Bron van dit artikel


Datum plaatsing: 18-04-2009 11:20:00

Atteveld: '˜Er is zondag maar een opdracht'

Nieuwe ADO-trainer Raymond Atteveld: ‘Er is zondag maar één opdracht’

Raymond Atteveld (42) is de nieuwe trainer van ADO Den Haag. Donderdagavond tekende hij een contract dat hem voor twee jaar aan de Hofstedelingen verbindt. Eerder was Atteveld speler en (jeugd)trainer bij ADO Den Haag.

Tekst: Rob Blankenstein

Inspelend op de ambities van volgend jaar, heeft ADO Den Haag besloten André Wetzel full time op de positie van technisch directeur te zetten. Zijn werkzaamheden voor de lange termijn, brengen met zich mee dat er per direct een andere trainer aan de slag gaat. Vrijdag maakte Raymond Atteveld al zijn entree op het trainingsveld en zondag zal hij plaats nemen op de bank bij de uitwedstrijd tegen Willem II.

André Wetzel was sinds dit seizoen zowel technisch directeur als trainer van ADO Den Haag. Al eerder gaf hij aan dat deze twee functies moeilijk te combineren waren.

Henk Jagersma, voorzitter van de Raad van Commissarissen: ‘In samenspraak met André Wetzel zijn we tot het besluit gekomen om de taken van technisch directeur en trainer te splitsen. Door het aantrekken van Raymond Atteveld als hoofdtrainer kan André Wetzel zich voluit richten op de verdere professionalisering van onze club. Zodoende kunnen we ons streven naar een stabiele positie in het linkerrijtje van de eredivisie waar gaan maken.’

‘Haaglanden Voetbal.nl’ zocht de nieuwe trainer vrijdag na zijn eerste training op, feliciteerde hem met zijn nieuwe job en sprak met hem.

Raymond, tijdens de perspresentatie zie je dat je handen jeukten om weer op het veld te staan. Waar uit zich dat dan in?

‘Toen je begon als klein jochie wilde je voetballer worden en als je dat op een gegeven moment niet meer kan bolwerken, fysiek, dan wil je trainer worden omdat dat vrij dicht bij diezelfde rol ligt. Sinds oktober vorig jaar sta ik aan de zijlijn te kijken en dat is gewoon minder leuk dan je bewegen tussen die gasten. Dus vandaar, dat ik dat natuurlijk weer heel erg prettig vind en dat je dus vol enthousiasme tussen die groep staat vanmorgen.’

Je was na je ontslag bij Roda JC actief als analist bij Eredivisie live. Is dat dan surrogaat ten opzichte van het trainersschap?

‘Nee, het is het derde beste als je de volgorde aanhoudt. Zelf voetballen is het leukste en dat besef je niet altijd als je bezig bent, dan komt het trainersschap waar dan wel een hoop druk bij komt kijken en er komt dan een hoop omgevingsgebeuren bij en daarna is het leukste om over voetbal te praten. Dat is eigenlijk ook je vak als trainer en dat moet je dan proberen voor de kijkers te doen en een beetje inzicht verschaffen in de wedstrijden op TV. Dat heb ik ook als erg prettig ervaren.’

Je was al langer in beeld om trainer te worden bij ADO Den Haag onder de bevoegdheid van een technisch directeur. Alleen het proces is wat versneld, had het nu je eigen voorkeur om daarmee per direct te beginnen bij ADO Den Haag?

‘Ik ben natuurlijk - zoals ik al zei - vrij enthousiast en kan eigenlijk geen dag wachten om op dat veld te staan, maar ik denk wel dat het proces versneld is door de resultaten die er zijn gekomen. Dat betekent dan, dat er vanuit de club een duwtje naar voren wordt gegeven en dan kom je heel snel tot de conclusie, dat je beiden dezelfde filosofie hebt daarover.’

Ik kan mij ook voorstellen, dat je als trainer in je achterhoofd hebt van ik kan het wel gelijk gaan doen die laatste vier wedstrijden, maar als wij eruit vliegen dan staat het toch op mijn CV!

‘Dat klopt, maar ik denk dat iedereen wel realistisch genoeg is om te beseffen, dat je als trainer met vier wedstrijden nog te gaan in de competitie niet ontzettend veel patronen en tactische concepten erin kan slijpen, want daar heb je normaal gesproken je voorbereiding voor en dat is zes weken. Ik heb twee dagen voordat ik deze wedstrijd tegen Willem II aanstaande zondag ga doen, dus dat is lastig. Daar moet je gewoon een aantal accenten leggen en het zal erg zuur zijn mocht het gebeuren, dat wij het niet redden, maar daar ga ik natuurlijk niet vanuit en de club ook niet. Men heeft ook gedacht, dat het een positieve impuls is naar die spelersgroep toe.’

Jij bent al eerder werkzaam geweest als speler en als trainer bij ADO Den Haag. Is er veel veranderd behoudens het nieuwe stadion?

