Bron van dit artikel
Datum plaatsing: 01-02-2005 23:40:00
De held nr 04 : Piet Eversteijn
De schare mensen die de twee landskampioenschappen van ADO bewust hebben meegemaakt wordt jaarlijks kleiner. De voortschrijdende tijd eist helaas zijn tol.
Van het team dat die glorieuze prestaties in de jaren veertig leverde, leven nog maar vier spelers: Gerrie Vreeken, Dolf Niezen en de gebroeders Eversteijn (Piet en de 14 maanden jongere Joop).
Stuk voor stuk krasse tachtigplussers, die in de donkerste periode uit de Nederlandse geschiedenis van de vorige eeuw voor sportieve lichtpuntjes zorgden in de Residentie. Hoe beroerd de tijd ook was, voetbal leidde even de aandacht af van alle ellende in de wereld.
In de crisisjaren dertig was het eigenlijk al niet anders, weet Piet Eversteijn. Wie lid mocht worden van een voetbalclub was spekkoper. "Bijna niemand had daar geld voor. Mijn eerste paar voetbalschoenen kostte 3,50 gulden. Dat was een heel bedrag in die tijd. En je werd niet zomaar toegelaten, je moest een soort proeve van bekwaamheid afleggen."
Geen probleem voor Piet, die in 1931 lid werd. Broer Joop volgde spoedig. Piet zou zich ontpoppen als een goalgetter van formaat. Hij debuteerde in 1937 tegen Ajax. "Nee, ik scoorde niet. We verloren met 2-1. Ik was nog niet goed genoeg. Maar vanaf 1938 zat ik er vast bij."
Wat heet, hij werd een factor van formaat. De jonge selectie van ADO werd jaarlijks sterker en de opeenvolgende kampioenschappen waren daar het tastbare bewijs van. Piet Eversteijn denkt er nog regelmatig met weemoed en trots aan terug. Met één absoluut hoogtepunt. In een wedstrijd uit de eindronde voor de titel tegen Heerenveen schoot hij met scherp. "Het werd 8-2, ik maakte er vijf."