Bron van dit artikel
Datum plaatsing: 14-09-2022 09:02:00
Column Sjoerd Mossou: Van titelheld tot nationale pispaal
Toen Dirk Kuyt trainer werd van ADO Den Haag, wenste onze nationale voetbalgoeroe Aad de Mos hem alle succes en heel veel plezier toe. Als Dirk de resultaten net zo strak zou trekken als zijn gezicht, zei Aad, dan zou het vanzelf helemaal goed komen.Grapje natuurlijk. Moet kunnen.
tekst: Sjoerd Mossou
Maar dat is ook een klein beetje het probleem: iedereen maakt de hele dag door grapjes over Dirk Kuyt. Het lijkt wel een soort nationale sport geworden, Dirk Kuyt afzeiken. Dirk hoeft zich maar te verslikken in een woordje ("Mijn staf moet mij complimenteren'') of de toetsenbordridders staan alweer klaar met hun spot en hoongelach.
Dirk zegt iets over manager Jürgen Klopp van Liverpool? Je hoeft maar te wachten op het sarcastische nieuwsberichtje: 'Kuyt vergelijkt zichzelf met Jürgen Klopp'. Wéér verloren met ADO Den Haag? Jammer Dirk. Als je haar maar goed zit.
Het is soms erg verleidelijk daaraan mee te doen. De manier waarop Kuyt clichés verkoopt als diep filosofische beschouwingen, en erbij kijkt alsof hij zojuist het melkwegstelseldraaiingsprobleem heeft opgelost: het heeft iets onweerstaanbaars.
Zijn make-over tot zijn eigen Katwijkse achterneef: fascinerend in diverse opzichten. (Goede bijnaam ook van de Haagse fans: Dirkje Helwegen.)
Maar hoe heeft het precies zo ver kunnen komen dat we Dirk Kuyt tot een soort nationale pispaal hebben gemaakt? Waarom is er nog zo weinig respect voor de man die Feyenoord met een historische hattrick kampioen maakte - en die een ronduit voortreffelijke carrière bij elkaar knokte?
Hoe kan het dat zelfs veel Feyenoorders tamelijk badinerend over hem doen, lachend om de trainer die hun club - och, gelukkig - bespaard is gebleven?
Vermoedelijk spelen hier een paar dingen. Kort na de titel in 2017 ging Kuyt zo heilig geloven in zijn eigen grootsheid, dat het tragikomisch werd. Een zelfverheerlijkend boek, een film over hemzelf, een wekelijkse act als Grote Verlosser op het balkon van de Kuip. Alleen de musical Ik, Dirk Kuyt ontbrak er nog aan.
De voetballer die al die jaren juist zo'n gevierde antiheld was geweest, pompte zichzelf plots op tot een karikatuur van Superman en Onze Lieve Heer. Een andere factor is een mechanisme dat meer oud-voetballers treft. Van de één op de andere dag verliezen ze hun aura. Opeens hoeft niemand nog hun handtekening of foto. Plots is er geen journalist die nog opbelt - of het zelfs maar overweegt.
Voetballers die een leven lang zijn vertroeteld, krijgen plots met heel alledaagse zaken te maken. Trainer worden blijkt toch wat ingewikkelder dan je zou denken. Zelf een treinkaartje kopen of een inboedelverzekering afsluiten? Ook nog best lastig. Kuyts imago van schijnheilige dorpspastoor deed de rest. Als hardwerkende voetballende visserszoon kom je daarmee weg, maar eenmaal in de echte wereld sta je in je nakie, helemaal alleen.
Het lachen om Dirk begint inmiddels een beetje kinderachtig te worden. Maar je kunt niet zeggen dat Dirk Kuyt het allemaal niet had kunnen weten. Hij liep met open ogen in de val die iedereen van kilometers afstand zag aankomen.