Bron van dit artikel
Datum plaatsing: 30-05-2022 09:19:00
Column Sjaak Bral: Het moeras in geschopt
Als ik terugkeer bij koffiehuis de Koning om half 11 's avonds is het doodstil. En het is een puinhoop. Alsof het feestje te snel is geeindigd.
Er liggen flesjes Spa Geel, slingers en verlaten schalen met koude vlammetjes. Peuken in half lege glazen wijn. Iedereen is weg. Ik had gehoopt nog wat troost te vinden op het terras. Zelf ben ik in het stadion geweest en heb van dichtbij het drama meegemaakt. Het drama dat ADO heet.
Ik was getuige van de déconfiture van onze voetbalclub. Op uitnodiging van de Westlandse ondernemers was ik te gast in de Westland United skybox. Ja, ook Westlanders zijn fan van ADO. En Westlanders zijn beste landers. Hard werken en hard ontspannen. In de box is het gezellig en sfeervol, de drank vloeit en ik ben met de fiets. We hebben er zin in.
Op het veld wil het niet echt vlotten maar nadat de wedstrijd is gestaakt vanwege rotzooi die op het veld wordt gegooid - een voorbode van wat zou komen - trekt ADO zichzelf uit het moeras dat Keukendivisie heet. 1-0 wordt 2-0, 2-0 wordt 3-0. Kat in het bakkie. Toch?
Nee, Als Tyrese Asante in de 69ste minuut zijn tweede gele kaart krijgt, flipt de wedstrijd - en flipt het publiek. In een mum van tijd staat het 3-2. In de blessuretijd wordt het 3-3. In de verlenging schiet ADO zichzelf met een been in de eredivisie met 4-3. Tweede helft van de verlenging: 4-4. Dan resten enkel nog penalty's.
Strafschoppen heten niet voor niets zo: ze zijn een straf en schoppen de verliezer terug in het moeras. Die verliezer, weten we nu, is ADO. Het leed is geschied en we kunnen iedereen de schuld geven, behalve de betere ploeg: Excelsior.
In de skybox van Westland United heerst ongeloof en zwelt bij alle aanwezigen een kater op die we allemaal nog lang zullen voelen. Zó dichtbij - en toch zo ver weg. Het enige lichtpuntje is de gastvrijheid die ik mocht genieten van de Westlandse ondernemers. Dank daarvoor.
Terwijl ik op het houten bankje voor het koffiehuis nog maar eens een lange zucht slaak, schrik ik van een onheilspellend geluid. Het komt vanuit de bosjes achter het koffiehuis. Gejank als van een gewond dier, met zachte stoten. Een gewond wezen dat, reddeloos verloren, niet anders kan dan zijn verdriet laten klinken. Ik besluit Ome Ed nog maar even te laten liggen. Even later schuif ik er zelf naast en huilen we ons samen in slaap.