FC Den Haag woedend op gemeente

FC Den Haag is woedend op de gemeente Den Haag. Door het verbod van de gemeente om de bekerwedstrijd tegen RBC in de avonduren in het Zuiderpark te laten afwerken, ziet de club zich genoodzaakt vanavond (woensdag 5 oktober 1994) in Roosendaal aan te treden.

De wedstrijd werd omgedraaid omdat RBC niet kon en wilde ingaan op het aanbod om de wedstrijd 's middags te spelen. De reden voor het verbod is dat de gemeente Den Haag het bekerduel als een risciowedstrijd beschouwt en calamiteiten wil voorkomen. FC Den Haag is niet in staat de benodigde 120 stewards, een eis van de gemeente, voor de wedstrijd op de been te brengen. 

Trainer Lex Schoenmaker is des duivels over de opstelling van de Haagse ambtenaren. "Dit is ronduit belachelijk. De burgemeester en het hoofd van de politie leven nog in de achttiende eeuw door de wedstrijd tegen RBC als een risicowedstrijd te bestempelen. RBC brengt misschien honderd supporters mee. Die breken de stad echt niet af. Op Parkpop komen 500.000 mensen af en dan wordt er niet gekeken naar mogelijke calamiteiten. Burgemeester Havermans moet maar snel burgemeester worden van Madurodam, dan  hoeft hij zich nooit meer ergens druk om te maken."

Ook de halsstarrige houding van RBC, dat weigerde op een vroeger tijdstip te spelen, irriteert Schoenmaker. "Met een beetje goede wil had RBC zich best kunnen aanpassen. Nu is er sprake van competitievervalsing. Aan de andere kant profiteren zij handig van de situatie."

Voorzitter Theo Mangnus van RBC geeft toe 'niet helemaal ontevreden te zijn' met het ontstane thuisvoordeel. Hij ziet vooral financiële voordelen. "Dit is voor RBC de beste oplossing, omdat we geen spelers voor een middagwedstrijd hoeven vrij te kopen bij hun werkgever. En bovendien verwacht ik meer toeschouwers dan in Den Haag. Daar profiteert dus ook FC Den Haag van."