Bron van dit artikel


Datum plaatsing: 27-05-2003 21:15:00

DE Haagse hoogmis is aangebroken

Onder leiding van de oudste trainer in het betaald voetbal keert ADO Den Haag (voorheen: FC Den Haag) na een absentie van elf jaar terug in het walhalla. Nadat Go Ahead Eagles en Veendam het feest noodgedwongen twee weken hadden uitgesteld, werd de klus tegen VVV eindelijk geklaard: 3-0.

Achter de duinen maakt een stad met voetbalgeschiedenis zich op voor de glorieuze wederopstanding. De Haagse hoogmis is aangebroken.  

 

Het aftellen begon al enkele weken geleden. ADO Den Haag zag toen de enige overgebleven concurrent - Emmen - na de onderlinge confrontatie definitief afhaken in de titelrace. Na het gelijkspel in Drenthe (1-1) geloofden de Emmenaren het wel. Door het verbod van de Venlose burgemeester Schrijen werd de kroon op een stabiele jaargang niet in Limburg, maar in Het Zuiderpark op het werk gezet. Tot ergernis van Emmen-trainer Hennie Spijkerman, die - niet geheel onterecht - van competitievervalsing repte.

De oefenmeester besefte zelf echter ook wel dat de Hagenaars dit seizoen hun gelijke niet kenden. Sinds 25 november voert ADO de ranglijst aan. De cijfers zijn indrukwekkend en laten geen ruimte voor twijfel. De Hagenaars verloren in 33 duels slechts drie keer, scoorden de meeste doelpunten (72) in de Gouden Gids Divisie en kregen er verreweg de minste (19) tegen. Met dank aan Rinus Israel en Lex Schoenmaker, de architecten achter het huidige succes.

Alles Door Oefening werd op 1 februari 1905 opgericht. Café 'Het hof van Berlijn' - dat eigendom was van de vader van één van de oprichters, Jan van Gulik - vormde de plaats van handeling. Niemand kon destijds bevroeden dat een club het levenslicht zag die zich een prominente plaats in de nationale voetbalgeschiedenis zou verwerven. En niet alleen op sportief gebied.

Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog veroverde ADO onder leiding van trainer Wim Tap voor het eerst de landstitel. Dat kunstje werd in het seizoen 1942-1943 herhaald. Het waren de eerste hoogtijdagen van de club, die destijds legendarische spelers voortbrachten als Bram Timmermans, Bram Appel, de gebroeders Joop en Piet Eversteijn en Herman Choufoer. In 1954 trad ADO toe tot de profrangen. De grote doorbraak in de betaalde sector vond plaats op 17 juni 1959, toen ADO de bekerfinale bereikte. In het eigen Zuiderpark - met 25.000 toeschouwers mudvol - griste VVV echter de beker mee (4-1).

Op de KNVB-beker rustte een vloek. De Hagenaars slaagden er maar niet in de trofee te veroveren, hoewel daar volop mogelijkheden toe waren. In 1963 (Willem II), 1964 (Fortuna'54) en 1966 (Sparta) bereikte ADO onder leiding van de Oostenrijkse legende Ernst Happel wel de finale, maar bleef de ultieme bekroning achterwege. Het moest daarvoor wachten tot 3 juni 1968.

Bij de vijfde poging was het ten koste van Ajax eindelijk raak. In 1975 - onder leiding van Aad Mansveld - lukte het ADO nogmaals de beker op te eisen. FC Twente werd in de Kuip enigszins verrassend met 1-0 verslagen. ADO was toen al vervangen door FC, een gevolg van de fusie met stadgenoot Holland Sport in 1971.

Begin jaren tachtig - FC Den Haag was inmiddels verworden tot een modale eredivisieclub - stak in de Hofstad het vandalisme de kop op. De club verdiende er een uiterst twijfelachtige reputatie mee. In 1982 werd de oude eretribune in brand gestoken uit onvrede over de dreigende degradatie uit de eredivisie. De Haagse fans - verzameld in het vak Midden Noord - werden de schrik van menig burgemeester in den lande. Het dieptepunt van het 'hooliganisme' werd op 1 maart 1987 bereikt. Het duel tussen FC Den Haag en Ajax werd in de rust gestaakt wegens ernstige ongeregeldheden, waarbij nogal wat gewonden vielen. Het bleek de opmaat tot een sportieve en ook financiële neergang, die soms met incidenteel succes werd gecamoufleerd.

Enkele jaren geleden, nadat in bijna alle geledingen van de club schoon schip was gemaakt en de NV ADO Den Haag was opgericht, begon de club projectmatig aan de wederopbouw. De gemeente stemde vorige week in met de bouw van een nieuw, modern stadion (kosten: 33,5 miljoen euro) nabij het Prins Clausplein. De (jonge) trainers Rob Meppelink en Stanley Brard maakten twee jaar geleden plaats voor twee routiniers; Rinus Israel en Lex Schoenmaker, een kind van Den Haag. Met een melange van ervaren krachten en talentvolle spelers uit eigen kweek werd de weg omhoog - sneller dan verwacht - ingeslagen.