Bron van dit artikel
Datum plaatsing: 07-11-1939 12:31:00
ADO-bestuur stelt zich op egoistisch standpunt
Toch vriendschappelijke wedstrijd op inhaal-Zondag. Bondsbestuur heeft bepaald: "Inhaal-Zondagen zijn voor de tweede klassers"
De gemoederen in ons rustige Haagsche voetbalwereldje zijn min of meer in opstand door... een vriendschappelijken wedstrijd.
In verband met den wedstrijd om den Gouden Onafhankelijkheidsbeker ligt de competitie voor de eerste klassers stil en daardoor hebben de tweede klassers bij uitzondering eens niet die zware concurrentie, welke ze anders hebben.
Ja, bij voetbal spelen de financiën tegenwoordig nu eenmaal een even belangrijke rol als de spelers. Deze dag der tweedeklassers wordt nu echter in de war gestuurd door een vriendschappelijken wedstrijd tussen A.D.O. en H.B.S. terwijl het K.N.V.B.-bestuur juist voor Quick en H.V.V. een thuiswedstrijd heeft vastgesteld. Het spreekt dan ook vanzelf, dat de gemoederen daardoor enigszins in opstand zijn gekomen.
We hebben ons in verband daarmee gewend tot het bestuur van Quick, dat zeer onstemd was over het optreden van A.D.O.
Verleden jaar, toen Quick den belangrijken wedstrijd tegen H.V.V. op Houtrust speelde, is er iets dergellijks voorgevallen. A.D.O. had toen ook een vriendschappelijken wedstrijd vastgesteld tegen Ajax - de aanplakbiljetten waren reeds rondgestuurd, maar toen wist de voorzitter van Quick in Amsterdam te bereiken, dat Ajax niet kwam. A.D.O. is daar zeer kwaad over geweest en daarom ook heeft het A.D.O.-bestuur niet ingeschreven voor de wedstrijden om den Zilveren Haan, hoewel de spelers zelf altijd graag aan deze serie deelnamen.
Er bestaat een onderlinge afspraak van de eersteklassers, aangemoedigd door het Bondsbestuur, dat zijn standpunt in deze kwestie nog eens duidelijk tot uitdrukking heeft laten komen door een artikel van den heer Jac. F. Lamey in de Sportkroniek, dat er op inhaal-Zondagen geen vriendschappelijke wedstrijden zullen worden gespeeld om de tweede- en lagere klasclubs ook iets te gunnen van de publieke belangstelling.
"We hebben geld noodig."
Natuurlijk hebben we ons ook in verbinding gesteld met het A.D.O.-bestuur. De voorzitter, H.M. Choufour, deelde ons mede, dat aanstaande Zondag geen inhaal-Zondag is en de eersteklassers dus vrij zijn om vriendschappelijke wedstrijden te spelen. Was het wel een inhaal-Zondag", zoo verzekerde hij ons, "dan zouden we er natuurlijk niet aan denken te spelen. En ook de eersteklassers hebben geld noodig", voegde hij er aan toe.
H.B.S., dat, zooals bekend, zeer vriendschappelijke betrekkingen met Quick onderhoudt, meende, dat het niets hinderde of H.B.S. tegen A.D.O. speeltdan ook niet om Quick te dupereeren, maar alleen om zelf een oefenwedstrijd te kunnen spelen, daar het eerste elftal ook afgeloopen Zondag niet heeft gespeeld.
Wij vernamen van andere zijde nog, dat verscheidene H.B.S.'ers het niet eens zijn met het standpunt van het bestuur.
Ten slotte hebben wij ons nog eens overtuigd van de opvatting van het K.N.V.B.-bestuur, dat natuurlijk niet elken keer tegen eersteklassers gaat zeggen "Denk er om, 't is Zondag een inhaal-Zondag, dus speel geen vriendschappelijke wedstrijden. "Men trapt nu eenmaal geen open deur in. De meening van het A.D.O.-bestuur, dat dit geen inhaal-Zondag zou zijn is onjuist. Al jaren lang wordt de dag van den Onafhankelijkheidsbekerwedstrijd beschouwd als een inhaal-Zondag, waarop de tweede-, derde- en vierdeklassers het rijk alleen hebben. Aanstaande Zondag is dus een inhaal-Zondag en daarmee uit.
Tot zoover de meeningen van de verschillende belanghebbenden. Daaruit blijkt wel overduidelijk, dat het A.D.O.-bestuur zich op een verkeerd standpunt heeft gesteld. Het argument, dat A.D.O. geld nodig heeft, mag geen reden zijn om een zoo egoïstische houding aan te nemen. Ten slotte heeft elke vereeniging geld noodig en als de tweedeklassers dan eens de kans hebben een behoorlijke recette te krijgen, dan moet een eersteklasser daar niet tusschen komen. In de laatste vier wedstrijden heeft Quick slechts luttele honderden guldens in totaal ontvangen. A.D.O. had Zondag meer dan 10.000 toeschouwers en heeft over het algemeen toch niet te klagen over de publieke belanstelling.
Denkt men nu met zoo'n vriendschappelijken wedstrijd veel te ontvangen? Neen, immers,
en daarmee doet dit gedoe zoo onplezierig aan. Al was het alleen maar als een eerbiediging van een principe en een vriendschappelijke geste tegenover de clubs uit lagere klassen, dat A.D.O. nu eens níet speelde. Zelfs al zou het heelemaal geen invloed hebben op de recette van die andere clubs, dan nog zou men een loyaal standpunt moeten innemen.
Het gaat hier om een principe, een ongeschreven wet der sportieve wellevendheid, welke in de eerste plaats door A.D.O. en in de tweede plaats door H.B.S. overtreden wordt.