Dennis van der Heijden denkt graag terug aan debuut bij ADO

Vijftien minuten van faam

Dennis van der Heijden speelt nu bij Almere City FC, maar zijn debuut bij ADO Den Haag is nog lang niet vergeten. In aanloop naar het uitduel met Excelsior blijkt dat hij er na twee jaar nog altijd door wordt herkend.

 

 

door Yorick Groeneweg

 

 

Het overkomt Dennis van der Heijden nog weleens dat hij wordt aangesproken op dat ene moment op 14 februari 2016. Of beter nog, die twee gebeurtenissen op een druilerige Valentijnsdag in Rotterdam-Oost. Tegen Excelsior mag de Schiedammer voor het eerst meedoen in de eredivisie. Het is liefde op het eerste gezicht, want in de slotfase maakt de invaller er eerst 2-2 van en niet veel later zelfs 2-3."Het blijft altijd zo dat als mensen me herkennen, dat komt door mijn debuut", vertelt Van der Heijden. Want: "Zomaar een speler uit de Jupiler League, die zal je niet zo heel snel herkennen."

 

 

Hoewel de vonk duidelijk oversloeg, brak de spits nooit echt door bij ADO. Wat heeft die invalbeurt van een kwartier hem meer gebracht dan faam? De 21jarige probeert het positief te bekijken. "Mensen vinden het leuk en ik neem die aandacht voor lief. Het hoort erbij. Mensen zien daar opeens een wat jongere jongen staan en vinden het prachtig dat hij direct scoort. Ik weet nu ook hoe speciaal het is. Je moet er hard voor knokken. Elke week, elke dag besef ik wat ervoor moet gebeuren om dat ooit weer te bereiken."

 

 

Dat doet de aanvaller vanaf dit seizoen bij Almere City FC. "Er is minder aandacht voor de eerste divisie, maar hoe alles bij Almere City is geregeld is niks minder dan in de eredivisie. De speler is altijd zelf degene die bepaalt hoeveel hij in zichzelf investeert. Als ik aangeef dat ik hulp wil, staan ze hier voor me klaar. Ik blijf vaak langer op het veld, of krijg tips voor in het krachthonk. Ik word weleens herkend als speler van Almere City, maar niet zo vaak als bij ADO."

 

 

Natuurlijk denkt hij graag terug aan die prettige binnenkomer. "Het waren twee momenten waarop ik de bal perfect voor me kreeg, daar moet je geluk mee hebben en dat had ik toen. Ik hoorde heel vaak dat ik een spits was die zijn kansjes zocht in de diepte, voor mij is het nu een doel om vaster aan de bal te worden."

 

Dat gaat met vallen en opstaan. "In het begin van het seizoen kwam ik op de bank te zitten. Ik was teleurgesteld, maar daarna kwam een fase dat ik veel speelde. Nu merk ik aan mezelf dat ik me aan het verbeteren ben. Ik hoop dat ik daardoor de optie in mijn contract gelicht krijg en dat ik hier kan blijven. Ik hoop ook dat ik me zo ontwikkel dat de trainer (Jack de Gier, red.) denkt: Dennis laat ik even staan in de spits."