‘Ja, dat vind ik wel. Ik moet ook eerlijk zeggen, dat ik – toen ik trainer was - in een eerder stadium heb gesproken met ADO Den Haag om hier te komen werken, maar wat ik aantref is een club die goed georganiseerd is en waar een heel andere sfeer omheen hangt als in de tijd dat ik hier als speler actief was. Ik heb hier gespeeld in de eerste divisie natuurlijk en wij hadden altijd wel het grootste publiek bij ADO, ook als wij uit moesten spelen, dus dat zijn de positieve dingen erin. Wij weten natuurlijk allemaal dat een ander imago rond deze club heeft gehangen en dat is duidelijk veranderd en dat is ook een fijn gevoel om dat mee te maken.’

Hoe trad die spelersgroep jou vrijdagochtend tegemoet?

‘Ja, die gaat eigenlijk over tot de orde van de dag, de één z’n dood is de ander z’n brood zeggen ze wel eens, maar spelers zijn natuurlijk heel gemakkelijk wat dat betreft. Is Wetzel er niet meer oké, dan is het Atteveld en dan gaan wij daar mee aan de slag, want hij bepaalt nu of ik erin sta of niet, dus die waren vol aandacht. Ik heb daar weinig verder van meegekregen, dat er jongens zijn die er problemen mee hadden, want die gaan zoals ik al zei over tot de orde van de dag en die kijken niet meer achterom.’

Er bestaat van een trainer altijd een bepaalde beeldvorming. Zo wordt jij in het Limburgse getypeerd als ‘bullebak en ander minder vleiende kwalificaties’ en wat dat betreft wordt je een beetje gelijkgeschakeld qua beeldvorming met bijvoorbeeld Huub Stevens en Gert Jan Verbeek, of te wel ‘een ruwe bolster met een blanke pit’. Wat doet jou dat soort opmerkingen?

‘Nou laten wij voorop stellen, dat die beeldvorming absoluut aanwezig is en dat die gevormd wordt door één of twee mensen die met mij hebben samengewerkt en die zelf niet aan de afspraken voldoen en dan dus het probleem en de oorzaak van die problemen bij iemand anders neerleggen. Dat schijnt gemakkelijker te zijn dan zelf kritisch naar je eigen prestaties en gedrag te kijken. Als je mij gelijkschakelt met Gert Jan Verbeek en Huub Stevens, dan denk ik dat ik daar trots op mag zijn en absoluut aan de orde. Ik heb heel lang met Huub samengewerkt en die heeft een staat van dienst waar je U tegen zegt en Gert Jan Verbeek heeft zeker bij Heerenveen laten zien, dat hij ook wat in huis heeft. Ik denk dat ik dat bij Roda heb laten zien, want ik ben zesde en negende geëindigd en heb ik een bekerfinale gespeeld met mij staf en met mijn spelers. En toch vindt men dat dan niet goed genoeg en dat zegt naar mijn mening iets meer over de realiteit van Roda, dan over mijn prestatie, maar ik heb wel mijn manier van werken, ik werk op basis van afspraken en ik controleer die afspraken ook en daar hebben sommige mensen wel eens moeite mee.’

Nog twee dagen en dan wacht Willem II uit. Wat kun je dan nog richting die wedstrijd als trainer die het net heeft overgenomen?

‘Ik heb natuurlijk goed mijn huiswerk gedaan voordat ik instapte en ik heb lang met André gesproken. Ik heb lang met de complete staf gesproken en zij hebben een aantal gesprekken ook deze week weer gehad waar een aantal dingen door de spelersgroep is aangegeven, maar ik kan daar niet erg concreet over worden omdat dat te maken heeft met interne aangelegenheden. Maar daar pluk ik wel de vruchten van en proberen wij iets mee te doen.’

Dit wordt niet de meest gemakkelijke wedstrijd, want zoals bekend kun je beter een tegenstander treffen die met 7-0 gewonnen heeft, dan een ploeg die met 7-0 het schip is ingegaan!

‘Dat is een duidelijk verhaal natuurlijk en dat zie je ook aan Bayern Munchen in de Champions League tegen Barcelona en dat zal je ook zien met een Willem II dat zondag op het veld komt. Dus dat beseffen wij ons, maar dan zijn wij meer met de tegenstander bezig dan met onszelf en wij gaan eerst uit van onze eigen kracht.’

Even naar de mensen die zondag niet beschikbaar zijn. Robert Zwinkels en Yuri Cornelisse - voorzover bekend –zijn niet beschikbaar, is dat correct?

‘Ja dat klopt en verder verwachten wij dat Rankovic het redt, die heeft vandaag ook al weer een stuk meegetraind en voor de rest zie ik er verder geen problemen meer bijkomen.’

Er is maar één opdracht zondag!

‘Ja inderdaad, zo simpel is het!’