Bron van dit artikel
Datum plaatsing: 07-09-1936 14:44:00
ADO de beste ploeg van de dag
ADO, dat om tien uur al moest aantreden tegen Be Quick, was de beste van den dag. Haar spel maakte 'n goeden, vlotten indruk, de 1-0 zege op de Groningers was welverdiend en van de 1-0 overwinning op D.F.C kan slechts gezegd worden, dat dit resultaat geflatteerd was voor de Dordtenaren.
De roodgroene Hagenaars toonden ’n goed ploegverband en n verdienstelijk spelbegrip. Slechts de productiviteit liet te wenschen over, vooral omdat bij de afwerking de spelers ’t juiste moment maar niet konden vinden. Wordt dit zeer belangrijke onderdeel nog eens terdege door de A.D.O.-erd en hun trainer Wim Tap onderhanden genomen, dan kan er uit dit grooten deels jonge elftal wel wat goeds groeien. Wel heeft ’t feit zich al eerde voorgedaan dat de competitie-resultaten tegenvielen na goede oefenwedstrijd, maar als de grondslagen van ’t spel goed zijn, techniek en samenspel bv, moeten de prestaties daarvan op den duur de gevolgen blijvend ondervinden.
Tegen Be Quick was A.D.O. vrij sterk in de meerderheid. Per saldo is Be Quick toch de Noordelijke kampioen, die in de kampioenscompetitie aardig voldaan heeft. De Groningers waren weliswaar gehandicapt doordat behalve Plazeweyer Sr. ook de voorspelers Blijham Jr. en Wilkens ontbraken zoodat ’t begrijpelijk is, dat de aanvalslinie niet boven ’t middelmatige kwam. De verdediging echter was, met Pienter weer in de gelederen, compleet en dan zegt ’t toch wel wat, dat daartegen twee goals gescoord zijn.
Die goals waren elkaars spiegelbeeld. Linksbinnen v. d. Beukel (die later midvoor ging spelen) kopte voor rust een voorzet van rechtsbuiten Ben Tap in, en rechtsbinnen Berg maakte na rust met ’n kopbal uit ’n voorzet van De Korte ’t tweede doelpunt. De Groningers waren intusschen geen gewillige slachtoffers; zij gaven goed partij, misten kansen, waarbij zelfs één opgelegde en lieten geen slechten indruk achter. De voorhoede kon echter over het algemeen tegen A.D.O.’s hechte defensie niet op.
Men zou gedacht hebben, dat A.D.O, ’t later tegen D.F.C. heel wat lastig zou hebben, maar dat is voor de Hagenaars nogal meegevallen. Deze demifinale was vooral in de eerste helft van heel goed gehalte: twee snelle technisch zeer voldoende elftallen bekampten elkaar met den vollen inzet hunner krachten. D.F.C. léék in die periode wat sterker, maar A.D.O. was beter door zuiverder samenspel en hooger staande individueele techniek. De 1-0 voorsprong, dien de Hagenaars met rust hadden, was dan ook Wel verdiend, maar ’t was wel kenmerkend, dat ’n „flodder-goal” voor dien voorsprong gezorgd had. Bij ’n voorzet van B. Tap was v, d. Beukel eerder bij den bal dan de uitloopende doelman Jas en heel zacht rolde het leder in ’t doel zonder dat Punt, voor deze gelegenheid linksback spelende het punt kon verhinderen.
In de tweede helft —de spelers haddenl er toen nl. 1½ uur voetbal op zitten- werd het spel er niet beter op, maar nu overheerschte ’t rustig spelen A.D.O.-elftal toch duidelijk over de wel hard werkende, maar veelal veel loopende Dordtenaren. Aan hun goede verdediging is te danken dat de score 1-0 bleef, maar vooral óók was het slechte afwerken van de aanvallen door de A.D.0.-ers, die kansen genoeg gehad en gemist hebben. Veel geluk hadden.de roodgroenen trouwens ook niet, maar ’t was toch wel grooten deels aan eigen tekortkoming toe te schrijven, dat eerst ’t eindsignaal alle spanning uit de beklemde gemoederen deed wijken.