Bron van dit artikel
Datum plaatsing: 08-04-2009 23:05:00
Bogdan Milic, daar is'ie dan toch
Door DENNIS JANSEN
Het schijnt dat Bogdan Milic bij ADO Den Haag meer verdient dan Jan Peter Balkenende bij de Staat der Nederlanden. Zo belangrijk als de minister-president zal de Montenegrijn niet worden, maar met de beslissende treffer maandagvond in blessuretijd (2-1) tegen Haarlem zette hij Jong ADO Den Haag op het spoor van het kampioenschap in de reserve eerste divisie.
Om even bij vergelijkingen te blijven: waar het kabinet-Balkenende al aan zijn vierde hoofdstuk bezig is, moet het voorwoord van het boek Bogdan Milic nog geschreven worden. De nieuweling bij ADO Den Haag bivakkeert na ruim acht maanden nog altijd in de luwte. Voor een talent dat wil doorbreken een slecht teken.
Ineens was hij er, in de zomer van 2008. Zijn aanwezigheid op het terrein van Laakkwartier waar ADO Den Haag oefende tegen Telstar viel op: Milic bleek een boomlange kerel, overgekomen van de Balkan. De Montenegrijn had indruk gemaakt op André Wetzel die de spits na dat bewuste oefenduel en wat trainingen vastlegde tot 2012.
En toen? Toen werd het stil rond de Balkanreus. Milic moest wennen, aan het niveau en zijn nieuwe omgeving, in willekeurige volgorde. "De overgang was groot van Montenegro naar Den Haag. Van een omgeving die vertrouwd was, waar ik iedereen kende, naar een grote stad waar ik niemand kende. En ook de taal moest ik leren. Die eerste twee maanden waren best eenzaam, ja," bekende Milic gisteravond na het duel van Jong ADO Den Haag dat twee wedstrijden voor het einde een voorschot heeft genomen op de titel. De Haagse beloften versloegen Haarlem en zagen concurrenten Heracles en FC Volendam verrassend verliezen. Een punt heeft de ploeg van Henk Fräser nog nodig om het vorig jaar verloren gegane terrein - de reserve eredivisie- te heroveren.
Bogdan Milic wil daar dan liever niet meer zijn, in de reserve eerste divisie. De Oost-Europeaan is naar Den Haag gekomen om te slagen in de échte eredivisie. "Ik heb moeten wennen aan het niveau van het eerste. Het tempo, de kracht. Maar ik weet dat ik geduld moet hebben."
Geduld met spitsen hebben voetbalclubs doorgaans niet, zeker niet ADO waar het zestienmetergebied gerust een kerkhof van spitsen mag worden genoemd. Vraag het Geert den Ouden, Mark de Vries, Rick Hoogendorp, Hans van de Haar of, recent, Fabio Caracciolo.
Bogdan Milic, hij viel alleen nog maar in. "Hij heeft moeite met het niveau," stelde Wetzel in november vast. Zeven invalbeurten leverden hem in totaal niet eens anderhalve wedstrijd op, 126 minuten. "En die keer dát ik zou starten in de basis, FC Twente-thuis voor de beker, regende het zo hard dat het veld was afgekeurd," liet Milic een flauwe glimlach om de mondhoek sluipen. De concurrentie is fiks met Caracciolo, Hoogendorp en sinds de winter Powel. Wetzel ziet bovendien in Knopper en Immers ook aanvallers. En voor volgend seizoen is Raily Ignacio, de topscorer van de hoofdklasse, vastgelegd.
"Of ik druk voel? Nou ja, ik weet dat het volgend seizoen moet gebeuren," zei de nu 21-jarige aanvaller die tegen Haarlem een flets optreden alsnog kleur gaf door de 2-1. Het was een penalty waaruit hij scoorde. Die strafschop had hij zelf verdiend toen Mike de Geer een fraaie dieptepass verzond, de spits met zevenmijlsstappen het strafschopgebied binnen banjerde en daar aan zijn shirt werd getrokken. Het uitgekiende rollertje dat hij vanaf elf meter plaatste, bleek voldoende voor de winst die op basis van de tweede helft verdiend was.
Robin Faber had de achterstand die ADO voor rust had opgelopen, na de pauze tenietgedaan. Extra smet op de nederlaag van de Noord-Hollanders waren de rode kaarten voor Ferdi Sonmez, die in de jeugd van ADO speelde, en Mohammed Zouzou (twee keer geel).