Bron van dit artikel
Datum plaatsing: 01-02-2005 23:20:00
De held nr 08: Ton Thie
Wat een weelde. Tegenwoordig is een club al blij met *e*en goede keeper, ADO had er eind jaren zestig, begin zeventig zelfs twee.
Ton Thie was onbetwist de beste, maar ook Hennie Ardesch stond zijn mannetje tussen de palen. En gek genoeg had de Tukker jarenlang geen moeite met zijn rol als vaste vervanger van de lange en betrouwbare Thie.
De Gouwenaar (van 28 oktober 1944) groeide op bij Olympia en belandde via Hermes DVS in in 1964 in Den Haag, waar hij tot het eind van zijn carrière ook zou blijven. Hij kwam tot 378 eredivisieduels. Dat hadden er veel meer kunnen zijn als hij op z'n 33ste niet zoveel last had gekregen van zijn liezen. Op 9 januari 1977 keepte hij tegen AZ'67 voor het laatst in de Haagse hoofdmacht. Volgens ingewijden braken de onorthodoxe trainingen van Boskov hem op. De Joegoslaaf liet zijn spelers onder meer met een mannetje op hun rug de tribunetrappen op en af sjouwen. Jarenlang verdiende hij vervolgens zijn brood als uitbater van de kantine van het Goudse zwembad de Tobbe. Op zijn 51ste had hij daar genoeg van. Hij vertrok met zijn vriendin (oud-waterpoloster Sonja Rook) voor een (vis)vakantie naar het West-Afrikaanse land Gambia en is daar blijven hangen. Hij regelt wel eens wat voor de voetbalgekke jeugd daar en geniet vooral van het langzame leven. "Om luxe gaf ik toch al nooit. Ik loop daar altijd in een korte broek en op slippers. Eten? Zelf groente verbouwen en een visje vangen.".
Wat een contrast met zijn kompaan en leeftijdgenoot Ardesch, die groot werd in de 'betonwereld' en als manager van mega-projecten nog volop arbeidsstress kent en daar juist weer van geniet. Ze hebben desondanks één ding gemeen: keepen is er al lang niet meer bij