Boussaboun op bezoek bij oude liefde

Ali Boussaboun heeft al de hele week de kriebels, want ADO Den Haag-Feyenoord staat op het programma. Morgen speelt zijn oude liefde tegen zijn nieuwe. "Den Haag zal altijd mijn club blijven."

Door Dennis Jansen

Ali Boussaboun, die het woordje ADO gemakshalve inslikt (‘vind ik nog steeds niks’), bracht zowat zijn hele voetballende jeugd door in het Zuiderpark en stond er tussen 1996 en 2001 onder contract. "Ik ben er gevormd en groot geworden. Voor mij was de periode in Den Haag één groot hoogtepunt. De club zit in mijn hart. Voor altijd.” De oogjes van de Marokkaan glinsteren ter illustratie van zijn eeuwige verliefdheid op Den Haag, pardon: ADO Den Haag. „Natuurlijk ga ik met Feyenoord voor de overwinning, maar van mij moet die minimaal zijn. Dus 0-1 of zo.’’

En mocht Boussaboun degene zijn die dan de winnende treffer voor zijn rekening neemt. Wordt er dan gejuicht in het Zuiderpark? "Niet door mij”, zegt hij op felle toon. „Ik zal nooit juichen tegen Den Haag! Dat heb ik vorig seizoen, toen ik bij NAC speelde en scoorde, óók niet gedaan.”

Inmiddels is Boussaboun alweer ruim vier jaar weg uit Den Haag. „Maar ik volg de club nog op de voet, informeer altijd meteen naar de uitslag en weet dat ze veel meer punten hadden kunnen en móeten hebben dan nu het geval is.”

Via FC Groningen (één jaar) en NAC Breda (drie) kwam hij naar de Kuip, waar hij dit seizoen debuteerde bij Feyenoord. „De grootste club van Nederland, in álle opzichten. Met een aanhang die te vergelijken is met die van Den Haag. De supporters zijn er altijd en overal.”

NAC was andere koek. „Een leuke tijd, die drie seizoenen, maar echt prettig ben ik er niet weggegaan. Op een gegeven moment stonden supporters me buiten op te wachten. Het liep toen niet zo lekker met de club en Diba, Barakat en ik, de Marokkanen, kregen ineens van alles de schuld. We werden ook uitgefloten. Belachelijk. Waardering heb ik ook van de clubleiding niet gekregen. In mijn tweede jaar ging het al echt goed, maar miste ik het vertrouwen. Ze wilden mijn contract pas openbreken toen ik aan de lopende band scoorde en Ajax, Feyenoord en PSV al op de stoep stonden. Toen was het dus te laat.”

Het werd Feyenoord dat in de voorbereiding grote indruk op hem maakte. „Als je vanuit die helikopter naar die volle Kuip kijkt en je ziet ook nog eens de mensen buiten het stadion, die geen kaartje hebben maar tóch gekomen zijn, man, man, dat is kippenvel.

"Je merkt het ook goed als je in Rotterdam loopt. Feyenoord is overal aanwezig. Vaantjes, sjaaltjes, auto’s, mensen die dingen roepen, alles in Rotterdam heeft met Feyenoord te maken. Gewoon een soort gevoel. Als je ook ziet wat zo’n overwinning op PSV losmaakt. Met een vriend ben ik die zondagavond gaan eten in het restaurant van de Euromast. Toen we de rekening vroegen, kregen we complimenten voor de wedstrijd tegen PSV en zei de eigenaar: de drankjes zijn van ons.”

Ali Boussaboun behoort inmiddels tot de basiself van trainer Erwin Koeman. „Ik moest wennen. Vooral aan de handelingssnelheid. Alles gaat hier gewoon een fractie sneller dan ik gewend was. Door de blessure van Castelen heb ik mijn kans gekregen en gegrepen. Het gaat lekker nu. Ik heb al schitterende dingen meegemaakt, zoals de winst op Ajax en PSV. Een basisplek houden is mijn doel. Verder wil ik goed spelen, veel scoren en dan kampioen worden.”