w | g | v | p | |||
---|---|---|---|---|---|---|
1 | HEL | 13 | 8 | 3 | 2 | 27 |
2 | EXC | 13 | 8 | 2 | 3 | 26 |
3 | DBO | 13 | 7 | 4 | 2 | 25 |
4 | GRA | 13 | 7 | 4 | 2 | 25 |
5 | VOL | 13 | 7 | 2 | 4 | 23 |
6 | DOR | 13 | 6 | 4 | 3 | 22 |
7 | EMM | 13 | 6 | 3 | 4 | 21 |
8 | TEL | 13 | 4 | 7 | 2 | 19 |
9 | CAM | 13 | 6 | 1 | 6 | 19 |
10 | ADO | 13 | 4 | 6 | 3 | 18 |
11 | RJC | 13 | 4 | 5 | 4 | 17 |
12 | EIN | 13 | 4 | 3 | 6 | 15 |
13 | JPS | 13 | 4 | 2 | 7 | 14 |
14 | JAZ | 13 | 4 | 2 | 7 | 14 |
15 | TOP | 13 | 3 | 4 | 6 | 13 |
16 | JAJ | 13 | 2 | 6 | 5 | 12 |
17 | MVV | 13 | 2 | 5 | 6 | 11 |
18 | VVV | 13 | 3 | 2 | 8 | 11 |
19 | JUT | 13 | 1 | 5 | 7 | 8 |
20 | VIT | 13 | 2 | 6 | 5 | 6 |
Francine van der Wiel,
‘Lopen, lopen, lopen, blessure! Stap, schop, stap, terug! En nog eens! En terug! En juichen!” Op het schoolplein van de Gerth van Wijkschool in Den Haag studeren de leerlingen van groepen 4 tot en met 8 een dansje in. Een voetbaldansje. De kleintjes vooraan kijken aanvankelijk vooral verbaasd naar juf Janine, die van het podium de bewegingen voordoet en enthousiast haar instructies over het plein laat schallen. Achteraan staan grotere jongens besmuikt te lachen. Dansen! Kan dat wel? Aarzelend beginnen zij toch mee te doen met de ritmische voetbalbewegingen op een lekker pompende beat. Een week lang zullen ze dit dansje elke dag in de klas doen.
Zo werd vorige maand de aftrap gevierd van GeRAAKt!, het scholenproject van Holland Dance Festival en ADO Den Haag, met dans- en voetbaltrainingen. Net echt, in de dansstudio en op het voetbalveld. Net als profvoetballers en -dansers moeten de kinderen dan wel eerst een contract tekenen. De ambitie is de komende vier jaar zo 10.000 kinderen uit de Haagse regio in beweging te brengen. Na de Gerth van Wijkschool hebben zich nu zes andere scholen aangemeld, vertelt Martine van Dijk van Holland Dance Festival.
Broodnodig, vindt Michel Kouer, projectmanager van ADO Den Haag in de Maatschappij. „Onze F’jes bewegen tegenwoordig minder goed dan vroeger. Hun motoriek is minder goed ontwikkeld, en dat is te zien aan hun coördinatie en souplesse. Geen wonder, ze krijgen weinig gym, spelen nauwelijks nog buiten.” ADO en het eveneens in Den Haag gevestigde Holland Dance Festival vonden elkaar in hun wens ‘breed bewegen’ te stimuleren, als onderdeel van hun maatschappelijke programma’s. En ook een beetje uit eigenbelang. Kouer: „Wij merkten dat we minder talentjes binnenkrijgen, de dansopleidingen ook. Voetbal en dans worden vaak als tegengesteld gezien, maar we hebben gedeelde belangen. Wij zoeken de verbinding.”
Pratend over de gedeelde kwaliteiten van voetballers en dansers memoreert Kouer de legendarische documentaire Nummer 14 (1972), waarin acties van Johan Cruijff, ingenieus en lichtvoetig, in slow motion op muziek werd gezet. „Net dans.”
Daar. De naam is gevallen. Eigenlijk, zou je kunnen zeggen, is het ‘huwelijk’ tussen voetbal en dans begonnen bij hem. Met zijn elegante, schijnbaar moeiteloze speelstijl werd hij een balletdanser genoemd en werd, misschien wel voor het eerst, een relatie tussen de twee disciplines gelegd. Jaren later grepen documentairemakers Piet Erkelens (NOS Cultuur) en Pim Marks (NOS Sport) daarop terug met Schijnbewegingen: over voetbal en dans (1988). Hierin werden de twee disciplines naast elkaar gezet, met in de hoofdrollen Cruijff en zijn pupil Marco van Basten enerzijds en choreograaf Rudi van Dantzig en zijn oogappel Clint Farha anderzijds. Met daarin heerlijke beelden van Cruijff die Van Dantzig langs de lijn de ‘drie-man-situatie’ uitlegt. Van Dantzig: „O ja?” En het ongeloof van de voetbaltrainer als hij hoort hoe veel uur dansers dagelijks trainen – véél meer dan voetballers.
