Bron van dit artikel
Datum plaatsing: 09-02-2008 16:20:00
'ADO DH: elf toppers, maar geen team'
Aan alles gedacht, behalve aan de inrichting
Door Dennis Jansen en Marc Konijn
Pierre Heijnen hoefde niet lang na te denken op de vraag of hij de voorzitter wilde worden van de Raad van Commissarissen van de NV ADO Den Haag. Een plek met veel invloed, waar hij met eigen handen iets kan doen van de zieltogende club waar hij zo zielsveel van houdt. Ja, dat wilde hij wel.
ADO Den Haag kreeg daarmee drie maanden geleden een topbestuurder aan boord; als wethouder was Pierre Heijnen twaalf jaar lang een krachtige bestuurder, die nu in de tweede kamer zit.
Het is niet de eerste klasbak die zich in het roerige wereldje van ADO stort. Zo is daar Ruurd de Boer (een topbestuurder uit de tenniswereld), Harro Knijff (een topadvocaat die de belangen van de grootste sporters behartigt) en Henk Jagersma (directeur van woningcorporatie Staedion).
En dan hebben we het nog niet eens over Rob Jansen (de man die als spelersmakelaar een rol speelde in de recente wederopstanding van Feyenoord), John van Ringelenstein (de wonderboy van de beurs) en Dick van Dijk (een projectontwikkelaar die ook grote voetbalstadions in het buitenland heeft opgebouwd).
Het hoeft weinig betoog: ADO Den Haag heeft krachtige en kundige mensen aan zich weten te binden. Onder aanvoering van de gemeente is er een uitgekiend plan opgesteld dat de club met de rijke historie moest terugloodsen naar een mooie plaats in de eredivisie. De gemeente ontpopte zich als dé suikeroom van de club en zie daar: een gloednieuw stadion fonkelt in de oksel van het Prins Clausplein.
Maar ondanks de miljoenen en ondanks de topmensen, is er toch iets faliekant misgegaan. ADO Den haag balanceert op de rand van de afgrond. De hamvraag is: hoe is dat in vredesnaam mogelijk? Hoe kan de club in zeer korte tijd een schuld opbouwen van zeven miljoen? Hoe kan het gebeuren dat iedereen zo verrast is door de omvang van de schuld? Hoe kan dat gebeuren bij een voetbalclub waar zoveel topmensen aan de touwtjes trekken? Prangende vragen, te meer daar ADO financieel onder toezicht staat van de gemeente.
Voor een goed begrip dienen we terug te gaan naar het jaar 2002, toen de gemeente besloot tot de bouw van nieuw stadion. Dat kon de gemeente niet zelf – omdat dat in Brussel als ongeoorloofde staatssteun wordt gezien. Er werd een list verzonnen. Onder regie van de gemeente werd de Stichting Stadion Ontwikkeling (SSO) opgericht, die de klus zou klaren. De gemeente stortte 27,5 miljoen in de kas en de SSO kon van start.
Een tweede onderdeel van het plan was de zogenaamde loopplank, een jaarlijkse geldinjectie die ertoe moest leiden dat ADO Den haag in de aantrekkelijke eredivisie zou spelen als het nieuwe stadion klaar was. De ingenieuze John van Ringelenstein bedacht daarvoor een mooie constructie. De SSO maakte ieder jaar 1,7 miljoen euro over aan ADO en kreeg daarvoor aandelen terug. Het mes sneed aan twee kanten, er was belastingvoordeel en de SSO (lees: de gemeente) werd de enig aandeelhouder van de club.
Het financieel toezicht leek goed. De SSO houdt als enig aandeelhouder toezicht op de NV ADO Den haag. De Raad van Commissarissen controleert de directeur die de dagelijkse leiding heeft. De gemeente op haar beurt houdt ook een vinger in de pap. Arie Sterkenburg, de directeur sport, kijkt bij alle grote uitgaven mee over de schouder van de SSO en de club.
De organisatie – en het strenge toezicht – heeft lang goed gewerkt, vooral onder Robert Langenbach, de voormalige directeur die de teugels strak hield. Ook met Ruurd de Boer ging het lang goed – het stadion is op een paar euro na binnen de begroting gebouwd.
Maar in het laatste bouwjaar is ook veel misgegaan. ADO degradeerde. Dat had de club zuinig moeten maken, maar een harde sanering bleef uit. Het optimisme was en bleef groot. Dezelfde Ruurd de Boer gaf groen licht aan een veel ge hoge begroting – de opmaat naar een desastreus seizoen.
Echt fout ging het bij de inrichting van het stadion, een spoedklus die het altijd armlastige ADO zelf zou oppakken. Er was nauwelijks een plan. De kleedkamers, de horecaruimtes, de entree – alles moest worden betaald uit sponsorgelden. Dat is mislukt. Toch werd er besteld. De stapel met facturen groeide met de dag.
De topbestuurders van ADO Den Haag, de SSO en de gemeente Den haag, ze hebben de werkelijkheid uit het oog verloren. Het optimisme vierde hoogtij – ADO zou in één keer terugkeren naar de eredivisie. Die houding heeft de kritische geest in slaap gesust en het toezicht op de financiën verslapt. Om in voetbaltermen te blijven: wel veel vedetten bij elkaar, maar nooit een team. Het is nu aan de nieuwe elf om de rommel op te ruimen.