ADO Den Haag ziet geen verband tussen kunstgras en kruisbandblessures

Domme pech Jansen

ADO-middenvelder Kevin Jansen liep zaterdag tegen Willem II een zware kruisbandblessure op. Ploeggenoot Aaron Meijers overkwam dit seizoen hetzelfde op het Haagse kunstgras. Toeval?

Door Wietse Dijkstra

 

 

Nee, plannen om de kunstgrasmat weg te doen zijn er niet in het Kycocera Stadion. In Den Haag zijn de beelden van de tragische botsing tussen Jansen en Willem II-speler Funsu Ojo nauwkeurig bestudeerd. "Ik ben geen medicus, maar volgens mij is er geen relatie tussen zijn blessure en het veld", zegt ADO Den Haag-directeur Mattijs Manders. Zo lang er wordt gevoetbald, komt dit met enige regelmaat voor." 

 

Jansen heeft domme pech gehad, zo vermoeden ze bij ADO. Net als Aaron Meijers dat eerder had tegen Heerenveen, toen hij met zijn knie tegen de knie van tegenstander Arber Zeneli knalde. Manders: "Ik denk niet dat dat iets met kunstgras heeft te maken."

Naar het verband tussen blessures en kunstgras zijn wel onderzoeken gedaan, maar het ultieme bewijs dat voetballers op nepsprieten meer risico lopen, is nog nooit geleverd. De ontwikkelingen staan bovendien niet stil, zodat veel data wellicht al weer achterhaald zijn. "Je hebt kunstgras en kunstgras", zegt Manders. Dat van ons staat goed bekend. Laatst was er wel een discussie in Zwolle, maar zij spelen op een hardere ondergrond."

 

 

Onderhoud

PEC Zwolle-trainer Ron Jans sprak zijn twijfels uit toen Rick Dekker begin dit seizoen als zesde speler in tweeënhalf jaar tijd een kruisbandblessure opliep op het Zwolse kunstgras. Dan schrik je je kapot en ik wil ook niet alles onder het vloerkleed schuiven", zegt Jans. Maar er is geen bewijs dat dit op kunstgras eerder gebeurt. Er moet gewoon heel goed onderzoek komen, want het ligt heel complex. Intern hebben we er wel over gesproken en het onderhoud van ons veld is geïntensiveerd om de demping beter te houden."

 

 

Ook Jans gelooft niet dat de kwetsuur van Kevin Jansen met de ondergrond in het ADO-stadion te maken heeft. "Ik heb de beelden van zijn tackle gezien. Er komt zoveel kracht op de knie, zonder dat het lichaam erachter staat. Voor die jongen is het heel vervelend, want het is een vreselijke blessure. Ik wens hem veel sterkte."

 

 

Mark-Jan Fledderus ging de beide ADO-spelers voor. De middenvelder van Heracles scheurde begin dit seizoen zijn achterste kruisband af op het kunstgras van Woudestein tegen Excelsior. "Lastig te zeggen of er een verband is met die blessure en het veld", zegt de nog altijd - in Zeist - revaliderende Fledderus. "Bij mij denk ik niet, want ik landde na een kopduel op mijn rechterbeen en scheurde de kruisband in mijn linkerknie. Een atypisch beeld bij dit soort blessures."

 

Toch is er volgens Fledderus, als speler van Heracles wel gewend aan kunstgras, wel degelijk een groot verschil met een natuurlijke mat. "In gewoon gras kun je wegdraaien, dat is bij kunstgras niet het geval. Zet je daar je voet neer, dan zit je vast in de vezels. Maar of dat invloed heeft, weet ik niet. Zeg het maar. Het is ook vaak een gevoelskwestie."

 

 

In Almelo is het veld trouwens alweer bijna aan vervanging toe, in Den Haag wachten ze nog even. Diep in zijn hart zou Manders zijn club het liefst weer op natuurgras zien spelen. "Maar dat zeg ik als liefhebber en niet als directeur van ADO", zegt hij. "De beleving en strijd is anders. ADO is wel een club die zou passen op gras." Maar of het er ooit weer van komt? Financieel blijft het een lastig verhaal. En niet eens zozeer omdat gras nou zoveel meer kost dan kunstgras.

 

 

"De extra kosten zitten vooral in de aanleg van een trainingsaccommodatie", aldus Manders, die het gezien alle discussie wel tijd vindt worden voor een evaluatie. "We hebben het besluit vóór kunstgras destijds genomen, maar wat vinden we er nu van? Iedereen heeft daar een andere mening over."