Schijnbewegingen toonde verschillen en overeenkomsten, veel wederzijdse sympathie en bewondering. Maar tot een wezenlijke toenadering kwam het nog niet, hoe ijverig interviewer Frits Barend ook die suggestie probeerde te wekken.
Een luchtsprong blijkt een hele opgaaf
In de gymzaal van de Gerth van Wijkschool moet juf Janine er flink aan trekken voor ze de kinderen van groep zeven zover heeft dat ze de gestileerde voetbalbewegingen onder de knie hebben. Zeker als er telling bij komt kijken. Maar ook een eenvoudige luchtsprong met aanloop blijkt een hele opgaaf. Sommigen worden ook gehinderd door wat overgewicht. Als hun wordt gevraagd zelf een voetbalbeweging te bedenken en die in slow motion te zetten (balans!), kijken de meesten hulpeloos rond. Alleen Achmed weet iets te bedenken. Hij zit dan ook, als een van de verbijsterend weinigen, op voetbal. Daardoor ‘kan hij alles’, aldus klasgenootjes over de Messi in hun midden.
Dat voetballers echt dansers kunnen zijn, werd duidelijk tijdens het WK voetbal van 1994. Veteraan Roger Milla van het verrassende Kameroense elftal introduceerde met soepele heupbewegingen het dansen bij de cornervlag na een doelpunt. Intussen heeft elke speler zo zijn triomfdansje (op YouTube wemelt het van de compilaties).
Overigens betekent dat nog niet dat voetballers sindsdien de dans omarmen. Zo bleek in de onthullende documentaireserie Voetballers dansen niet dat de kloof nog niet gedicht is. Op uitnodiging van ADO Den Haag werd choreograaf Thom Stuart gevraagd een project te doen met spelers van de ADO-jeugdopleiding en jongens van het Koninklijk Conservatorium. Rob Meppelink, destijds hoofd jeugdopleiding, was geïnteresseerd in wat ballettraining zijn pupillen te bieden had.
Huiverig voor reacties
Op een paar na vonden de puberende voetballertjes de kennismaking met dans maar zozo. ADO en Meppelink bleken uiteindelijk ook huiverig het huwelijk te bezegelen met een kleine voorstelling in het stadion, bang voor de reactie van de supporters. Die zouden het „een beetje homo-achtig” kunnen vinden – het aloude cliché.
Intussen vinden elementen uit de ballettechniek, bijvoorbeeld het werken aan een barre, internationaal wel degelijk toepassing in de voetbaltraining. Maar zonder cornervlag in zicht is dansen kennelijk nog steeds niet zo cool en oké in de voetballerij.
Echte ‘culturele toe-eigening’ is er wel in de danswereld, waar crossovers aan de orde van de dag zijn. De laatste twintig jaar zijn er, verspreid over de wereld, choreografieën te zien waarin dansmakers de kunst afkijken van ‘de belangrijkste bijzaak in het leven’. Vaak gaat het om liefdevolle portretten met speelse uitvergrotingen van eigenaardigheden als kruiskrabben, schwalbes, geniepig duw- en trekwerk en maniakaal kauwgom kauwende coaches. En, natuurlijk, veel slow motion.
Al die vrolijke, lichte ‘voetballetten’ hebben als bijkomend voordeel dat ze een nieuw, breder en jonger publiek trekken, met sport als welkom lokaas. Want anders dan voetbalclubs moeten dansgezelschappen hard knokken om het publiek binnen te halen.
Als artistiek medium biedt voetbal nog meer mogelijkheden. In de jeugdvoorstelling Schoppen van DOX en Bonte Hond stelt regisseur Judith Faas, naast speelvreugde en clubliefde, nadrukkelijk ook de onverkwikkelijke zaken rond voetbal – racisme, geweld, homofobie – aan de orde. Zo wordt het dikkerdje natúúrlijk op doel gezet. Tenminste één voetballer krijgt te horen dat zijn moeder een hoer is en de grote, donkere danser, zingen zijn teamgenoten, ‘scoort 2-0, met zijn grote lul’.
Het stuk, dat mogelijk volgend seizoen een reprise krijgt, wordt gespeeld op voetbalvelden en brengt de boodschap zo precies daar waar de pijn zit.
Er kan dus gerust worden gesproken van een vruchtbare kruisbestuiving. Dat erkent ook Danny Bakker, de speler die namens ADO Den Haag aanwezig is bij de aftrap van GeRAAKt. Moeiteloos dreunt hij dingen op die in beide disciplines van belang zijn. „Samenwerken, communiceren, doorzetten, samen voor een doel gaan.” En zelf dansen? „Ik kén wel spelers die het leuk vinden.”
Na het ontrollen van de GeRAAKt!-vlag wil hij voor de foto wel even meedoen met het voetbaldansje op het schoolplein. Daar doen de juffen en meesters te midden van hun leerlingen hard hun best om de stemming erin te krijgen. Zij zijn de eersten die de pasjes doorhebben. Dus dat is, om met Cruijff te spreken, logisch.