Bron van dit artikel
Datum plaatsing: 05-12-2022 09:39:00
Column Mario van der Ende: Bloedfanatieke vakman
Tot midden jaren 60 werd in het Zuiderpark op de toenmalige ADO-accommodatie, achter de velden 4 en 5, honkbal gespeeld.
tekst: Mario van der Ende
International Herman Beidschat coachte daar spelers als Fred van Gulik, Jan Spitsbaard en Hans van der Lande naar een hoog niveau. Vooral als Beidschat met Van der Lande aan de slag ging, spitste tiener Dick Advocaat, die 's zomers dagelijks op het honkbalveld te vinden was en met Aad de Mos tijdens wedstrijden het scorebord bediende, zijn oren.
De coach vond catcher Hans de belangrijkste speler van het team en daarom aan bepaalde eisen moest voldoen. Hij moest in geheime gebarentaal kunnen aangeven met welk effect en welke snelheid de pitcher de bal moest werpen en op wilde worpen, stootslagen en korte (fout)slagen kunnen anticiperen. Scherp zijn op steelpogingen van de honklopers, in bijzondere gevallen een honk kunnen overnemen, niet bang moest zijn als een bal met zo'n 140 kilometer per uur op hem afkwam en zijn medespelers constant scherp houden.
Dick, die Storks-speler Bobo Echobardo als honkbalidool had, gebruikte die coachadviezen toen hij zelf als jeugdige en talentvolle catcher achter de thuisplaat plaatsnam en voegde daar zelf nog twee elementen aan toe. Dat winnen heilig is en het uit het spel halen van de voor hem gereedstaande slagman essentieel is. Advocaat verstond de kunst door voeren en treiteren het elastiek in de honkbalbroek van zijn tegenstander te laten springen en het heeft ooit een haar gescheeld of Celeritas-slagman Simon Brandse had daardoor letterlijk zijn knuppel in Dicks nek gelegd.
Toen Dick zijn eerste profcontract(je) tekende, moest hij van ADO-manager Eddy Hartmann alle aandacht op het voetbal richten en zijn honkbalspullen opbergen. Het heeft Dick geen windeieren gelegd, want er staan inmiddels meer dan veertig stempels in zijn voetbalpaspoort. Sinds dinsdag staat Advocaat als trainer voor de ADO Den Haag-selectie. Ik denk dat de spelers na vijf dagen wel door hebben dat zij met een tactisch sterke, consequente, gedisciplineerde, bloedfanatieke, resultaatgerichte en keihard werkende vakman te maken hebben. Die in het Bingoal Stadion de zaak hopelijk goed wakker schudt, zoals hij dat in zijn jeugdjaren als alerte catcher deed als zijn team maar even dreigde in te slapen.