Bron van dit artikel
Datum plaatsing: 10-03-2008 20:00:00
De oorsprong van het 'Haags Kwartiertje'
Het 'Haags kwartiertje' van ADO kan nu nog altijd tot ellenlange discusies leiden in de Haagse koffiehuizen, waar iedereen altijd gelijk heeft.
door Peter Dijkgraaf
De meeste oude supporters houden vol dat het Haag kwartiertje is begonnen in de periode Timmermans - Clavan, in de jaren '50 toen Karel Jansen nog aanvoerder was. Anderen zijn er van overtuigd, dat het verschijnsel pas veel later een begrip is geworden.
Uit persoonlijk waarneming weet ik in ieder geval zeker dat het ritueel rond de tossin het Zuiderpark in de loop van de jaren zestig steeds belangrijker werd.
Aanvoerders als Jan Villerius en later Aad Mansveld keken bij een gewonnen toss nooit naar de stand van de zon, of de richting van de wind, maar kozen er blind voor eerst het doel te verdedigen aan de kant van de stad, de kant van het Prisma-scorebord.
Want mocht het bij hoge uitzondering gebeuren dat de tegenstander toevallig die dag ietsje beter voetbalde, dan kon de score in de tweede helft nog altijd worden rechtgetrokken. Vooral in het begin van het Happel-tijdperk, in de jaren zestig, kreeg het ADO-kwartiertje nationale bekendheid. Juist nadat enkele oude vedetten waren ingeruild voor de generatie Heijen-Maassen-Aarts, maakte niemand zich in het Zuiderpark meer ongerust over een achterstand.
De verhalen zijn ongetwijfeld in de loop der jaren vooral in die koffiehuizen aangedikt, maar het is toch zeker een keer of twintig in die periode voorgekomen dat een soms hopeloos lijkende achterstand na rust werd omgezet in een overwinning. En altijd spelend naar de stad, naar de voormalige westtribune en nooit naar de Moerwijk-zijde.
Dat kwartiertje was geen Haagse primeur, maar een beetje afgekeken van het Nederlands elftal van voor de oorlog. Nu precies zestig jaar geleden lanceerde Han Hollander, de man die als eerste rechtstreeks verslag deed van de wedstrijden van het Nederlands elftal, de kreet 'krankzinnig Hollands kwartiertje' toen Oranje in 1934 tegen België vijf keer scoorde in 16 minuten (uitslag 9-3) en een maand later tegen Ierland vier keer scoorde in zeven minuten, daarbij een 1-2 achterstand omzettend in een 5-2 zege.
In de periode Mansveld-Advocaat is in de jaren zeventig lange tijd krampachtig vastgehouden aan het image van dat beroemde kwartiertje, maar het slotakkoord wilde toen niet meer lekker lukken en langzaam maar zeker verwaterde het begrip.
Ik maakte dat van nabij mee vanf de perstribune (naast ir. Ad van Emmenes met transistorradio in het oor) op het vaste plaatste direct achter de fanatiek meelevende spelersvrouwen onder aanvoering van Corrie Schoenmaker, Ada Thie en Cecile Mansveld.
Dat Haags kwartiertje is voor mij persoonlijk trouwens een 'historisch dilemma' gebleven, waint in mijn herinnering was het ooit juist andersom. Als jongetje kocht ik namelijk altijd een kaartje voor de Moerwijkzijde (en op Houtrust voor de gezellige zeezijde), omdat Carol Schuurman in de late jaren vijftig zijn vaak ver doorgevoerde draai- en kapbewegingen naar mijn idee juist aan die kant vaker doeltreffend afrondde. En Alex Rijnvis en Harry Vreken of Roel Timmer aan die zijde, richting jongens-staantribune (kaartje voor twee kwartjes) ook vaker aan de flanken doorbraken en puntgave voorzetten afleverden. Althans in mijn herinnering, maar ik krijg nergens steun voor die theorie.
Het nieuwe FC Den Haag moet dat kwartiertje maar weer in ere herstellen, want weinig gebeurtenissen kunnen supporters zo begeesteren als terugkomen uit een kansloos lijkende achterstand.