Aanval op kunstgras - Kunstgras gaat eredivisie nekken

Eredivisie gaat kant op van tweederangs voetballanden

Nederland haakt als voetballand af bij de beste competities in Europa als het de opkomst van kunstgrasvelden geen halt toeroept. Die waarschuwing geeft ’s werelds grootste expert op het gebied van voetbalvelden, de Nederlander Nico van Vuuren. 

"Iedereen in Nederland klaagt over het clubniveau hier, maar als wij topvoetbal willen spelen en willen meedoen in Europa, moeten we niet op kunstgrasveldjes gaan lopen”, zegt hij. "Het is een ander soort voetbal. Zie jij kunstgras in de beste voetballanden? Alleen in Nederland is er zo’n sterke lobby voor kunstgras.”

 

 

Van Vuuren (55) zorgt van Australië en Brazilië (WK-stadions in 2014) tot aan de Engelse Premier League onder de moeilijkste omstandigheden voor grasvoetbalvelden van topkwaliteit. De man die met zijn concept van assimilatiebelichting (de mobiele ’groeilampen’ op de velden) een revolutie teweeg bracht op het gebied van natuurgras, zat ’met kromme tenen’ in WK-gastland Brazilië toen hij hoorde dat óók ADO Den Haag nu eerder dan gepland overgaat op kunstgras.

 

 

„Ik kan het niet begrijpen. Wíj Nederlanders maken de topvelden in de hele wereld, we hebben voor een revolutie gezorgd. En dan gaan uitgerekend wij zo simpel over op kunstgras. Ik vind het puur gemakzucht. We gaan als voetballand naar het niveau van Scandinavië. De clubs daar spelen geen rol meer in Europa”, verzucht Van Vuuren, die het liefst ziet dat ook Nederland zelf als uithangbord fungeert voor de geweldige kwaliteit gras die hier vandaan wereldwijd wordt geleverd. Zo is hij zelf net terug uit Brazilië voor een groot project richting het WK van komende zomer en staan de laatste Duitse Bundesligaclubs te dringen om een grasmat van zijn hand.

 

 

Juist vanwege de klaagzang over het niveau van het Nederlandse voetbal kan hij de ontstane kunstgrastrend niet begrijpen. „Iedereen hier doet nu ineens of dat de toekomst is. Onbegrijpelijk met de kennis en technologie van nu, waarmee we voor uitstekend natuurgras kunnen zorgen. Wij Nederlanders weten het allemaal weer beter. Of volgen we allemaal maar de lobby van Ten Cate (kunstgrasproducent)? Geen kwaad woord daarover hoor trouwens”, vervolgt de immer vriendelijke Van Vuuren, die onder andere Champions Leaguefinalisten Bayern München en Borussia Dortmund, Real Madrid, FC Barcelona en alle Engelse topclubs een biljartlaken in hun stadion heeft bezorgd.

 

 

Dat zijn clubs met geld, wordt in Nederland dan snel gezegd. In de eredivisie wordt het gunstigere kostenplaatje van kunstgrasvelden te vaak als excuus opgevoerd.  "Klinkklare onzin”, zegt Van Vuuren.  "Tegen relatief weinig geld kunnen we al voor een prima grasmat zorgen. Als je naar kosten kijkt: een kunstgrasveld moet ook steeds weer vervangen worden. Ik vind het jammer dat ADO niet eens even heeft gebeld. Ik woon tien kilometer verderop. Ik had graag de moeite genomen om ze alle mogelijkheden te laten zien. Ik had misschien nog zelf harder op de deur moeten slaan”, verwijt hij zichzelf.

 

 

„Voetbal ís natuurgras. Het is een spel van emotie, met af en toe een goede sliding. Het hoort daarop. De beleving is totaal anders. Ik heb het idee dat de keuzes voor kunstgras nu worden gemaakt door mensen die dat aspect van het voetbal niet snappen. Stel je voor, die prachtige ’gele muur’ bij Borussia Dortmund achter de goal (staantribune fanatieke aanhang) en dan een kunstgrasveldje ervoor... ADO-Feyenoord straks op kunstgras...”, verafschuwt Van Vuuren de gedachte.

 

 

Toch voorspelt hij dat de terugkeer naar natuurgras een kwestie van tijd is.  "In Amerika begon men met kunstgras, maar daar draait alles alweer langzaam terug richting natuurgras. Ik heb er alle vertrouwen in dat dit ook hier gebeurt. Kunstgras blijft een hardcourtondergrond. Leuk voor amateurs en trainingen.”