitsproblemen komt. We hadden een bedrag apart gehouden. Bovendien hadden we enkele commerciële meevallers en we hadden de besparing van een deel van het salaris van Rinus Israel die per 1 december naar Abu Dhabi vertrok. Van dat geld hebben we die vier spelers kunnen halen. Dat was overigens geen astronomisch bedrag. Bij elkaar hebben we iets meer dan honderdduizend euro betaald. De jongens hadden geen club of hebben we tegen lage bedragen kunnen huren. De komst van Toda werd grotendeels door een derde partij afgedekt. Daarom is het nog onduidelijk of hij blijft, want wij kunnen hem zelf niet betalen. Alberto Saavedra heeft het uiteraard uitstekend gedaan. Daar is iedereen het over eens. We zijn blij dat we hem hebben kunnen overnemen van Numancia en voor vier jaar hebben vastgelegd. Aan Saavedra gaan we nog veel plezier beleven. Dat Toda, Simons en Oulida geen versterkingen zijn geweest, bestrijd ik ten stelligste. Ze hebben niet alle wedstrijden in de basisopstelling gestaan, maar ze hebben wel de concurrentie binnen de selectie vergroot. Daardoor zijn andere spelers ook beter gaan spelen. Bovendien is de terugkeer van Jan Paul Saeijs belangrijk geweest. Met hem en Saavedra hebben we volgend seizoen een uitstekend koppel."

Pech

"Dat wij onze spelersgroep aan het begin van het seizoen te hoog hebben ingeschat, bestrijd ik ook. Ten eerste hebben de trainers aangegeven dat ze met deze groep vijftiende zouden kunnen worden. Daarnaast kun je zware blessures als die van Rik Platvoet en Jan Paul Saeijs niet voorzien, daarmee hebben we pech gehad. Misschien waren we zonder tussentijdse versterkingen tijdens de winterstop, maar met een vanaf het begin fitte Platvoet en Saeijs ook wel vijftiende geworden. Ik vind dat trainer Lex Schoenmaker, maar ook zijn assistenten Raymond Atteveld, Marco Gentile en Bob Kootwijk alle complimenten verdienen. Achteraf is het altijd makkelijk om te oordelen, maar met een begroting van circa zeven miljoen euro kun je niet de voetballers halen die je het liefst wilt hebben. Daarvoor hebben we echt het nieuwe stadion nodig."

Ook voor het nieuwe seizoen luidt de doelstelling 'vijftiende worden'. "Zo lang we in het Zuiderpark spelen is het voor ons onmogelijk voldoende de inkomsten te genereren om uit te kunnen groeien tot een stabiele eredivisieclub", beaamt Robert Langenbach. "We zullen in dit oude stadion altijd moeten knokken tegen degradatie. Wij kunnen best een keer een uitschieter hebben met een veertiende of dertiende plaats. Maar meer is niet mogelijk. We hebben één van de laagste begrotingen van de eredivisie. Ik gun het niemand, maar het zou voor ons niet slecht zijn als Vitesse degradeert en dat daarvoor in de plaats een club als FC Den Bosch terugkomt. Vitesse heeft het nu financieel moeilijk, maar die club heeft een stadion dat mogelijkheden biedt en ik verwacht dat de problemen daar wel opgelost zullen worden. Excelsior heb ik er liever ook niet bij. Dat werkt ook met een lage begroting, maar je weet nooit hoe groot de inbreng van Feyenoord zal zijn. Laat FC Den Bosch maar kampioen worden, dan heb je volgend seizoen – als Zwolle en Volendam redden – met Den Bosch, RBC Roosendaal, ADO, Zwolle en Volendam vijf clubs met vergelijkbare begrotingen, waardoor de kans dat we erin kunnen blijven zal toenemen."

ADO speurt op dit moment half Europa af naar versterkingen voor het nieuwe seizoen. De club richt zich voornamelijk op de aanval. Voor die linie heeft ADO alleen Rik Platvoet nog onder contract staan. "En we hebben bij Ajax aangegeven dat we Cedric van der Gun nog een jaar willen huren. Of dat mogelijk is horen we op korte termijn. Verder kijken we in het buitenland omdat veel spelers in Nederland niet te betalen zijn. Met Saavedra hebben we uitstekende ervaringen."

Voor het nieuwe seizoen hoopt de directeur van ADO Den Haag wel van het imago 'hooliganclub' af te zijn. "Voor met name de landelijke media was dit seizoen een soort examenjaar. Alle ogen waren op ADO Den Haag gericht. Journalisten van landelijke kranten vroegen alleen een accreditatie aan om bij rellen het stadion in te kunnen. Sommigen waren bevreesd voor ADO in de eredivisie, maar door de uitstekende samenwerking tussen gemeente, politie, ADO en andere instanties is het dit seizoen goed gegaan. Natuurlijk is er wel eens wat kapot gemaakt, maar niet in verhouding met wat de supporters van andere grote clubs hebben aangericht. Vergeet niet dat we in de derde stad van Nederland zitten met alle daarbij horende problemen. Ik vind dat we dit seizoen afscheid hebben genomen van de slechte naam die de club in de jaren tachtig heeft opgebouwd. Ik wil onze supporters ook een groot compliment maken voor hun goede gedrag. We hebben de laatste jaren op meer gebieden een uitstekende ontwikkeling doorgemaakt, maar het laatste stapje kunnen we pas zetten als het nieuwe stadion klaar is."